SAUNA 1
Sauna is een van oorsprong Finse benaming voor een ruimte waarin een droog heteluchtbad genomen kan worden. De temperatuur is zo hoog, 80-120°C, dat de saunaganger snel gaat zweten. Het zweten wordt als reinigend ervaren. Daarom wordt het bezoeken van een sauna ook wel als “saunabad” aangeduid in de zin van persoonlijke verzorging. Ook mentaal wordt zo’n heteluchtbad door regelmatige saunabezoekers als “reinigend”, ontspannend, ervaren.
De oudste badinrichtingen zijn vele duizenden jaren oud en waren al bekend in oude culturen. Specifiek de sauna is Fins. In de vroege historie van Finland woonden de mensen in deels onder de grond gebouwde hutten. Om deze te verwarmen werden stenen, die eerst in een vuur lagen, in deze hutten gelegd waardoor de temperatuur opliep. Het grote voordeel van deze methode was dat de warmte gelijkmatig gedurende de gehele nacht werd afgegeven. Men kwam erachter dat wanneer water over die hete stenen werd gegoten, de ruimte ineens veel warmer werd en de aanwezigen begonnen te zweten. Hoewel bedoeld als verwarming is hiermee de sauna, of beter gezegd de “holsauna”, geëvolueerd.
Later is men blokhutten gaan bouwen. In de oostelijke Finse provincie Karelia werd hierin een houtgestookte open kachel geplaatst. Omwille de gelijkmatige verwarming werden ook hier stenen gebruikt en op de kachel gelegd en vervolgens door de vlammen verhit. Door de convectie van de warme stenen walmde de rook van het houtvuur door de ruimte en deze werd via een opening of de openstaande deur afgevoerd. Dit waren de eerste savusauna’s. Vanwege de geur van het hout en de wijze van opwarming is dit nog steeds bij de Finnen hét saunamodel. In het oosten en noorden van het land doet men dit nog vaak op deze wijze. Nadeel van dit type sauna is dat het vrij lang duurt voordat de sauna “rijp” is. Immers, eerst moeten de stenen verhit worden, daarna de ruimte, vervolgens duurt het nog enige tijd voordat de wanden hun stralingswarmte afgeven. Daar komt nog bij dat door deze manier van stoken de ruimte en banken met zwarte roet aanslaan.
Pas in de 20e eeuw is men een gesloten kachel met een schoorsteen naar buiten gaan gebruiken. Om de warmte te kunnen reguleren én om water op de stenen te kunnen gieten, is zo’n kachel aan de bovenkant voorzien van een luikje. Het grote voordeel van dit type sauna is dat zuiniger met brandhout kan worden omgegaan, de ruimte aanmerkelijk schoner blijft en de buitendeur nagenoeg gesloten kan blijven waardoor er minder warmte verloren gaat.
Twee sfeerbeelden uit de Finse saunacultuur, rond de eeuwwisseling.
Pingback: SAUNA 2 | MUIZENEST