WILLEM IDENBURG

Willem Idenburg (Gouda, 18 februari 1904 – Neustadt, 27 april 1945) was een Nederlands verzetsstrijder tijdens de Tweede Wereldoorlog. Hij was  aannemer van stukadoorswerk van beroep, was lid van de Ordedienst en later van de Binnenlandse Strijdkrachten en was actief in het lokale verzet in Gouda, waarbinnen hij de belangen behartigde van onderduikers en Joden Zo was hij betrokken bij illegale transporten van bijvoorbeeld wapens of voedsel voor onderduikers. Als eigenaar van een stukadoorsbedrijf beschikte hij over vervoersmiddelen die het verzet goed kon gebruiken bij deze illegale wapendroppings en andere transporten. Tijdens een van die transporten werd hij herkend, vervolgens verraden en op 21 februari 1945 in Gouda gearresteerd. Een poging om hem tijdens zijn transport naar Rotterdam te bevrijden mislukte. Via het ‘Oranjehotel’, de strafgevangenis in Scheveningen waar veel verzetsstrijders gevangen zaten, kwam hij in kamp Amersfoort terecht. Met het allerlaatste transport uit dat kamp werd hij vervolgens overgebracht naar het Duitse concentratiekamp Neuengamme, zo’n dertig kilometer ten zuidoosten van Hamburg. Een brief van 21 maart 1945 is het laatste levensteken dat zijn vrouw en kinderen van hem ontvingen. Nadat de Duitsers eind april 1945 op de vlucht voor de geallieerden dat kamp ontruimden, zetten ze de gevangenen vast op drie passagiersschepen in de Lübeckerbocht. Op 27 april 1945 overleed Willem Idenburg, verzwakt door alle ontberingen, aan boord van het schip Cap Arcona. Nog geen twee weken later was de oorlog voorbij.

Het passagierschip Cap Acona was sinds 1927 in de vaart. Vanaf 1940 werd het schip door de Kriegsmarine gebruikt als accommodatieschip op de Oostzee. In 1943 werd op de Cap Arcona het grootste deel van de Duitse film Titanic opgenomen. Het schip werd in 1944 ingezet om Duitsers uit Oost-Pruisen die op de vlucht waren voor het Rode Leger naar Duitsland te brengen. Aan het eind van de oorlog lag de Cap Arcona in de Lübecker Bocht. In de week van 18 april tot 26 april 1945 werden 5.000 concentratiekampgevangenen van Neuengamme door SS’ers aan boord gebracht. Hetzelfde gebeurde met het schip Thielbek (2800 gevangenen van Neuengamme) en de Deutschland IV. Op 3 mei 1945 werden de schepen gebombardeerd door de Royal Air Force. De Thielbek, voorzien van witte vlaggen en zonder militaire taken, zonk in twintig minuten. De Cap Arcona zonk ook, waarbij 90% van de opvarenden omkwam, veelal door verbranding. Concentratiekampgevangenen die van de zinkende schepen wisten te ontsnappen werden doodgeschoten vanaf rondvarende schepen die SS’ers kwamen opvissen. Gevangenen die de oever wisten te bereiken werden door patrouilles van de SS doodgeschoten. In totaal zijn er ruim 7.000 gevangenen om het leven gekomen en zo’n 350 mensen overleefden de ramp. Bij de ramp kwamen ruim 270 Nederlanders om het leven, voornamelijk verzetsmensen, maar ook een aantal uit Putten weggevoerde mannen.

Dat bombardement op de Cap Acona heeft Willem Idenburg dus niet meer mee hoven maken. Zijn lichaam werd gevonden in een massagraf bij de Lübeckerbocht, in Neustadt (Holstein). In 1959 werd Willem Idenburg herbegraven op het Nederlands Ereveld Loenen, vak E, graf 417. In Gouda in de wijk Oosterwei is een straatnaam naar hem vernoemd, één van de zestien Goudese verzetshelden waarnaar een straat is genoemd en een groot bord met informatie is geplaatst.

Links op de foto Willem Idenburg met de werknemers van zijn stukadoorsbedrijf; rechts het gezin Idenburg

Dit item was geplaatst door Muis.
%d bloggers liken dit: