CARLA DRUKKER – 20

Carla Drukker werd op 20 juni 1936 in Amsterdam geboren in de Marcusstraat 15-2, waar haar ouders die maand waren gaan wonen. Haar vader Maurits Drukker (Amsterdam, 10 juni 1907 – Amsterdam, 13 april 1986) was de zoon van de winkelier Simon Drukker (Amsterdam, 29 april 1877 – Auschwitz, 24 september 1942) en Roosje Drukker-Jacobs (Den Helder, 13 augustus 1876 – Auschwitz, 24 september 1942). Maurits Drukker had in de Marcusstraat een fotostudio. Hij maakte voor de oorlog de foto van Frieda van Hessen (Amsterdam, 1915), voor de oorlog een bekende operazangeres. Ze overleefde de oorlog in de onderduik, emigreerde na de oorlog naar de Verenigde Staten waar Frieda (Fietje) haar carrière met succes vervolgde en overleed op 106-jarige leeftijd. Maurits Drukker was op 6 maart 1930 getrouwd met Sophia Levit (Amsterdam, 20 oktober 1907 – Amsterdam, 20 januari 1981). Maurits komt voor in de militieregisters waar op 3 november 1926 wordt vastgesteld dat de 19-jarige persfotograaf Maurits Drukker vanwege ‘kniegebrek (breuk) ‘ definitief ongeschikt is voor militaire dienst. Op 22 oktober 1940 werd hij, nog steeds genoemd als persfotograaf, een keer op verzoek van de Nijmeegse politie samen met Abraham Blitz gearresteerd vanwege overtreding van de Distributiewet en enkele dagen vastgehouden.

Het echtpaar had twee kinderen, Carla en Rose Irene (Amsterdam, 18 juli 1940), die de roepnaam Roosje had. Om het kind aan deportatie te laten ontkomen werd Roosje door haar ouders in september 1942 te vondeling gelegd in de Vondelparkbuurt in Amsterdam. Het meisje werd naar het weeshuis gebracht en ging daarna door het leven als Irma van Schinkel, met als fictieve geboortedatum 24 maart 1941. Later in de oorlog vond zij onderdak bij het pleeggezin van der Schaaf in Friesland, dat zij als haar eigen familie beschouwde. Na de oorlog, in december 1945, werd het huwelijk tussen Max en Fietje ontbonden. Fietje vestigde zich met haar dochters Carla en Roosje eerst in Zandvoort, later in Den Haag.

Carla Drukker werd ondergebracht bij weduwe Marie Margaretha Hermans-Coenders (Lottum, 11 november 1906-Velden, 3 februari 1996), die in de Maasstraat 2 in Broekhuizenvorst woonde. In de Limburgse onderduik verbleef ze ook enige tijd bij de weduwnaar Ferry en mejuffrouw Alida Pröpper, in de Goltziusstraat 39 in Venlo. Na de oorlog keerde Carla terug naar Noord-Limburg en trouwde met ene Muijsers.

Dit item was geplaatst door Muis.