PIOTRKÓW TRYBUNALSKI, GEWOON EEN STADJE IN POLEN (deel 3)
Tijdens de eerste paar honderd jaar van het bestaan van de stad mochten Joden niet binnen de stadsmuren wonen. Ze kwamen Piotrków Trybunalski binnen om handel te drijven, wanneer de stad gastheer was van een zitting van de Poolse Sejm of wanneer een speciaal tribunaal werd gehouden van de rechtbank (vandaar de naam ‘Trybunalski’). Enkele Poolse edellieden, die het recht hadden hun pachters in de stad te laten wonen, verhuurden echter binnen de stadsmuren huizen aan Joden. Er ontstond zo een kleine joodse gemeenschap in Piotrków Trybunalski. De Joodse gemeenschap had echter zwaar te leiden onder de regelmatige pogroms door de lokale bevolking of door binnenvallende troepen.
De Joodse gemeenschap in Piotrków Trybunalski had vooral zwaar te lijden tijdens de Chmelnytskyopstand, de burgeroorlog tussen 1648 en 1654 binnen het Pools-Litouwse Gemenebest. De troepen van het Gemenebest stonden tegenover zwaarbewapende Oekraïense Kozakken onder leiding van Bohdan Chmelnytsky. De opstand was gericht tegen de Poolse adel en de Asjkenazische Joden. De laatste groep waarschijnlijk ingegeven door de verbittering bij Chlmelnytsky dat de Poolse grondbezitters van boeren lijfeigenen maakten en vaak joodse rentmeesters aanstelden aan om zoveel mogelijk winst te maken. Decennialange woede en frustratie bij de Oekraïense boeren liepen uit op een van de bloedigste rampen in de Europese geschiedenis. Sociale onrechtvaardigheid, aangevuurd door etnische haat en gelegitimeerd door religie leidden tot massamoorden op Joden en Polen, die tot de nazi-bezetting tijdens de Tweede Wereldoorlog hun weerga niet kenden. Steden boden tijdens de opstand geen veiligheid, want die vielen in handen van boerenrebellen, die werden gesteund door Kozakken en paupers in de steden. Toen de opstand afnam waren er 56.000 Joden vermoord onder pijnlijke en vernederende omstandigheden. De Joden bevonden zich in zo’n benarde situatie dat sommigen zich zelfs aanboden als slaven om maar in veiligheid te zijn en eventueel later met losgeld te kunnen worden vrijgekocht. Bohdan Chmelnytsky is overigens nog steeds een nationale held in Oekraïne. Of dat zo blijft, is tegenwoordig te raag, want dezelfde Chmelnytsky haalde in 1654 de Kozakken, die ernstig verzwakt waren door de oorlog, over een bondgenootschap te sluiten met de Russische tsaar (het Verdrag van Perejaslav), waarmee Oekraïne bij Rusland werd ingelijfd. Het Gemenebest verloor uiteindelijk grondgebied aan Rusland en kreeg, verzwakt na de jarenlange strijd, ook nog eens de ‘Zweedse Zondvloed’ (1655-1660) over zich heen. In Piotrków Trybunalski werd in de periode 1648-1654 door de opstand bijna de gehele Joodse gemeenschap vernietigd.
Tegen het eind van de zeventiende eeuw mochten de Joden weer terugkeren naar Piotrków Trybunalski, er binnen de muren gaan wonen en zowel gemeenschapsinstellingen als bedrijven oprichten. Tijdens de achttiende eeuw werd de stad beschadigd door een reeks rampzalige gebeurtenissen, waaronder een grote aardbeving en een reeks branden. Naast de schade die door deze gebeurtenissen werd opgelopen, werd de joodse gemeenschap opnieuw geteisterd door terugkerende pogroms. In 1740 werd tijdens een van deze pogroms de synagoge verwoest. Het synagogegebouw is rond de eeuwwisseling gerenoveerd, de studiezaal (beit midrasj) en een extra gebedsruimte werden toen toegevoegd aan de bestaande structuur. Toen aan van de achttiende eeuw de Pruisen het district Posen bezetten, moesten de Joden hogere belastingen betalen dan niet-Joodse inwoners van de stad. In die periode werd een dagschool voor Joodse kinderen opgericht, die werkte conform de principes van de Verlichting. Zo werd er Duits en wiskunde onderwezen, maar al na tien jaar moest de school weer worden gesloten.
Tijdens de negentiende eeuw, de stad staat inmiddels onder de controle van het Russische Rijk, richtte de Joodse gemeenschap een aantal instellingen op voor sociale hulp en welzijn. Daaronder een Chevra Kadisha (joodse begrafenisvereniging), een Bikur Cholim-vereniging om zieken te helpen, een fonds ter ondersteuning van personen die in het ziekenhuis waren opgenomen, en een algemeen liefdadigheidsfonds. De meeste leden van de Joodse gemeenschap handelden in handel en fabricage. De gemeenschap had een diverse samenstelling van welvarende geassimileerde joden, aanhangers van het chassidisme en juist tegenstanders daarvan (mitnagdiem). Piotrków Trybunalski was de thuisbasis van beroemde rabbijnen en religieuze geleerden die joodse juridische teksten schreven. Een van hen was Rabbi Dov Berish Edelstein, een afstammeling van de Rama (Rabbi Moses Isserles). Een tweede was Rabbi Hayim Eliezer Waks (1826-1889), die steun predikte voor de joodse nederzetting in Eretz Israël en in 1886 daarheen trok om er bij Mount Abel en Tiberias een kolonie te stichten, die Chitin werd genoemd (nu waarschijnlijk Kfar Hittim). Hij was vooral bekend als de ‘Rabbi van Kalisz’ en de auteur van het boek ‘Nefesh Chaya’. Vanaf 1869 kocht hij percelen in het dorp Chitin bij Tiberias en plantte er boomgaarden met citroenen om een economische basis te leggen voor een Joodse vestiging. In 2013 werd op de website van het Joodse veiligheid Kedem voor het lieve prijsje van 4.250 dollar een handgeschreven brief (Kalisz, 1873, vier pagina’s, goede tot redelijke staat, slijtage door vouwen, inktvlekken) van hem verkocht waarin hij schreef over de kwaliteit van citroenen in Israël. De ontvanger destijds van de brief was Ga’on Rabbi Yosef Chaim Kara (1803-1895), woonachtig in Włocławek en op dat moment een van de oudste rabbijnen van Pruisisch-Polen. Hij was bekend om zijn theologische werken ‘Kol Omer Kara’, ‘Minchat Shabbat’ en ‘Tavo’ach Ve’Hachen’, boeken die in vele edities werden gedrukt. De vier pagina’s bevatte een korte brief in handschrift en handtekening van de ontvanger van de brief en drie pagina’s met een ontwerp in handschrift van rabbijn Yosef Chaim Kara, bestaande uit een interessante antwoordbrief met betrekking tot de waarde van citroenen van Land van Israël, en de deugdzaamheid van citroenen van Genève, die superieur zijn aan citroenen van het eiland Corfu en andere eilanden. Het hoeft niet altijd over theologie te gaan. Een derde bekende was de chassidische rabbijn Simcha Yair Rosenfeld (1831-1911), die na eerst in diverse andere steden rabbi te zijn geweest in 1890 in Piotrków Trybunalski werd aangesteld en tot zijn dood eenentwintig jaar later hier zou blijven. Hij zou een begenadigd spreker zijn geweest en in nauw contact hebben gestaan met alle rabbi’s in de omgeving. Bij zijn begrafenis waren dan ook tientallen rabbi’s aanwezig om de laatste eer te bewijzen. Een andere chassidische leider was rabbijn Meir Menachem Finkler (overleden 21 mei 1912), die Hebreeuws sprak en de door zijn volgelingen ingezamelde donaties gebruikte om de joodse nederzetting in Eretz Israel te ondersteunen.
In het midden van de negentiende eeuw werd Piotrków Trybunalski de hoofdstad van de provincie Łódź en er werden verschillende administratieve en overheidsstructuren in de stad gebouwd, waaronder een hooggerechtshof, regeringskantoren, een koninklijke bank en een militaire basis. Vervolgens nam het aantal inwoners toe en bloeide de stad op. In deze periode werd de eerste Joodse school geopend, die werd geleid door Adolf Leiberg, die was afgestudeerd aan het Rabbijnse Seminarium in Warschau. Eind die eeuw verrezen de eerste industriële fabrieken in de stad. De meeste fabrieken waren eigendom van Joden, net als de meeste winkels in de stad. Gedurende deze periode bouwde de Joodse gemeenschap een tweede grote synagoge, waar ze baden volgens de Duits-joodse ritus, en richtte een aantal nieuwe liefdadigheidsinstellingen op, waaronder het liefdadigheidsbedrijf Dobroczynność, een wederzijds hulpfonds, de instellingen Bikur Cholim en Leinat Tzedek, die zieke Joden hielpen, de Chevra Kadisha (Joodse begrafenisvereniging), een bejaardentehuis en meer. Ook werd in Piotrków Trybunalski een tak van de Hibat Tzion-beweging opgericht. Begin twintigste eeuw werd een tak van de Bund opgericht. Joden uit Piotrków Trybunalski behoorden tot de eerste leden van de Poolse Socialistische Partij.