DE VÉLOCIPEDRAISIAVAPORIANNA
De geschiedenis van de fiets en het wielrennen – 9
Door de Frans-Pruisische Oorlog (1870-1871) was de verdere productie van de fietsen van Pierre Michaux tot stilstand gekomen, maar het familiebedrijf Michaux bleef actief op ontwikkeling van persoonlijk vervoer. In 1888 vroegen Pierre Michaux en Louis-Guillaume Perraux patent aan op een stoommotorfiets. Al vanaf 1869 hadden beiden gewerkt aan verschillende prototypes. Louis-Guillaume Perreaux (Almenêches, 19 februari 1816 – 5 april 1889) was een Franse uitvinder, die op twaalfjarige leeftijd al een wandelstokgeweer (een soort wandelstok met een verborgen pistool) uitvond. Blijkbaar viel dat niet bij iedereen in goed aarde, want hij werd daarna naar het seminarie gestuurd. In 1836 kreeg hij een studiebeurs voor de l’École des arts et métiers in Châlons-sur-Marne. Vervolgens verhuisde hij naar Parijs, waar hij een reeks uitvindingen patenteerde, waaronder een meerkamergeweer, een slotmechanisme, een cirkelzaag en wetenschappelijke instrumenten. Perreaux experimenteerde ook met een kleine stoommachine in een fietsframe en droeg zo bij aan de uitvinding van de eerste motorfiets. Hij patenteerde dit ontwerp op 16 maart 1869 en bleef zijn uitvinding verbeteren tot 1885. Het ontwerp bestond uit een met messing beklede eencilinderstoommachine met een alcoholbrander onder het zadel van een Michaux vélocipède. De aandrijving gebeurde door dubbele riemen en het voertuig kon een snelheid halen van ongeveer 14 km/u. De originele machine is te zien in het Musée de l’Île-de-France in het Château de Sceaux. Tegen de tijd dat Perreaux en de Michaux-fabriek patent aanvroegen voor hun motorfiets, had echter in Duitsland Gottlieb Daimler zijn Einspur al gebouwd die met een viertaktmotor was uitgerust, de eerste motorfiets met benzinemotor.
Deze serie van blogs gaat echter niet over de uitvinding van de motorfiets, maar de ontwikkeling van de fiets. Het is echter grappig te lezen dat al in 12818, amper een jaar nadat Karl von Drais zijn primitieve loopfiets presenteerde, bij een Franse tekenaar de fantasie geheel op hol sloeg. De onbekende tekenaar in een tijdschrift een cartoon met het onderschrift ‘Waarvan het eerste experiment op zondag 5 april 1818 heeft plaatsgevonden in de Jardin de Luxemburg’. Van de originele en niet bijster fraaie tekening werd later veelvuldig een mooie kleurentekening geproduceerd. Het stoom-aangedreven gevaarte kreeg de fantastische naam Vélocipèdraisiavaporianna, wat een samenvoeging was van vélocipède, draisine, vapeur (stoom) en Marianne (het symbool voor Frankrijk). De ketel zou van buitenaf moeten worden gestookt, waardoor de actieradius zeer beperkt zou zijn. Bovendien ontbreken uitgebreide bedieningselementen om de snelheid te regelen en is het aandrijfsysteem verborgen omdat beide wielen in rook gehuld zijn. Natuurlijk heeft een dergelijke machine nooit bestaan, maar het is wel opvallend dat op het moment dat de tweede fase van de ontwikkeling van de fiets, namelijk van loopfiets naar trapfiets, anderen al dachten aan de nog verdergaande ontwikkeling van stoomfiets (wat later via een benzinefiets gerealiseerd zou worden.

