DE DRIE GRATIËN – 058

058 - Simon Fokke 2kopieSimon Fokke (Amsterdam, 1 september 1712 – Amsterdam, 10 april 1784) was een Nederlandse ontwerper, etser, graveur en toneelspeler. Hij was de zoon van Arend Focke, een zeeman afkomstig uit Blokzijl en Margaretha Hoff. Het echtpaar woonden aan de Prinsengracht, wat duidt op enige welvaart. Zijn vader was in Amsterdam bekend als toneelspeler en ook de familieleden Catharina Elisabeth Fokke en Jan Punt waren befaamde toneelspelers. Simon werd op 4 september gedoopt in de Noorderkerk, die tussen 1620 en 1623 aan de Noordermarkt werd gebouwd naar een ontwerp van Hendrick de Keyser (1565-1621) voor de protestantse gemeenschap in de hoofdstad. Net als de Westerkerk, zo’n zevenhonderd meter ten zuiden van deze kerk, moest het de snelgroeiende bevolking in de westelijke grachtengordel en de Jordaan in de zeventiende eeuw een gebedshuis bieden. Simon Fokke was vanaf 1725 een leerling van Jan Caspar Philips (1690-1775), een graveur wiens familie zich omstreeks de eeuwwisseling vanuit Hessen in Amsterdam had gevestigd. Simon Fokke werkte geheel in dezelfde stijl als zijn leermeester en waarschijnlijk ook voor ongeveer dezelfde opdrachtgevers. Simon maakte zijn werk (historische taferelen, Kleine portretten) namelijk ook voornamelijk voor boekverkopers. Het merendeel van zijn werk is dan ook tamelijk clichématig en oppervlakkig. Het Rijksmuseum bezit een uitgebreide collectie van zijn tekeningen. Er zijn bij antiquariaten ook wel ingekleurde prenten van hen te koop, vooral van de kenmerkende Hollandse wintertafereeltjes. Wat afwijkend binnen dat oeuvre is zijn, overigens zeer kuise, tekening van De Drie Gratiën en Cupido. De drie gratiën dansen op de muziek die een cupido op zijn tamboerijn maakt. In de lucht wordt Venus op haar zegekar voortgetrokken door twee duiven. Op de achtergrond voeren twee mannen een gesprek. De begeleidende tekst ‘Diligito caros * Salvo tamen ante pudore’ is een boodschap aan geliefden om zichzelf te behouden voor schaamte later.

058 - Simon FokkeBlijkbaar had hij indertijd toch genoeg reputatie om door anderen te worden afgebeeld. Daarvan getuigt nevenstaande ingekleurde litho van Simon Fokke met in zijn hand zijn beroemde prent uit 1751 van de plundering van het huis van Gerrit Hagedooren, door de Engelse graveur John Greenwood (1727-1792), die dat weer deed naar een portret dat Jacobus Buys (1724-1801) eerder van Fokke had gemaakt. De plundering van het huis van de wijnkoper Gerrit Hagedooren in de Bierstraat te Rotterdam in de avond van 17 augustus 1751 was in die periode groot nieuws. Hagedooren schreef later dat jaar het werk ‘Een Troost en Segenwensch op het overlyden van Willem IV, Prins van Oranje”. Die was op dat moment niet bijster populair en steun aan de stadhouder viel slechts bij de bevolking. A.J. van der Aa zijn over de brand in Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 8. Eerste stuk(1867): ‘ Welligt is hij dezelfde met Gerrit Hagedoorn wijnkooper te Rotterdam, wiens huis en pakhuizen in laatstgenoemd jaar door het graauw geplunderd werden, omdat hij den gevorderden wijnkoopers-eed gedaan had, die door zijne collega’s geweigerd werd.’ In 1751 werd door de toch al weinig populaire stadhouder een stelselherziening doorgevoerd, die een hogere belasting op onder meer wijn tot gevolg had. Alle Rotterdamse en Amsterdamse weigerden de zogenaamde wijnkoperseed af te leggen dat ze keurig de hogere belasting zouden afdragen. Hagedooren besloot de eed toch af te leggen en doorbrak de solidariteit. Zijn gehele wijnvoorraad in de Bierstraat werd daarna door een meute geplunderd. Twee compagnieën schutters wisten niet te voorkomen dat voor ruim 7.000 gulden schade werd aangebracht. Enkele maanden later werd de eed zonder problemen door iedereen afgelegd.

Simon Fokke was twee keer getrouwd, in 1740 en in 1752. Uit het eerste huwelijk had hij een zoon Jan Fokke, die hij opleidde om ook graveur te worden. In 1747 werd hij weduwnaar en hertrouwde vier jaar later me de makelaarsdochter Cornelia Sieuwertsz. Van de vijf kinderen die zij kregen, stierven er vier binnen het eerste levensjaar. Alleen het tweede kind bleef in leven, Arend Simonsz Fokke (1752-1812). Die voegde dat ‘Simonsz’ aan zijn naam toe om verwarring te voorkomen met neven met dezelfde naam. Ook hij werd door vader Simon Fokke opgeleid tot graveur, maar sloeg later een ander pad in. Hij werd een bekend boekhandelaar, schrijver en voordrachtskunstenaar.

058 - Simon Fokke - Drie Gratiën en cupidokopie 058 - Simon Fokke - Brand Hagedooren

Dit item was geplaatst door Muis.