CIMON EN PERO – 15
De Duitse schilder en architect Januarius Zick (München, 6 februari 1730 – Ehrenbreitstein, 14 november 1797) had zich in 1760 gevestigd in Ehrenbreitstein, dat aan de voet lag van een heuvel aan de Rijn, tegenover Koblenz en de monding van de Moezel. Een pittoreske stad en daarom ook populair bij kunstenaars. Ook een strategische plaats war al voor de christelijke jaartelling de eerste militaire versterkingen op de strategisch gelegen heuvel werden gebouwd. Rond het jaar 1000 liet een zekere Ehrenbert op de heuvel een kasteel bouwen, die later werd bestuurd door de aartsbisschop van Trier. Het kasteel werd later uitgebouwd tot een fort. De aartsbisschoppen van Trier, en belangrijke opdrachtgever van Januarius Zick, bewaarden hier van 1657 tot 1794, met onderbrekingen, de Heilige Tuniek, het kleed dat Jezus zou hebben gedragen voordat hij gekruisigd werd. Na de Franse Revolutie (1789) probeerden de Fransen herhaaldelijk de stad Koblenz en Fort Ehrenbreitstein te veroveren. Het zorgde voor veel onrust. De keurvorst van Trier vluchtte in 1792 en 1794 al een tijd de stad. Ook voor Zick was het een moeilijke tijd, die hem ernstig belemmerde in zijn werkzaamheden, de belegering van het hoger gelegen fort betekende dat de manschappen van de aanvallende partij het aan de voet gelegen plaatsje in bezit hielden. In deze moeilijk periode schilderde Zick voor de tweede maal Cimon en Pero, het schilderij bevindt zich nu in de privécollectie van een onbekende Duitse verzamelaar. Zick overleed in 1797 op 67-jarige leeftijd en liet een verzameling onverkochte schilderijen achter voor zijn echtgenote, waaronder waarschijnlijk deze ‘Cimon und Pero’. In 1799 wisten de Fransen, na een belegering van ruim een jaar, eindelijk het fort te veroveren. In 1802 werd bij de Vrede van Lunéville bepaalt dat de linker-Rijnoever in Frans bezit kwam en dat zij zich zouden terugtrekken van de linker-Rijnoever, dus uit Fort Ehrenbreitstein. Voordat ze vertrokken, ontmantelde ze echter het fort compleet.

