MICHEL GOLDSTEEN – 019

Michel Goldsteen werd op 5 mei 1933 geboren in Meppel. Zijn vader Nathan Goldsteen (Meppel, 31 december 1900 – Auschwitz, 19 november 1943) had een groothandel in grondstoffen. Zijn moeder Truida Goldsteen-Staal (Zutphen, 1 juni 1909 – Auschwitz, 19 november 1943) had van 1928 tot en met 1931 rechten gestudeerd aan de Universiteit van Amsterdam. In het gezin was verder een dochtertje Hansje, die een jaar jonger was dan Michel. Het gezin had zich eind twintiger jaren gevestigd in Amsterdam, waar ze woonde aan de Joh. Verhulststraat 87 h. Bij het gezin woonde ook de vader van Truida in. Deze Levie Staal (Sneek, 26 februari 1874 – Sobibor, 4 juni 1943) was een Israëlitisch godsdienstleraar, die het geschiedenisboek ‘Israël onder de volkeren’ schreef, dat decennialang het standaardwerk was voor Joods Nederland. Levie Staal was ook lange tijd hoofdredacteur van het Nieuw Israëlitisch Nieuwsblad (NIW), dat zeer lang het populairste Joodse weekblad was. Op 24 april 1897 had Levie Staal zich gevestigd in Zutphen, waar zich op 1 september 1900 ook zijn echtgenote Annaatje Vroman (Rotterdam, 2 februari 1873-Amsterdam, 27 november 1927) vestigde.  In Zutphen werden in de jaren daarna hun twee kinderen ingeschreven: de al genoemde Truida en haar oudere broer David Leonard Staal‏‎ (Zutphen, 1 maart 1902 – Auschwitz, 24 januari 1944) die advocaat werd en trouwde met ‎Betsy Fresco‎ (Amsterdam, 20 februari 1901 – Auschwitz, 10 oktober 1943). Er werd in november 1904 nog een derde kind geboren, dat echter na enkele maanden al overleed. Het echtpaar had zich op de vlucht voor de Duitsers eerst in Dordrecht gevestigd en wilden daarna via Frankrijk de vrije wereld bereiken. Ze werden echter in Dijon gearresteerd en via het beruchte kamp Drancy op 7 oktober 1943 op transport gezet naar Auschwitz. In Dordrecht is voor het echtpaar een Stolperstein aangebracht bij de voormalige tandartsenpraktijk.

Op enig moment moet Levie Staal bij zijn dochter zijn ingetrokken. Dat bracht wat problemen met zich mee, want Levie Staal hield zich heel strikt aan de Joodse wetten, terwijl schoonzoon Nathan Goldsteen daar heel ruimhartig mee omging. Buitenshuis had hij er geen probleem mee om varkensvlees te eten, maar binnenshuis golden de orthodoxe opvattingen van zijn schoonvader.

Vader Nathan kreeg direct na de uitbreken van de oorlog te maken met en ‘Verwalter’. Michel Goldsteen was toen zeven jaar, te jong om direct al te beseffen hoe ernstig alle beperkingen waren. Zo vond hij de Jodenster wel spannend. Michel en zijn zusje draaiden soms gewoon even hun jas binnenstebuiten, om dan snoep te kopen in een winkel waar het voor Joden verboden was boodschappen te doen. Nathan Goldsteen wist een baantje te bemachtigen bij de Joodsche Raad waardoor het gezin een Sperre had die tijdelijk bescherming bood. Wel besloot hij om grootvader op te laten nemen in een bejaardentehuis, met de gedachte dat hij daar veilig zou zijn. Niemand verwachtte dat de Duitsers ook ouden van dagen naar de ‘werkkampen’ in Duitsland zouden sturen. In september 1942 kreeg Michel ineens te horen dat hij met Guus Schraven, een zakenrelatie van zijn vader, direct mee moest gaan. Het was in Amsterdam te gevaarlijk geworden. Guus zou hem met de train naar Limburg brengen en hij kreeg vanaf dat moment de naam Maurice Janssen.

Hij kwam in eerste instantie terecht bij pastoor Henri Vullinghs in Grubbenvorst, die veel niet-Joodse en later ook Joodse kinderen uit het westen onderbracht bij arme boeren, die tegen betaling wel een kostganger konden gebruiken. Michel werd ondergebracht bij de Frans en Mie Theelen-Wilmer, Kloosterstraat in Grubbenvorst. Hen werd verteld dat Michel een jongetje uit de stad was dat moest aansterken. Michel paste zich snel aan, aan het boerenbestaan en kon het goed vinden met de familie.

De rest van het gezin dook ook onder. Vader Goldsteen in het Limburgse Helden. Moeder in het Brabantse Zijtaart en zusje Hansje in Helden Beringe. Op een dag kwam Michel’s vader hem opzoeken op zijn onderduikadres. Samen gingen ze een eindje fietsen. Michel vertelde later: ‘Ergens onderweg zijn we afgestapt en in de berm gaan zitten. Hij drukte me tegen zich aan. Daar, in die berm, heb ik hem veel dichterbij ervaren dan ooit daarvoor in Amsterdam. Aan het einde van de middag bracht hij me thuis. ‘Ik kom binnenkort weer terug,’ zei hij.

Hij zou echter nooit terugkeren. Hij werd kort daarna verraden en op transport gesteld tegelijk met zijn echtgenote Truida, die ook op haar onderduikadres was gearresteerd. Zijn moeder had hem daarvoor elke twee maanden bij de familie Theelen bezocht en bleef dan ook een nachtje slapen, omdat de reis met de bus dat noodzakelijk maakte. Michel: ‘De bezoekjes van mijn moeder aan mijn onderduikadres behoren tot de meest intense ervaringen uit mijn leven. ’s avonds mocht ik bij haar in bed slapen, in het grote bed op zolder. Heerlijk vond ik dat. De avond erna, als ze weer weg was, sliep ik op het kussen van mijn moeder, dat nog naar haar rook. Het was een zoetige, doordringende geur, die dagenlang bewaard bleef.’

Pastoor Vullinghs vond het belangrijk om nu de familie Theelen in te lichten over de identiteit van Michel omdat de Duitsers misschien ook Michel op het spoor waren. Om geen risico te nemen werd Michel tijdelijk ondergebracht op het onderduikadres van zijn zusje bij de familie Simons in Helden Beringe. Hij zat daar enkele weken bijna dag en nacht alleen op zolder. Van de acht kinderen in het gezin, waren namelijk alleen de twee oudsten op de hoogte van de onderduikers. Pas ’s avonds als de andere kinderen op bed lagen, konden deze twee samen met zijn zus naar de zolder komen. Een moment waar de eenzame Michel de hele dag naar moest uitkijken. Toen de familie Theelen de kust weer veilig achtte, kon Michel terug komen.

Na de arrestatie van dat Michel’s moeder werd hij weer tijdelijk ondergebracht bij Sjang en Maria van den Bercken-Michels in Ooijen. Michel kreeg er bijles van de dochter des huizes en mocht soms ook in de timmerwerkplaats van vader Van den Bercken komen. Toen de situatie te gevaarlijk werd, moest Michel enige weken lang de hele dag in een klerenkast zitten. Daar zat hij de hele dag op een krukje, er was geen ruimte om te gaan liggen of erg veel beweging. Af en toe mocht het deurtje even open, maar dan keek hij tegen allerlei kleren aan. In die periode was Michel steeds erg bang om ontdekt te worden.

Vanaf 1943 kreeg Grubbenvorst te maken met Engelse bommenwerpers op weg naar Duitsland. De Duitsers probeerden die neer te halen. Michel moest bij luchtalarm samen met de vrouwen en andere kinderen schuilen in een kelder bij de buren. De mannen van het dorp zaten dan meestal buiten in een greppel om hulp te kunnen bieden aan piloten als er een vliegtuig zou neerstorten. In de nacht van 24 op 25 juni 1943 gebeurde dat inderdaad. Het huis boven de kelder stortte in zodat niemand er meer uit kon. Iedereen zat in die kelder tot de mannen terugkwamen uit het veld, het puin geruimd was en het luik weer open kon. Toen zag iedereen de verwoestingen in het dorp.

Michel bleef tot vlak voor het einde van de oorlog bij de familie Theelen in huis, die inmiddels ook nog een ander Joods echtpaar hadden opgenomen. Er werden echter ook een aantal Duitsers ingekwartierd, wat de situatie nogal lastig maakte. Grubbenvorst kwam in de frontlinie te liggen en in de nacht van 25 op 26 juni 1944 werd het dorp geëvacueerd. De inwoners vertrokken richting Sevenum: ‘Het was een heldere, koude nacht. De maan bescheen de witte linten langs de weg die door de Engelse verkenners waren gespannen om de volgende dag de troepen over een mijnenvrije route te loodsen. Een groepje mannen uit het dorp liep vooruit, omdat het belangrijk was de Engelsen te melden dat er geen Duitsers maar Grubbenvorstenaren aankwamen.’

Na de oorlog werden Michel en zijn zusje ondergebracht bij een pleeggezin in Utrecht. Van zijn familie keerde bijna niemand terug. Aanvankelijk gingen zij er niet van uit dat onze ouders vermoord waren. Ze bleven hoop houden, want nog jaren na de oorlog kwamen er nog mensen terug uit het oosten. Langzamerhand wendden ze aan het idee dat zij niet meer terug zouden komen.

(Bron: https://andereachterhuizen.nl/goldsteen.html)

Dit item was geplaatst door Muis.