HITLERS FAMILIE 2
1 – Paula Hitler (Hafeld, 21 januari 1896 – Berchtesgaden, 1 juni 1960) was Adolf Hitlers jongere zus en het jongste kind van Alois Hitler en diens derde vrouw Klara Pölzl. Nadat Hitler naar Wenen was vertrokken verloren hij en zijn acht jaar jongere zusje het contact. Toen zij elkaar in de jaren twintig weer troffen, was Paula verrast en zij herkende haar broer in eerste instantie niet. Vanaf 1929 hadden zij jaarlijks contact, meestal bij grote nazi-evenementen. In 1936 stelde Adolf haar voor haar naam te veranderen in Paula Wolff (Adolf Hitlers bijnaam in zijn jeugd was Wolf). Paula Hitler werd door haar broer vanaf de vroege jaren dertig tot zijn dood in april 1945 financieel onderhouden. Paula Hitler deed administratief werk in een militair ziekenhuis tot het einde van de Tweede Wereldoorlog. Ze werd door de Amerikanen in mei 1945 gearresteerd en later dat jaar vrijgelaten. Ze gaf aan dat ze niet kon geloven dat haar broer verantwoordelijk was voor de Holocaust. Dit werd door de Amerikaanse inlichtingendienst verklaard uit de loyaliteit van een zus ten opzichte van haar broer. Later onderzoek wees echter uit dat Paula Hitler niet de onschuldige, onopvallende vrouw met een verkeerde broer was voor wie ze eerder vaak werd gehouden. Ze was verloofd met Erwin Jekelius, een beruchte Weense arts, die verantwoordelijk was voor de dood van 4.000 geestelijk en lichamelijk gehandicapten. Het huwelijk werd afgelast op bevel van Hitler, die het “onwenselijk” vond dat zijn zuster zou trouwen. Toen Jekelius naar Berlijn reisde om Hitler de hand van diens zuster te vragen, werd hij onderweg onderschept door de Gestapo. Hij werd naar het oostfront gestuurd, waar het Rode Leger hem gevangen nam, waarna hij overleed in gevangenschap in 1952. Er zijn aanwijzingen dat Paula Hitler de Duits-nationalistische ideeën van haar broer deelde, maar ze is nooit politiek actief geweest. Na haar vrijlating door de Amerikanen vertrok Paula Hitler naar Wenen, waar ze werkte in een kunst- en nijverheidswinkel. In 1952 verhuisde ze naar Berchtesgaden, waar ze zich afzonderde in een tweekamerappartement tot haar dood op 1 juni 1960. Zij was nooit getrouwd en had geen kinderen. In 2005 en 2006 werd in haar graf in Berchtesgaden een echtpaar begraven, dat het graf van Paula Hitler de laatste jaren had onderhouden. De naam van Paula Hitler is van het houten grafmonument verdwenen, over haar naam heen is een houten bord bevestigd met de namen van de beide echtelieden.
2 – Alois Hitler jr. (Wenen, 13 januari 1882 – Hamburg, 20 mei 1956) was een zoon van Alois Hitler sr. en Franziska Matzelsberger. Hij was een halfbroer van Adolf Hitler. Hij was geboren als buitenechtelijk kind onder de naam Alois Matzelsberger maar werd later door zijn vader erkend. Alois Hitler jr. kon slecht overweg met zijn stiefmoeder Klara. Adolf Hitler en Alois Hitler jr. hadden dan ook geen sterke band met elkaar. Ze verschilden aanvankelijk te veel in leeftijd en later vond Alois jr. zijn halfbroer een nietsnut, die bovendien de zoon was van een vrouw aan wie hij een hekel had. In 1896 ging Alois jr. het huis uit en wilde niets meer met zowel zijn vader als stiefmoeder te maken hebben. Dit had als indirect gevolg dat Alois Hitler sr. zijn ambities voornamelijk op Adolf ging projecteren. Alois Hitler jr. emigreerde naar Dublin, waar hij de Ierse Bridget Dowling leerde kennen. Ze huwden op 3 juni 1910 in Ierland en vestigden zich in Liverpool. Samen hadden zij een zoon, William Patrick Hitler (1911-1987), die in de Tweede Wereldoorlog in de Amerikaanse luchtmacht tegen zijn oom vocht. In 1914 liet Alois vrouw en kind echter, keerde terug naar Duitsland en verkocht daar scheermesjes. In 1916 trouwde hij opnieuw met een Duitse vrouw, Hedwig Heidemann met wie een zoon had, Heinz Hitler (1920-1942), die voor zijn oom aan het Oostfront vocht. Eind jaren ’20 opende Alois een café-restaurant in Berlijn waar ook veel SA- en SS’ers kwamen eten en drinken. Hij werd omschreven als een typische “mollige vriendelijke kroegbaas, die in niets geleek op zijn beroemde halfbroer”. Wel was hij voortdurend bang dat deze halfbroer uit schaamte ervoor zou zorgen dat Alois’ tapvergunning zou worden ingetrokken. Na de Tweede Wereldoorlog was Alois Hitler jr. in de Bondsrepubliek Duitsland betrokken bij een rechtse partij, maar vervulde nooit een centrale rol. Hij verkocht zijn handtekening aan toeristen, die het maar wat prachtig vonden de handtekening van de halfbroer van Hitler te hebben. Op 74-jarige leeftijd overleed Alois Hitler in Hamburg.
3 -William Patrick (Willy) Hitler, later William Patrick (Willy) Stuart-Houston, (Liverpool, 12 maart 1911 – Patchogue, 14 juli 1987) was de zoon van Alois Hitler Junior en Bridget Dowling en een zoon van Adolf Hitlers halfbroer. Kort na Williams geboorte verliet vader Alois het gezin en ging naar het Europese vasteland. Als gevolg van het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog lukte het Alois voorlopig niet meer om weer contact met zijn vrouw en kind te krijgen. Zodoende werd William alleen door zijn moeder opgevoed. Op verzoek van Alois werd William in 1929 door zijn moeder naar de toenmalige Weimarrepubliek gestuurd. Daarna werkte hij enige tijd in Londen als boekhouder, maar toen oom Adolf in nazi-Duitsland aan de macht kwam, gaf hij zijn baan op en ging naar Duitsland in de hoop op wat meer perspectief. Zijn oom regelde een baan voor hem bij de Reich Credit Bank. Later werkte William bij Opel en enige tijd als autoverkoper. Hij bleef echter ontevreden over zijn leefsituatie en begon zijn oom te chanteren door te dreigen diens persoonlijke geheimen publiek te maken. William keerde uiteindelijk naar Engeland terug. Hij bleef nog een tijdje doorgaan met het chanteren van zijn oom door enkele zeer negatieve artikelen te schrijven. Zo beweerde hij dat Alois Hitler sr. van joodse afkomst zou zijn en voor het tijdschrift Look schreef hij een artikel getiteld Why I Hate my Uncle. In 1939 vertrok William met zijn moeder naar Amerika en strandde daar tijdens het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog. In 1944 meldde William Hitler zich vrijwillig aan bij de United States Navy en het Naval Medical Corps. Aanvankelijk wisten de Amerikaanse autoriteiten niet wat te doen met zijn Hitlers aanmelding. Toen William zichzelf voorstelde bij het rekruteringskantoor, antwoordde de officier met “Goed je te zien Hitler, mijn naam is Hess” (Gale K. Hess). Uiteindelijk werd hij toch toegelaten en heeft men zelfs propagandafilms gemaakt met William. William raakte gewond en werd onderscheiden met het Purple Heart. In 1947 verliet hij het leger. Na de oorlog heeft hij diverse malen zijn achternaam veranderd: eerst Chamberlain (naar Houston Stewart Chamberlain), daarna Houston-Stewart, Stewart-Houston en twee jaar later Stuart-Houston. Hij is ook nog diverse malen verhuisd. William Hitler had met zijn vrouw Phyllis met wie hij in 1947 trouwde, vier kinderen: Alexander Stuart-Houston (1949), Louis Stuart Houston (1951), Howard (1957-1989) en Brian Stuart-Houston (1965). Er zijn dus nog drie achterneefjes van Adolf Hitler in leven. William overleed in Patchogue en ligt op een katholieke begraafplaats in Coram (Suffolk County), naast zijn moeder Bridget Dowling die in 1969 overleed.
4 – Heinrich Hitler (14 maart 1920 – Moskou, 21 februari 1942), meestal Heinz Hitler genoemd, was de zoon van Alois Hitler jr. en zijn tweede echtgenote Hedwig Heidemann en daarmee familie van Adolf Hitler. In tegenstelling tot zijn oudere halfbroer, de extravagante levensgenieter William Patrick Hitler, maar net als zijn oudere neef Leo Raubal (1906-1977), zou Heinz bij zijn oom Adolf het aura van een lievelingsneef hebben gehad. Zo kon hij als overtuigd nazi van 1935 tot 1939 de elitaire Napola in Ballenstedt bezoeken en er in 1939 zijn diploma behalen. Op 10 januari 1942 raakte hij als lid van de Wehrmacht aan het oostfront in Russische krijgsgevangenschap en stierf anderhalve maand later in een militaire gevangenis te Moskou.
5 – Leo Rudolf Raubal jr. (1 oktober 1906 – 18 augustus 1977) was de zoon van Leo Raubal sr. en zijn vrouw Angela Hitler (1883-1949), de halfzus van Adolf Hitler. Hij bezocht zijn moeder sporadisch in Berchtesgaden, waar ze woonde. Net als zijn jongere neef Heinz Hitler werd hij graag gezien door Hitler, maar volgens William Patrick Hitler was dit gevoel zeker niet wederzijds. Leo Raubal zou Adolf Hitler hebben beschuldigd van de dood van zijn zus Geli Raubal, maar volgens historicus Werner Maser zou Leo hebben verklaard dat Hitler daarover niks te verwijten viel. Voor de oorlog werkte Leo Raubal als manager van de Linz Staalwerken. In oktober 1939 kwam hij terecht in de Luftwaffe en was luitenant van de technische- en onderhoudsdienst. Hij leek ook sprekend op Hitler en diende soms als zijn dubbelganger. In 1943 werd hij verwond tijdens de Slag van Stalingrad en generaal Friedrich Paulus vroeg aan Hitler om hem met een vliegtuig te evacueren naar Duitsland. Hitler weigerde dit echter en Raubal werd gevangengenomen door de Sovjets op 31 januari 1943. Daarna gaf Adolf Hitler het bevel voor een eventuele wissel voor zijn neef met krijgsgevangene Jakov Dzjoegasjvili, de zoon van Stalin, die op 16 juli 1941 gevangengenomen was. Vadertje Stalin was echter niet erg gehecht aan zijn zoon en weigerde de wissel, noch voor Raubal noch voor Friedrich Paulus. Stalin zei dat oorlog nog steeds oorlog is. Het gevolg was dat Leo Raubal werd opgesloten in de gevangenis van Moskou en pas op 28 september 1955 werd vrijgelaten. Hij keerde daarna terug naar Oostenrijk. Daarna werkte hij in Linz als leraar scheikunde. Hij stierf tijdens een vakantie in Spanje. Leo Raubal werd begraven op 7 september 1977 in Linz. Hij kreeg ook een zoon, Peter Raubal (geboren in 1931), die nog steeds woont in Linz. Hij is dus het vierde achterneefje van Adolf Hitler dat nog leeft.
6 – Angela Raubal, geboren als Angela Hitler (Braunau am Inn, 28 juli 1883 – Hannover, 30 oktober 1949) was de oudere halfzus van Adolf Hitler, het tweede kind van Alois Hitler sr. en zijn tweede vrouw Franziska Matzelsberger. Toen Angela een jaar oud was, overleed haar moeder. Samen met haar broer Alois Hitler jr. werd zij opgevoed door haar vader en zijn derde vrouw Klara Pölzl. Haar halfbroer Adolf Hitler was zes jaar jonger dan zij en tijdens hun jeugd trokken ze vaak met elkaar op. Als enig familielid wordt zij genoemd in Mein Kampf. Angela was in 1905 getrouwd met Leo Raubal, een belastinginspecteur. In 1906 werd haar eerste kind, Leo Raubal jr., geboren. In 1908 kregen zij een eerste dochter Geli Raubal (1908-1941) en in 1910 werd hun tweede dochter geboren, Elfriede Raubal (1910-1993). Angela’s man overleed op 10 augustus 1910, waarna ze naar Wenen verhuisde. . Na de Eerste Wereldoorlog werd zij de manager van Mensa Academia Judaica, een huis voor joodse studenten. Tien jaar lang had ze geen contact met Adolf Hitler, tot hij in 1919 weer contact met haar zocht. In 1928 verhuisde ze samen met haar dochter Geli naar Hitlers buitenverblijf het Berghof op de Obersalzberg te Berchtesgaden, waar ze Adolfs huishoudster werd. Later gaf zij leiding aan het huishouden. Angela was erg tegen de relatie van Hitler met Eva Braun. Sommige verhalen wijzen erop, dat zij heeft geprobeerd om Eva Braun te waarschuwen voor de gevaren van het hebben van een relatie met Hitler. Het is niet duidelijk wat hier haar motief voor was. Uiteindelijk verliet Angela Berchtesgaden en ging ze in Dresden wonen. Adolf Hitler verbrak daarop alle contacten met haar en was dan ook niet aanwezig toen zij met de architect Martin Hammitzsch trouwde. Hammitzsch beroofde zich op 12 mei 1945, kort na de Duitse capitulatie, van het leven. Hun huwelijk bleef kinderloos.
7 – Angela Maria (Geli) Raubal (Linz, 4 juni 1908 – München, 18 september 1931) was een dochter van Angela Raubal, die een halfzus was van Adolf Hitler. Zodoende was Geli Raubal een halfnicht van hem. Toen Hitler in 1929 een appartement betrok in München, werd zijn halfzuster Angela zijn huishoudster. Samen met Geli woonde zij bij hem in. In de twee jaar daarna ging Geli veel met Hitler (“Onkel Alf”) om in het openbaar; er waren dan ook geruchten dat ze een verhouding met hem zou hebben. Dit was iets dat veel hoge nazi’s niet zinde. Geruchten over een incestueuze verhouding van de Führer zouden immers de reputatie van de hele partij schade kunnen toebrengen. Het is wel zeer waarschijnlijk dat Hitler emotioneel afhankelijk was van Geli. In de ochtend van 19 september 1931 werd Geli Raubal gevonden in Hitlers appartement, neergeschoten met zijn pistool. Ze was toen 23 jaar oud. Er deden vele geruchten de ronde over de doodsoorzaak. Sommigen zeiden dat ze met het pistool aan het spelen was en zichzelf per ongeluk doodschoot, maar er zijn ook geruchten dat Hitler iets met haar dood te maken zou hebben gehad. De officiële doodsoorzaak is echter zelfmoord. Over de vraag of zij werd vermoord of zelfmoord pleegde, lopen de meningen uiteen. Vast staat, dat de Beierse minister van justitie Franz Gürtner, die later diezelfde positie kreeg in Hitlers regering, het onderzoek naar de doodsoorzaak tegenwerkte. Er werd geen autopsie verricht. Hitler was niet aanwezig op de begrafenis van Geli. De vijanden van Hitler hadden de dag van hun leven en smulden van het nieuws. De kranten stonden bol van geruchten, speculaties en theorieën. Hitler zelf raakte in een diepe depressie. Hij overwoog zelfs de politiek op te geven. Enkele dagen na Geli’s begrafenis bezocht hij haar graf te Wenen, waarna hij ineens weer uit zijn depressie kwam. Op de site is al eerder een artikel gewijd aan Geli Raubal.
8 – Elfriede Maria Raubal (Linz, 10 januari 1910 – 24 september 1993) (hierboven rechts op de foto naast Ome Adolf en zus Geli) was de tweede dochter van Leo Raubal en Angela Hitler en dus ook een halfzus van Adolf Hitler. Van haar is niet meer bekend dan dat ze in juni 1937 in Düsseldorf trouwde met ‘Dr. jur. Ernst Hochegger (1919-1985) en in juni 1945 in Dresden woonde. Ze hadden een zoon, Heiner Hochegger en blijkbaar ook een verder onbekende dochter, waarvan ik slechts de aanduiding vond dat Angela Hochegger, de kleindochter van Angela Raubal, nog in leven is en het graf onderhoudt van de ouders van Adolf Hitler.Verder heeft deze tak van de familie zich vakkundig aan alle media-aandacht onttrokken. Maar toch….nogmaals twee verre familieleden van Adolf Hitler.