10 – PRINCIPALITY OF HUTT RIVER
De Hutt is een rivier in de regio Mid West, een van de negen regio’s van de deelstaat West-Australië. De oorspronkelijke bewoners van het stroomgebied van de rivier Hutt waren de Yamatji Aborigines, die woonden in wat nu de Murchison Region heet, met de Murchison River als op een na langste rivier in West-Australië. Iets ten zuiden daarvan ligt de rivier Hutt, die twintig kilometer ten oosten van de North West Coastal Highway ontspringt, tussen de afgelegen plaatsjes Northampton (1.000 inwoners) en Binnu (58 inwoners). Onderweg wordt de rivier door diverse kreken gevoed. De rivier komt zestig kilometer verder westwaarts in de omgeving van Port Gregory uit in de Indische Oceaan. Twee kilometer boven de riviermonding ligt de Hutt-lagune, die niet met de rivier in verbinding staat. Deze lagune kleurt door de aanwezigheid van zout en de alg Dunaliella salina roze.
François Pelsaert (ca. 1595 – 1630), een Antwerpse koopman van de Vereenigde Oostindische Compagnie , was waarschijnlijk de eerste Europeaan die de rivier Hutt ontdekte. Zijn schip Batavia, op weg van Nederland naar Batavia, was op 4 juni 1629 aan de grond gelopen op een van de 120 mini-eilandjes van de Abrolhos-eilanden. Pelsaert vertrok direct na de schipbreuk met een klein deel van de bemanning in een kleine boot noordwaarts richting Java en beloofde hulp te halen. Hij ging eerst op zoek naar drinkwater en voer op 6 juni 1629 met een reddingssloep de monding van de rivier op. Na zijn vertrek begon onderkoopman Jeronimus Cornelisz (1598-1629), een uit Leeuwarden afkomstige apotheker en onderkoopman van de VOC, met een aantal handlangers een waar schrikbewind op het eilandje waarop ze gestrand waren. Dat eilandje kreeg later de naam Batavia’s Kerkhof, maar wordt tegenwoordig toch vooral Beacon Island genoemd. Het merendeel van de overlevenden wilden zich hier blijvend vestigen en als piraten die schepen enterden hun leven voortzetten. Op het eiland was echter maar ruimte en voedsel voor zo’n veertig personen, wat betekende dat er ongeveer honderdtwintig mensen teveel waren. Een deel stierf al snel een natuurlijke dood, maar velen werden vermoord. Dat gebeurde vaak ’s nachts. Huilende kinderen en vrouwen werden vermoord, al bleven sommige vrouwen in leven als seksslavin. Slechts door toedoen van de soldaat Wiebbe Hayes kon erger worden voorkomen. Nog in 2017 vonden archeologen op Beacon Island de lijken van vijf mannen, keurig naast elkaar dus natuurlijke dood gestorven. Toen Pelsaert in oktober 1629 terugkeerde, werden de voornaamste aanstichters gevangen
genomen en ter dood veroordeeld. Bij Jeronimus Cornelisz werden eerst de beide handen afgehakt voordat hij op 2 oktober 1629, tegelijk met een aantal medemuiters werd opgehangen. Wiebbe Hayes werd later uitgeroepen tot nationale held. Op 16 november 1629 ging Pelsaert bij de terugreis naar Nederland opnieuw aan land bij de Hutt, nu om de muiters Wouter Loos en Jan Pelgrom de Bye hier achter te laten. De rampzalige reis van kapitein Pelsaert en zijn Batavia in uitvoerig beschreven.
Daarna was de streek weer twee eeuwen lang geheel voor de Aboriginals. De eerste Brit die de rivier ontdekte was George Grey (1812-1898), een militair, ontdekkingsreiziger en bestuurder. Hij zou later de elfde premier van Nieuw-Zeeland, tweemaal gouverneur van Nieuw-Zeeland, gouverneur van de Kaapkolonie en gouverneur van Zuid-Australië worden. Nadat zijn schepen op 5 april 1839 waren vergaan, zochten Grey en zijn expeditieleden over land een weg naar Perth. Hij vernoemde de rivier naar zijn vriend William Hutt (1801-1882), een liberale politicus die intensief betrokken was bij de kolonisatie van Australië en Nieuw-Zeeland. Hij was lang voorzitter van de Western Australian Land Company, die in 1840 in Londen was opgericht om zoveel mogelijk Britten te bewegen zich in Australië te vestigen. Zijn broer John Hutt (1795-1880) werd later de tweede gouverneur van West-Australië.
In de zeer dun bevolkte regio Mid-West werd op 21 april 1970 de Principality of Hutt River Province uitgeroepen, maar omdat onvoldoende de soevereiniteit van het land weergaf werd de naam in september 2005 gewijzigd in de Principality of Hutt River, meestal simpelweg aangeduid als Hutt River. De onafhankelijkheid werd uitgeroepen door de graanbroer Leonard George Casley, die zich vanaf dat moment graag liet aanspreken als Prince Leonard I of Hutt River. Zijn echtgenote werd dan Princess Shirley of Hutt River. De micronatie op het platteland van West-Australië, 517 km ten noorden van Perth, heeft een oppervlakte van 75 km2, vergelijkbaar met de grootte van Hong Kong en heeft slechts 26 inwoners. De afscheiding van Australië was het gevolg van een geschil van Leonard Casley met de deelstaatregering over tarweproductiequota. Casley had in de voorgaande jaren onenigheid met de overheid die weigerde zijn graanquota te verhogen. Casley betoogde dat hij zijn bedrijf niet kon voortzette en zijn personeel niet in dienst kon houden omdat hij door de strenge quota te weinig inkomsten had. De twee partijen konden maar niet tot overeenstemming komen, maar de vindingrijke Casley vond een maas in de Australische wet: bij rechtstreekse economische dreiging mocht er zelfbestuur worden uitgeroepen. Casley vond de strenge graanquota een rechtstreekse economische dreiging voor zijn bedrijf en levenszekerheid, riep zijn eigen micronatie uit en scheidde die af van het Gemenebest van Australië. Natuurlijk erkende de Australische overheid deze afscheiding niet, waarna vele rechtszaken volgden tegen de zelfbenoemde ‘koninklijke’ familie. In de loop der jaren was de claim van de Australische belastingdienst tegen Prins Leonard en zijn gemalin opgelopen tot maar liefst 2,6 miljoen dollar. Rechtszaken die tot grote frustratie van de overheid telkens door het koninklijk echtpaar werden gewonnen.
De Casleys hadden in de loop der jaren de Principality of Hutt River uitgebouwd tot een toeristisch curiosum, met een eigen valuta (de Hutt River-dollar), eigen vlag, eigen postzegels en een eigen paspoort. Die postzegels en munten waren al snel een geliefd verzamelobject. Elke bezoekers van Hutt River kreeg voor een bedrag van 250 Hutt River Dollar een paspoort van de micronatie overhandigd. Een paspoort dat buiten Hutt River geen enkele waarde heeft, want het staat op een (verrassend lange) internationale lijst van fantasie-paspoorten. Het prinsdom had echtere in maar liefst dertien landen, waaronder in Duitsland, Frankrijk en de Verenigde Staten, wat ‘een buitenlandse dienst’ werd genoemd, maar in werkelijkheid niet meer behelsde dan een enthousiaste, anarchistische eenling, die een eigen website bijhield. Binnen de Principality woonden slechts 26 personen, namelijk de familie Casley en medewerkers van het bedrijf en hun familieleden, maar toch had Hutt River volgens de eigen ‘officiële’ gegevens een bevolking van 20.000 inwoners. Die bewoners van buiten de landgrenzen hadden die nationaliteit gekocht, waarschijnlijk ‘just for fun’ want echte voordelen zullen er niet aan verbonden zijn geweest. De hoofdstad en ook de enige woonplaats van Hutt River was de Conglomeratie van Nain. Het zou een verwijzing kunnen zijn naar de Bijbelse stad Naïn, gelegen in Galilea, waar Jezus de gestorven enige zoon van een weduwe weer tot leven wekte. Een dergelijke symboliek leek meneer Casley wel toevertrouwd. Het belangrijkste gebouw hier was het overheidsgebouw dat ook dienstdoet als postkantoor en toeristenbureau, die door prinses-gemalin Shirley Casley werden beheerd. Daarnaast was er ook een koninklijk paleis, waarover de cynische opmerking werd gemaakt dat ‘het voorheen een oude boerderij was en er trouwens ook uitziet als een oude boerderij’. Hutt River had een kabinet met een puur ceremoniële functie, want eerst prins Leonard I en later zijn opvolger Graeme I hadden de absolute macht over het prinsdom. De economie bestond uit de export van bloemen en agrarische producten, met daarnaast de opbrengst uit de toeristische activiteiten (paspoorten, verkoop van nationaliteiten, visa, postzegels en valutahandel). Er was ook een volkslied, genaamd God bless the Prince of Hutt River Province, waarvan jarenlang werd gedacht dat zowel tekst als muziek van de hand waren van Jon English (1949-2016), een vooraanstaand Australische zanger-songwriter en acteur, maar waarvan het prinsdom tot haar schande
later moest erkennen dat Keith Kerwin, gitarist van The Foster Brothers, de begeleidingsband van Jon English begin tachtiger jaren, de ‘anthem’ in 1984 ad geschreven. Het nummer werd wel door English enige malen bij officiële gelegenheden van het prinsdom ten gehore gebracht. Best wel een aardig rocknummer, dat nationale volkslied van Hutt River. Op het grondgebied stond ook een uit hout gebeeldhouwd beeld van Prince Leonard I, want een beetje absolute vorst moet ook wat aan zelfverheerlijking doen.
In 2017 volgde na de abdicatie van Prins Leonard I zijn jongste zoon hem op als Graeme I van Hutt River. Hij zou het tweede en laatste staatshoofd van de micronatie zijn, want op maandag 3 augustus 2020 hield de micronatie op te bestaan en werd afgekondigd dat Hutt River zich vanwege de ‘harde tijden’ weer zou aansluiten bij het Gemenebest van Australië. Vanwege de covid-pandemie had Hutt River namelijk in januari 2020 haar grenzen voor toeristen moeten sluiten, zodat de belangrijkste inkomstenbron stil viel. Het was nu Graeme Casley onmogelijk te voldoen aan de enorm opgelopen belastingschuld. Zijn vader had die belastingschuld in 1977 gepareerd met een oorlogsverklaring aan de staat Australië, vanwege de naar zijn idee vijandelijkheden van premier Malcolm Fraser. Toen hij in korte tijd geconfronteerd werd met drie rechtszaken, verklaarde hij: ‘I said to the cabinet in here one day, ‘we’ve got to do something about Malcolm Fraser, he’s waging a state of cold war against us, let’s make it a real war’. De Royal Hutt River Defence Force werd pas elf jaar later opgericht, maar was natuurlijk niet meer dan een stuk papier. Graeme Casley achtte het in 2020 verstandiger de micronatie op te heffen en veel grond te verkopen om de belastingschuld te voldoen. Hutt River hield op te bestaan, maar had in de tussentijd in Australië wel anderen geïnspireerd om een micronatie uit te roepen, zoals de nog steeds bestaande Empire of Atlantium de Principality of Snake Hill en de Murrawarri Republic.
