KEIZER NORTON I VAN DE VERENIGDE STATEN
Het levensverhaal van de eerste en enige keizer van de Verenigde Staten doet denken aan het leven van de Nederlandse zwerver, straatmuzikant en kandidaat-gemeenteraadslid Nelis de Gelder (Amsterdam, 22 november 1856 – Amsterdam, 30 november 1931), die bekend staat als de tragisch-komische figuur Hadjememaar van de Rapaillepartij.
Joshua Abraham Norton(Londen, 14 februari 1818 – San Francisco, 8 januari 1880) werd geboren in een Joods middenklassegezin, maar groeide op in Zuid-Afrika. Zijn ouders John Norton (1794-1848) en Sarah Norden (1796-1846) waren succesvolle kooplui, die woonden in het Kentse stadje Deptford, tegenwoordig onderdeel van Londen. Begin 1820 verhuisde het gezin naar Zuid-Afrika als onderdeel van een door de overheid gesteund koloniaal plan waarvan de deelnemers bekend werden als de 1820 Settlers. Eind 1845 verliet Norton Kaapstad en zeilde begin 1846 van Liverpool naar Boston, In 1849 vestigde hij zich in San Francisco als handelsbemiddelaar. Het ging hem voor de wind, binnen vijf jaar was hij een rijk en gerespecteerd lid van de gemeenschap. Daarna pakte een zakelijke gok helemaal verkeerd voor hem uit. Hij probeerde nog rijker te worden door te speculeren met de verkoop van rijst. Door een exportban vanuit China was de prijs van rijst namelijk sterk gestegen en Norton wist een grote lading rijst in Peru op de kop te tikken. Hij hoopte deze met grote winst in de Verenigde Staten te kunnen verkopen. Hij was echter niet de enige die op dit lumineuze idee was gekomen. Doordat er vele schepen vanuit Peru aankwamen, kelderde de prijs enorm en leed Norton grote verliezen. Zijn fortuin verdween en in 1858 was Norton, na een lange rechtszaak, bankroet. Vanaf dat moment woonde hij in een armoedig arbeiderspension. DE geruïneerde Norton deed nog een vergeefse poging voor het Congres te worden gekozen, maar ook deze poging faalde. Waarschijnlijk waren deze twee grote tegenslagen funest voor de geestelijke gezondheid van Joshua Norton.
Op 16 september 1859 stapte de 41-jarige Norton het kantoor binnen van de San Francisco Daily Evening Bulletin en verzocht een officiële verklaring te publiceren waarin de man zich uitriep tot Emperor of the United States of America. De krant zag er wel een aardige publiciteitsstunt in en publiceerde een dag later de merkwaardige verklaring: ‘Op dringend verzoek en wens van een grote meerderheid van de burgers van de Verenigde Staten verklaar en proclameer ik, Joshua Norton, voorheen afkomstig uit Algoa Bay , Kaap de Goede Hoop en sinds 9 jaar en 10 maanden woonachtig in San Francisco, Californië, mijzelf tot Keizer van de Verenigde Staten. Krachtens de bevoegdheid die mij hierdoor is verleend, geef ik hierbij opdracht en draag ik de vertegenwoordigers van de verschillende staten van de Unie op om op 1 februari aanstaande in de Musical Hall in deze stad bijeen te komen om daar en ter plekke wijzigingen aan te brengen in de bestaande wetten van de Unie om de kwalen waaronder het land gebukt gaat te verzachten en zo, zowel in eigen land als in het buitenland, het vertrouwen in onze stabiliteit en integriteit te herstellen. NORTON I, keizer van de Verenigde Staten.
Norton beweerde dat zijn proclamatie voorkwam uit zijn grote ontevredenheid met het politieke landschap en de instellingen van het land. Nadat de San Francisco Bulletin zij verklaring had afgelegd, ging die al snel een geheel eigen leven leiden. Norton begon zijn ‘heerschappij’ voortvarend door een groot aantal decreten over staatszaken uit te vaardigen, wat me doet denken aan de huidige president van de Verenigde Staten en diens geestelijke gesteldheid. Op 12 oktober 1859 beval hij per decreet om het Congres van de Verenigde Staten formeel te ontbinden Congres vanwege de ‘ongepaste invloed van politieke sekten. Hij was namelijk niet erg gecharmeerd van zowel de Republikeinse als de Democratische Partij. Toen het Congres geen gehoor gaf aan het keizerlijk bevel, beval hij generaal-majoor Winfield Scott het Amerikaanse leger in te zetten om ‘de gangen van het Congres te zuiveren’. Ook Scott legde dit bevel naast zich neer. Dat lot waren alle decreten van Joshua Norton beschoren. Hij zou er in zijn twintigjarige bewind meer dan vijfhonderd uitvaardigen. De meeste daarvan werden gepubliceerd in de Pacific Appeal , een lokale krant in handen van zwarte Amerikanen. Toen Frankrijk in 1861 buurland Mexico binnenviel riep Keizer Norton zich ook officieel uit tot Protector of Mexico.
De burgers van San Francisco vonden het allemaal erg grappig en speelden het spelletje mee. Norton was een veel geziene persoonlijkheid in de stad, veelal ingegeven door medelijden dat men had met deze tragische figuur die een zeer eenvoudig en weinig glamoureus leven leidde. Desondanks werd hij op straat met veel respect behandeld. Vele inwoners maakten zelfs een buiging wanneer Keizer Norton langskwam in zijn blauwgrijze uniform, een compromis tussen de blauwbloezen van de Unie en de grijze uniformen van de Confederates. Dat blauwe uniform met vergulde epauletten had hij ooit tweedehands gekregen van officieren van een Amerikaanse legerpost in San Francisco. Hij had het verfraaid met onder meer een beverhoed met pauwen- of struisvogelveren en een rozet, een wandelstok en een paraplu. Van het plaatselijke regiment kreeg hij steeds een gepast uniform. Wanneer dit versleten was, werd hem steeds een nieuw exemplaar geschonken door de bestuurders van de stad. Een bevolkingstelling vermeldde zelfs “keizer” als zijn beroep. Tijdens zijn wandelingen door de stad lette hij op de staat van de trottoirs en kabelbanen, de staat van onderhoud van openbaar bezit en het uiterlijk van politieagenten. Hij inspecteerde ook wat er allemaal gebeurde in zijn naam en alle openbare werken en dergelijke konden altijd een paar maal de keizer verwachten. De bevolking was ook erg vrijgevig voor hem. Hij kreeg gratis maaltijden, maakte gratis gebruik van het openbaar vervoer en er werd steeds een plaats voor hem vrijgehouden bij theatervoorstellingen. Hij kreeg geregeld giften, ‘belastingen voor de keizerlijke schatkist’. Om zijn rekeningen te betalen, gaf hij zelf bankbriefjes uit met zijn beeltenis. De biljetten hadden geen enkele waarde, maar werden overal met een glimlach aanvaard. De San Francisco Bulletin, die in Norton een leuke stunt bleef zien, betaalde de waarde ervan terug. Van de stad kreeg hij een fiets als zijn keizerlijk vervoer. Keizer Norton I ging eten in de beste restaurants van San Francisco.
Niet-meespelen was overigens niet zonder risico. Toen een rederij in San Francisco Zijne Majesteit een gratis overtocht had geweigerd, moest ze erg snel excuses aanbieden, nadat de keizer in een proclamatie zijn onderdanen opriep de betreffende rederij te gaan boycotten. Een jonge agent arresteerde hem in 1867 vanwege ‘openbare mentale stoornis’. De inwoners van San Francisco reageerden woedend. De commissaris liet hem ook weer snel vrij en het politiekorps bood de keizer excuses aan. Norton was echter niet boos en gaf de agent een ‘Keizerlijk pardon’. En een enkele keer had de keizer echte politieke invloed. Tijdens zijn ‘regime’ werkten er veel Chinese arbeiders in San Francisco, wat leidde tot anti-China demonstraties. Toen op een dag de Chinezen en demonstranten op het punt stonden een grote vechtpartij te beginnen, ging Norton tussen beide groepen staan, hield een toespraak en uiteindelijk gingen de twee partijen vredig uit elkaar.
Norton voerde ook echt beleid, dat natuurlijk nooit werd uitgevoerd, maar toch getuigde van een wat vooruitziende blik. Hij pleitte voor het oprichten van een Liga der Naties waar geschillen vreedzaam moesten worden opgelost, een Volkenbond avant la lettre. Ook gaf hij het bevel een brug en tunnel naar Oakland te bouwen, wat vele jaren later leidde tot de bouw van de Bay Bridge en de aanleg van de Transbay Tube.
Joshua Norton stierf op de avond van donderdag 8 januari 1880 kinderloos (en dus zonder opvolger) toen hij midden op straat een hartaanval kreeg. De San Francisco Morning Call berichtte een dag later: ‘Op het stinkende trottoir, in de duisternis van een maanloze nacht, onder de druppelende regen … overleed Norton I, bij de gratie Gods, keizer van de Verenigde Staten en beschermer van Mexico. Het was al snel duidelijk dat de keizer in volledige armoede was gestorven, in tegenstelling tot geruchten over grote rijkdom. Er werd vijf of zes dollar aan kleingeld gevonden die hij bij zich had, in zijn woning een enkele gouden sovereign met een waarde van 2,5 dollar. Zijn bezittingen bestonden uit een verzameling wandelstokken, zijn nogal gehavende sabel, diverse hoofddeksels, waaronder een kachelpijp , een derby , een rode legerpet en een andere pet die geschikt was voor een krijgskapelmeester. Er was een Franse frank van 1828 en een handvol keizerlijke obligaties die hij aan toeristen verkocht tegen een fictieve rente van 7%. Ook werden valse telegrammen gevonden, waaronder één die zogenaamd afkomstig was van tsaar Alexander II van Rusland die Norton feliciteerde met zijn aanstaande huwelijk met koningin Victoria en een andere van de president van Frankrijk die voorspelde dat een dergelijke verbintenis rampzalig zou zijn voor de wereldvrede. Ook werden zijn brieven aan koningin Victoria en 98 aandelen in een ter ziele gegane goudmijn gevonden.
Aanvankelijk werd een armenkist van eenvoudig redwood besteld. Leden van een zakenvereniging uit San Francisco, de Pacific Club, richtten echter een begrafenisfonds op dat voorzag in een fraaie kist van palissanderhout en een waardig afscheid regelde. Nortons begrafenis op zaterdag 10 januari was plechtig, treurig en groots. Leden van “alle klassen, van kapitalisten tot armen, van geestelijken tot zakkenrollers, goed geklede dames en degenen wier kledij en houding wezen op de sociale outcast” betuigden hun respect. De volgende dag meldde de San Francisco Chronicle over Nortons begrafenis met de ‘Le Roi est Mort’ (had natuurlijk ‘L ‘Empereur est mort’ moeten zijn) dat zo’n 10.000 mensen waren gekomen om het lichaam van de keizer te bekijken voorafgaand aan de begrafenis om 14.00 uur. Ondanks de latere legende van een ‘stoet van twee mijl’, meldde de Chronicle dat mensen slechts de eerste twee blokken langs de straten stonden. De kist van de keizer werd begeleid door ‘slechts drie rijtuigen’, zonder rouwenden te voet, en er waren ‘ongeveer dertig mensen’ aanwezig bij de begrafenisdienst op de Masonic Cemetery, op kosten van de Stad San Francisco. In 1934 werden de stoffelijke resten van Norton overgebracht naar een graf op de begraafplaats Woodlawn Memorial Park in Colma. De plek daar is gemarkeerd door een grote steen waarin de tekst ‘Norton I, Emperor of the United States and Protector of Mexico’.

