ADRIAAN NAGTEGAAL (20)
Adrianus Cornelis Nagtegaal (Mijdrecht, 22 juli 1912 – Apeldoorn, 10 januari 1945) was de zoon van Pieter Nagtegaal en Maria Hage; hij had twee broers, Dirk en Kees. Adriaan was van beroep timmerman. Hij trouwde op 8 december 1939 met Irma Maria Grootaert en had uit dat huwelijk één zoon. Deze August Nagtegaal werd in 1942 geboren, maar op 9 juni 1942 werd door de Arrondissementsrechtbank Haarlem het huwelijk ontbonden van het echtpaar, dat op dat moment in Hoofddorp woonde. Eerder was al een dochter geboren, Irma Maria, maar deze is al jong overleden. Geboorte- en sterftedatum en ook de reden van overlijden zijn onbekend. Ook naar de reden van de snelle ontbinding van het huwelijk blijft het gissen.
Begin 1944 raakte Nagtegaal betrokken bij de KP in Apeldoorn. Hij gebruikte er de schuilnamen Jan, Jan van Ommen en Jan Pfeiffer. In mei 1944 name hij deel aan een bespreking te Amsterdam waarbij ook L. Scheepstra, J. Abbink, H. Nuis en P. Verburg aanwezig waren. Tijdens die bijeenkomst werd besloten tot de oprichting van de KP Apeldoorn. Na de vorming van de Binnenlandse Strijdkrachten behoorde hij tot Gewest 6 (Veluwe) van de BS.
Op 10 januari 1945 deed de SD een inval op het adres Nijverheidsstraat 7 te Apeldoorn, arresteerde enkele verzetslieden en zette een val. Na enige tijd belde Nagtegaal aan en stond oog in oog met een Duitser. Hij was ongewapend, maar sloeg de Duitser neer en maakte zich meester van diens pistool. Vervolgens schoot hij een andere toegesnelde Duitser neer. Toen hij vervolgens wegvluchtte, werd hij neergeschoten.
Aan het marktplein te Apeldoorn is op 29 april 1994 het verzetsmonument ‘Aambeeld met gebroken hamer’ onthuld. Het monument is opgericht ter nagedachtenis aan de smid en verzetsman Cees Meerhof die op 10 januari 1945 door de Sicherheitsdienst is opgepakt wegens wapenbezit en op transport is gesteld naar het concentratiekamp Neuengamme. Hier overleed hij tussen 15 maart en 3 mei 1945. De website van het Nationaal Comité 4-5 mei meldt hierover: ‘Cees (Cornelis) Meerhof woonde met zijn vrouw en jongste zoon Bertus (A.H. Meerhof) in een kleine woning aan de Nijverheidsstraat nr. 5. Aan de overkant, op nr. 7, woonde zijn oudste zoon Gerrit met vrouw en twee kinderen. Gerrit (zie ook de monumenten bij Kootwijk en Varsseveld) zat bij de LKP en opereerde een zendinstallatie. Hij had twee onderduikers in huis. Zijn woning was een belangrijk centrum voor de verzetsactiviteiten in de regio Apeldoorn. Op 10 januari 1945 werd dit pand overvallen door de Apeldoornse SD. In een schuurtje werd ondergronds een kist handgranaten aangetroffen. Twaalf mensen werden aangehouden: Cees Meerhof, zijn vrouw Jintje Diphooren en hun jongste kind Bertus Meerhof (toen nog geen 15 jaar en jongste broer van Gerrit), Gerrit Meerhof en zijn vrouw Dina Oosterman, de twee onderduikers Fred Meyer (marconist) en Johannes Anema, Jaap Stel (marconist in het inlichtingenwerk en medewerker van Gerrit Meerhof), Zuster Wolf en A.C. v.d. Poll (beide buitenstaanders m.b.t. het verzet). Later op de middag werden de heren J. Pol en Adriaan Nagtegaal (“Jen”) ook nog opgepakt. Nagtegaal werd bij een vluchtpoging ter plekke doodgeschoten, nadat hij een van zijn bewakers dodelijk getroffen had. De twee kinderen van Gerrit mochten met de moeder van zijn echtgenote mee naar huis. Ook de koerierster Trijntje Krijger werd gearresteerd. Cees Meerhof werd in februari 1945 naar kamp Amersfoort overgebracht. Vervolgens werd hij op transport gesteld naar Neuengamme, alwaar hij is overleden tussen 15 maart en 3 mei 1945. Gerrit en Johannes zijn overgebracht naar het kamp De Kruisberg bij Doetinchem. Op 2 maart 1945 werden zij samen met 44 andere gevangenen als represaille door de bezetter gefusilleerd op een korenveld bij Varsseveld. Fred Meyer werd op 8 maart bij de Woeste Hoeve gefusilleerd. De echtgenotes van Cees en Gerrit werden 6 weken vastgehouden in de Willem III-kazerne en daarna vrijgelaten; zoon Bertus werd na 2 dagen vrijgelaten en kon bij een oudere zus in huis terecht. Trijntje Krijger is naar Westerbork afgevoerd en vrijgekomen na de oorlog. A.C. v.d. Poll is in Duitsland aan dysenterie overleden op 14 maart 1945.’
Adriaan Nagtegaal ligt begraven in Apeldoorn, op de Algemene Begraafplaats Heidehof te Ugchelen, nummer 218. In hetzelfde graaf liggen de broers Auke en Klaas Zeilstra, beiden slager van beroep en afkomstig uit het Friese Marum. Op 10 oktober 1944 is er in de vierhoek Wiessel, Elspeet, Vierhouten, Epe en Emst en grote Duitse razzia geweest, waarvoor naar schatting maar liefst 40.000 man door de bezetter werd ingezet. In het gebied was een zeer groot deel van de staf en de manschappen van de KP ondergebracht. Met de arrestatie werd het verzet op de Veluwe dan ook een grote klap toegebracht. Het is altijd een raadsel gebleven of sprake is geweest van verraad of dat een peilwagen de zender die de KP in de Wiesselsche bossen had ondergebracht heeft opgespoord. Er gaat ook het verhaal dat de Duitsers een koffer met papieren in handen hebben gekregen, waaronder een lijst van namen, schuilnamen en adressen van 200 tot 300 verzetsmannen en -vrouwen. De massale Duitse inzet bewijst in elk geval dat geen sprake is geweest van een toevalstreffer. De 21-jarige Klaas en 20-jarige Auke hoorde tot de velen die die dag werden opgespoord. Ze werden nog dezelfde dag geëxecuteerd.
Ik ben de zoon van broer Jacobus Cornelis Nagtegaal. Oom Addie had drie broers : Dirk, Cornelis en mijn vader Jacobus Cornelis. Ook een zuster: Anna.
Van Adriaan zelf weet ik niet veel, maar wel dat zijn zoon Pieter Maurits Nagtegaal heette en niet August. Piet kwam rond 1966 om het leven bij een verkeersongeluk.
LikeLike