ELLA HARPER
Ella Harper (5 januari 1870 – 19 december 1921) werd geboren in Hendersonville, Sumner County, Tennessee, dat heden ten dage meer dan 60.000 inwoners telt maar rond de tijd van haar geboorte niet meer dan een armzalige nederzetting was met omstreeks 150 inwoners. Haar ouders William Harper en Minerva Ann Childress waren kleine veeboeren die oorspronkelijk uit Virginia afkomstig waren. William Harper werkte ook als steenhouwer om de kost te verdienen. Het echtpaar was in 1863 getrouwd en kregen twee jaar later hun eerste kind. William Harper diende vrijwel zeker tijdens de Amerikaanse Burgeroorlog (1861-1865), waarschijnlijk voor het Zuidelijke leger. Hij was Democraat, lid van de Vrijmetselaarsbroederschap en lid van de Methodist Episcopal Church, South. Het echtpaar had acht kinderen. Ella had een tweelingbroer Everett, die een paar maanden na de geboorte (op 4 april 1870) stierf. Ze had ook een zus, die Susan Margaret heette, die werd geadopteerd door een gezin dat vervolgens naar Missouri verhuisde. Er waren nog vijf andere levende kinderen: Sallie Irene, Willie Johnelle, Ella, Jessie Lee en Earl Phelan. Volgens de familietraditie was Earl een pleegbroer, die in een mandje op hun veranda was gevonden. Latere nakomelingen van Earl wisten met DNA-onderzoek te achterhalen dat Earl een zoon van William Harper moet zijn geweest. Vermoedelijk had William een affaire gehad en liet deze vrouw de baby op zijn veranda achter zodat hij hem kon opvoeden.
Al direct na de geboorte was het duidelijk dat Ella geen normale lichaamsbouw had. Ze had een zeldzame orthopedische aandoening genaamd congenitale genu recurvatum (letterlijk “kromme knie”), waardoor haar knieën naar achteren bogen. Hierdoor kon ze gemakkelijker op handen en voeten lopen. De volkstelling van 1880 bevatte een categorie Gezondheid en daar werd ze ingedeeld in de kolom ‘Verminkt, Kreupel, Bedlegerig of anderszins gehandicapt’, met als handicap ‘misvormd’. In deze volkstelling werd ook vermeld dat zij en haar familie bij haar grootouders van vaderskant in de buurt van Gallatin, Tennessee woonden.
Zoals niet ongebruikelijk in die tijd ging Ella als misvormd meisje deel uitmaken van de freakshows die met circussen door het land trokken. Voor Ella begon dat rondreizen als kermisattractie in 1882 toen ze twaalf jaar oud was. In 1886 sloot ze zich aan bij W.H. Harris’ Nickel Plate Circus, waar ze een van de sterren was. Ella trad op onder de bijnaam ‘Camel Girl’, vanwege haar manier van lopen. Er werd zelfs in kranten geadverteerd als ‘deels kameel’. Ze werd samen met een echte kameel op het podium gezet, terwijl betalende toeschouwers zich verwonderden over de gelijkenissen. Ze werd ‘het wonderbaarlijkste natuurfenomenen sinds de schepping van de wereld’ genoemd. Een artikel uit mei 1886 noemde haar echter een bedrieger en stelde dat ze ‘eigenlijk gewoon een vriendelijk jong meisje was met naar achteren gedraaide knieën’. Ze trad voornamelijk op in de omgeving van St. Louis en New Orleans, maar reisde ook door een aantal andere staten. Een fotojournalist uit New York maakte in 1886 zelfs een fotosessie met haar. Bij die optredens werden pitch-kaarten uitgedeeld met de tekst: “Ik word het kamelenmeisje genoemd omdat mijn knieën naar achteren draaien. Ik kan het beste op mijn handen en voeten lopen, zoals u op de foto ziet. Ik heb de afgelopen vier jaar veel gereisd in de showbusiness en nu, het is 1886, ben ik van plan te stoppen met de showbusiness, naar school te gaan en me voor te bereiden op een ander beroep.” Ella werd vorstelijk betaald voor haar optredens. Ze ontving het fenomenale salaris van 200 dollar per week, wat anno 2025 zou neerkomen op een weeksalaris van ongeveer 6.500 dollar. Het stelde haar in staat van het vergaarde fortuin al op jonge leeftijd uit het bizarre leventje te treden, een opleiding te volgen, te trouwen en een leven buiten de schijnwerpers te hebben.
Ze stopte dat jaar inderdaad met optreden, nog maar zestien jaar oud, en besloot terug te keren naar haar familie. Haar vader stierf op 26 augustus 1890, op slechts 46-jarige leeftijd, bij een huisbrand. Vijf jaar later overleed Ella’s oudere zus Willie op 27-jarige leeftijd aan tuberculose. Ze had een echtgenoot en een vijftien maanden oude dochter Lillian. In de volkstelling van 1900 staat vermeld dat Ella bij haar weduwe-moeder en Lillian in Sumner County woonde. Kort daarna hertrouwde Lillians vader en nam zijn dochter mee. Ella trouwde op 28 juni 1905 met Robert L. Savely, een leraar aan de openbare school; zij was 35 en hij 37. Ze kregen twee dochters: Mabel Evans (27 april 1906), die echter al op 1 oktober van dat jaar overleed en Jewel, die in 1918 werd geadopteerd uit een plaatselijk weeshuis en kort daarna overleed aan ‘lymphaticus’, wat nu zou worden omschreven als wiegendood. In de volkstelling van 1910 werden Ella en Robert vermeld als getrouwd en samenwonend in Nashville met Ella’s moeder, Minerva. In 1916 sloot Ella zich aan bij de Zevendedagsadventisten. Bij de volkstelling van 1920, nog steeds wonend in hun huis aan Joseph Avenue 1012 in Nashville, werd Robert vermeld als boekhouder voor een bedrijf in fotobenodigdheden. Ook Minerva woonde niet meer bij hen: ze was verhuisd naar het Tehuis voor Vrijmetselaarsweduwen en Wezen in Nashville, waar ze in 1924 op 80-jarige leeftijd overleed.
Ella overleed op 19 december 1921 aan darmkanker, net voor haar 52e verjaardag en drie jaar na het verlies van hun geadopteerde kind, Jewel. Haar graf bevindt zich op de Spring Hill Cemetery in Nashville, Tennessee. Ze werd begraven in het familiegraf, waar nu Ella en vele andere familieleden begraven liggen, waaronder haar beide dochters, haar ouders, haar drie zussen, twee schoonbroers en een neef. Ella’s echtgenoot, Robert, hertrouwde drie jaar later met Elizabeth Gabard, zeventien jaar jonger dan hij, en overleed zelf in 1932. Hij ligt begraven op dezelfde begraafplaats als zijn beide vrouwen.

