DR. CAMBELL’S ARSENIC COMPLEXION WAFERS

Arseen en veel arseenverbindingen zoals arseenoxide (rattenkruit) zijn extreem giftig. Binnen het menselijk lichaam richt het verwoestingen aan in het spijsverteringskanaal, veelal met dodelijke afloop. Toediening van kleine hoeveelheden over een lange tijd veroorzaakt symptomen die op een natuurlijke maag-darmontsteking lijken. Omdat arseen(-verbindingen) in het lichaam erg moeilijk te traceren was, was het een berucht moordwapen. Arseen is het meest gebruikt voor het plegen van gifmoorden. Er is lang verondersteld dat Napoleon Bonaparte zo aan zijn einde is gekomen. Zijn lichaam bleek namelijk een grote hoeveelheid arseen te bevatten. Uit een Italiaans onderzoek in 2008 bleek echter dat mensen in Napoleons tijd honderd maal hogere doses arseen hadden dan tegenwoordig. Dit zou komen omdat arseen toen veel werd gebruikt in bijvoorbeeld lijm en verf. Napoleon bleek geen hogere hoeveelheid arseen in zijn lichaam te hebben gehad dan zijn vrouw en zoon. Pas na de uitvinding van de Marshtest werd het mogelijk om zelfs zeer lage concentraties aan te tonen. In een laboratorium kan door deze test uit 1840 zeer lang na het overlijden van een persoon de aanwezigheid van arseen worden aangetoond, omdat arseen in de nagels en haren wordt opgeslagen.

Wonderbaarlijk dat ooit het gebruik van arseen bij schoonheidsbehandelingen werd gepromoot. In het Victoriaanse Engeland was rattenkruid – de witte poedervorm van arseen – een populair ingrediënt in make-up. Aan de basis van de rage van dit vreemde gedrag lag in de Oostenrijkse deelstaat Stiermarken, waar met begon met het eten van kleine hoeveelheden arseen. Deze arseeneters wilden de toenmalige schoonheidsnormen uitdragen en consumeerden het element in de hoop een gladde, romige teint te krijgen, zonder oneffenheden. Zo begon in de negentiende eeuw in Europa het gebruik van arseen als schoonheidsproduct, hoewel wel degelijk bekend was dat arseen dodelijk kon zijn en de gezondheid ernstig kon schaden. Arseenvergiftiging kan leiden tot kanker, hart- en vaatziekten en een slechte cognitieve ontwikkeling.

Desondanks begon Dr. James P. Campbell in 1890 met de verkoop van zijn Arsenic Complexion Wafers, waarvan hij garandeerde dat ze ‘absoluut veilig en onschadelijk waren voor iedereen’. Campbell beweerde dat hij het product had ontwikkeld om zijn eigen vale teint te genezen. Tot zijn negentiende had hij ‘een opmerkelijk heldere huid en een stralende Engelse teint, zozeer zelfs dat hij commentaar kreeg van mijn medestudenten, die altijd zeiden dat ze dachten dat hij een meisje was.’ Nadat hij echter gele koorts had gehad veranderde zijn mooi huid en kreeg zijn huid naar eigen zeggen ‘een veel diepere gele kleur dan Oscar Wildes favoriete zonnebloem.’ Na tevergeefs te hebben geëxperimenteerd met diverse arseenproducten, ontwikkelde hij zijn eigen merk wafels en kreeg zijn mooie bleke huid weer terug. Het inspireerde hem om anderen met soortgelijke problemen te gaan hebben. Het gebruik van het woord ‘wafers’ doet wat vreemd aan of misschien moet ik zeggen ‘misleidend’. De Engelstalige Wikipedia-pagina geeft als omschrijving: ‘A wafer is a crisp, often sweet, very thin, flat, light biscuit, often used to decorate ice cream, and also used as a garnish on some sweet dishes. They frequently have a waffle surface pattern but may also be patterned with insignia of the food’s manufacturer or may be patternless. Some chocolate bars, such as Kit Kat and Toffee Crisp, are wafers with chocolate in and around them.’ Iets verderop wordt de oer-Nederlandse stroopwafel genoemd al een product met ‘wafers’. Het gebruik van het woord ‘wafers’ bevestigde zo mooi het veronderstelde onschuldige karakter van het arseenproduct, dat werd verkocht in een verzegeld doosje van blauw en wit papier. Voor de prijs van één dollar kocht men zo’n doosje met 120 tabletten. De aanduiding NYCR nr. 21 op het doosje verwees naar de regelgeving van het New York City Department of Health voor de registratie van merkgeneesmiddelen, zoals gewijzigd op 21 december 1915. Fabrikant James Campbell gaf aan dat het product veilig kon worden gebruikt tegen sproeten, motten, mee-eters, puistjes, vulgaire roodheid, een ruwe, gele of ‘modderige’ huid en andere gezichtsmisvormingen. Die zouden allemaal keurig en permanent worden verwijderd, zodat een heerlijk heldere teint en de mooie ‘afronding’ van hoekige vormen zou zijn verzekerd. En als dat nog niet genoeg was, het was ook ‘een absoluut specifiek middel bij dyspepsie, chronische constipatie, malaria, neuralgie, reuma, verlies van eetlust, doffe ogen, neerslachtigheid, gebrek aan vitaliteit, rimpels, slechte voedselopname, hoofdpijn, hooikoorts, enz.’

De producten van meneer Campbell (als pil of als zeep) sloegen blijkbaar aan. Binnen de kortste keren werden gelijksoortige Arsenic Complexion Wafers op de markt gebracht onder de namen Dr. Simms, Dr. Rose en Dr. MacKenzie (de Britse versie), die allemaal hun potentiële vrouwelijke clientèle benaderden met de slogan ‘your face is your fortune’. Het sloeg aan. Vrouwen knabbelden aan de hosties of wasten zich de arseen bevattende zeep, in de hoop een ideale teint te bereiken zonder een of andere ‘gezichtsmisvorming’. Ze wisten niet dat het arseen levensgevaarlijk kon zijn. Ironisch genoeg zou blootstelling aan arseen niet alleen de hyperpigmentatie na verloop van tijd verergeren, maar kon het ook leiden tot het ontstaan ​​van donkere vlekken op de handen en voeten. De ‘wafers’ maakte hun huis modieus bleek door de rode bloedcellen te vernietigen, maar natuurlijk liep het cosmetische gebruik van de stof niet altijd goed afliep. Niet iedereen hield zich aan het voorgeschreven beperkte gebruik.

In juli 1880 berichtte de Indianapolis Sentinel over het geval van ‘een jonge, knappe en intelligente dame’ die geleidelijk haar gezichtsvermogen had verloren als gevolg van het gebruik van arseen. Haar verloving met een ‘jonge arts met goede vooruitzichten’ werd opgeschort terwijl hij wachtte op een bevestiging of haar gezichtsvermogen hersteld kon worden. Ook vielen er doden, zoals dat van de 18-jarige Hildegarde Walton uit St. Louis, die in 1911 overleed nadat ze een aantal dozen had meegenomen in een poging haar huidaandoening te verhelpen. Tot 1931 zouden de producten op de markt blijven, tot de uitspraak van de Food and Drugs Administration dat het product niet ‘safe and harmless’ was en ook niet kon waarmaken dat het ‘curative and therapeutic properties’ bezat.

Dit item was geplaatst door Muis.