HET SPROOKJE VAN DE TWAALF MAANDEN

Josef WenzigHet is vandaag een schrikkeldag, de zestigste dag in een schrikkeljaar. Die dag werd in 46 v.Chr. ingevoerd door Julius Caesar bij de hervorming van de kalender. In de oude Romeinse kalender had men maanden van 29 dagen, waardoor een jaar maar 355 dagen telde. Om de maanden nu te laten aansluiten op de seizoenen moest om de twee jaar een schrikkelmaand worden ingevoerd door de pontifex maximus. Julius Caesar had dit echter steeds nagelaten, zodat de kalender op een moment maar liefst tachtig dagen achterliep op de seizoenen. Bij de kalenderhervorming werkte hij in één klap de hele achterstand weg door eenmalig drie schrikkelmaanden in te voeren. Door de invoering van de juliaanse kalender werden de schrikkelmaanden afgeschaft en werden de 29 dagen van de tweejaarlijkse schrikkelmaand verdeeld over de maanden, waardoor de maanden april, juni, september en november 30 dagen kregen en de maanden januari, maart, mei, juli, augustus, oktober en december 31 dagen gingen tellen. De maand februari behield 28 dagen, terwijl die ook makkelijk naar 30 dagen kon worden gebracht door twee van de andere maanden hun 31ste dag te ontnemen. Dat heeft men om onduidelijke redenen nagelaten. In elk geval had men nu een jaar van 365 dagen, wat mooi synchroon aan de seizoenen liep.

Er bleef wel een klein probleempje bestaan. De aarde deed er volgens de toenmalige berekening namelijk 365 dagen en 6 uur over om rond de zon te draaien ofwel een jaar kende 365,25 dagen. Elk kalenderjaar duurde dus zes uur korte dan het zogenaamde zonnejaar. Dat kon opgelost worden door om de vier jaar een schrikkeldag in te voeren, zodat over de periode van vier jaar de gezamenlijke kalenderjaren gelijk waren aan de vier zonnejaren. Helaas bleek later dat de berekening niet helemaal klopte, want herberekeningen door de Napolitaanse arts en filosoof Aloisius Lilius (1510-1576) gaven aan dat een jaar 365,2425 dagen telde. Dat lijkt miniem, maar in de zestiende eeuw was hierdoor het schil tussen zonnejaren en kalenderjaren opgelopen tot tien dagen. In 1580 besloot paus Gregorius XIII de berekeningen van Lilius over de nemen. In 1580 liet hij daartoe eerst de Vaticaanse Sterrenwacht bouwen, een van de eerste astronomische instituten ter wereld. In 1582 vaardigde hij de bul Inter gravissimas uit het besluit het verschil in één keer goed te maken. Van 4 oktober 1582 ging men gelijk over naar 15 oktober 1582. De gregoriaanse kalender werd in alle katholieke landen vrijwel meteen ingevoerd, waardoor met de bijbehorende tabellen ook direct was gezorgd dat overal Pasen op dezelfde dag werd gevierd. De Paasberekening was namelijk een probleem dat de christelijke wpraalgraf Gregorius XIII St Pieterbasiliek Romeereld al sinds het Eerste Concilie van Nicea (325) verdeelde. In dec protestantse landen volgden het overnemen van de gregoriaanse kalender pas later. In de Republiek der Nederlanden pas in 1700.

Graftombe van Gregorius XIII in de St. Pieterbasiliek in Rome, met verwijzing naar de invoering van de gregoriaanse kalender

Onderdeel van de gregoriaanse kalender was ook te voorkomen dat er opnieuw een groot verschil in dagen met de zonnejaren zou ontstaan. Om dat te voorkomen werd een schrikkeldag ingevoerd in die jaren waarin het jaartal deelbaar is door vier, behalve als het jaartal wel deelbaar is door 100 maar niet door 400. Dat betekent dat bijvoorbeeld 1600, 2000 en 2400 schrikkeljaren zijn, maar 1700, 1800, 1900, 2100, 2200 en 2300 niet. De naam schrikkeljaar is overigens ontleend aan het middeleeuwse woord scricken, wat zoveel betekent als ‘lopen met grote passen’. In Engelstalige landen wordt de dag ook wel leap day (sprongdag) genoemd.

Voor mensen die ooit op een schrikkeldag zijn geboren (zo’n 11.000 personen) is de schrikkeldag dus goed nieuws. Eindelijk je verjaardag vieren op de echte geboortedag in plaats van een dag eerder of een dag later. Er schijnt een Nederlandse Schrikkeltweelingenclub te bestaan, die ieder jaar met ongeveer dertig schrikkeltweelingen uit Nederland, België en Duitsland samenkomt. Ook voor werkgevers is een schrikkeldag goed nieuws, want die dag is niet verwerkt in dec maandlonen, zodat ze niets extra’s hoeven te betalen voor de dag extra die de werknemers werken. Voor Nederlandse gezinnen berekenden het NIBUD dat de extra dag zorgen voor meer uitgaven. In2008 was dat ongeveer 15 euro per gezin en op landelijk niveau ongeveer 17 miljoen euro. Ook de middenstand heeft dus voordeel van de extra dag.

Westslawischer-MärchenschatzDe Oostenrijks-Hongaarse librettist en schrijver Josef Wenzig (Praag, 18 januari 1807 – Turnov, 28 augustus 1876) beijverde zich zijn leven lang voor de gelijkstelling van de Tsjechische en Duitse taal. Hij vertaalde een groot aantal Tsjechische en Slowaakse liederen, gedichten, sagen en sprookjes in het Duits. Het bekendste daarvan is het Slowaakse sprookje Das Märchen von den zwölf Monaten, dat vele malen werd verfilmd. Hieronder een recente verfilming (2019) voor de TV van het Duitse ARD, met Nederlandse nasynchronisatie. Een verzameling van 44 sprookjes-sagen en 114 volksliedjes verscheen in 1857 bij een uitgeverij in Leipzig onder de naam Westslawischer Märchenschatz. Het sprookje van de Twaalf Maanden had Wenzig vertaald van en verhaal van de Tsjechische schrijfster-dichteres Božena Němcová (Alservorstadt, 4 februari 1820 – Praag, 21 januari 1862), waarvan in deze versie een moeder haar eigen dochter vreselijk verwent, maar haar stiefdochter slecht behandelt. Ze stuurt dat meisje in de ijzig koude maand januari drie keer het bos in om te zoeken naar een bosje viooltjes, een handvol aardbeien en een paar appels. De twaalf maanden, een stel jonge en oude mannen met magische krachten, helpen echter het meisje. Op het eind van het verhaal blijven de boze stiefmoeder en haar dochter met lege handen achter.

Het verhaal in de moderne verfilmde versie van Het sprookje van de twaalf maanden is als volgt: Koningin Klara heeft magische krachten waarmee ze de klok van het jaar van de ene maand naar de andere kan veranderen. Ze regeert dus niet alleen over haar koninkrijk, maar ook over de seizoenen. De laatste tijd hebben de inwoners gemerkt dat de koningin zwakker wordt. Ze vrezen dat ze hierdoor haar magische krachten zal verliezen en dat ze de seizoensklok niet meer zal kunnen aanpassen. De vrouw Maart, haar vriendin September, de ijdele Juni en de andere maanden vermoeden dat de IJzige Prins achter de hele zaak zit. En ze hebben gelijk, want de Prins probeert, verkleed als de monnik Martin, samen met Februari (die tijdens zijn maand bij de koningin in het kasteel woont) ervoor te zorgen dat Koningin Klara de seizoensklok op 29 februari niet op maart kan zetten en het dus altijd februari blijft: donker, ijzig en onvriendelijk.  Eens in de vier jaar doet dit probleem zich voor. Samen slagen de andere maanden erin om in hun oude magische boek het recept voor een wonderdrankje te vinden dat de koningin kan genezen. Maar alleen mensen kunnen de puzzel oplossen en de bijbehorende ingrediënten vinden. Als elk deel van de puzzel is opgelost, kunnen de bijbehorende maanden helpen, maar alleen dan. Dus worden het eiermeisje Luise en de kok Valentin door de koningin gestuurd om de ingrediënten te vinden. Ze rennen hoopvol weg en vinden de voorwerpen waarnaar ze op zoek zijn, hoewel de IJzige Prins hun taak moeilijker maakt en zelfs probeert te voorkomen. Valentin en Luise vinden daadwerkelijk de eerste drie ingrediënten: viooltjes, aardbeien en een appel. Maar ze moeten nog steeds het vierde onderdeel bijdragen, de laatste sneeuwvlokken van Februari. Alles dreigt alsnog te mislukken vanwege die laatste februarisneeuw, want Februari weigert mee te werken. Pas als de koningin en de elf andere maanden hem verzekeren dat Februari voor hen geen onbeminde maand is, maar er eerder een onmisbaar deel van is zodat ze samen een eenheid vormen, verbreekt Februari zijn banden met de invloed van de IJzige Prins en ziet af van het sneeuwen. De koningin neemt het volledige drankje en herstelt merkbaar. Dit zorgt ervoor dat de macht van de IJzige Prins afneemt en hij smelt weg. De seizoensklok, die vooruit is gezet in de tijd, luidt nu de lente in en de vrouw Maart neemt het regentschap voor de volgende maand over, wat door de onderdanen van de koningin vrolijk wordt gevierd met een festival. Het sprookje heeft uiteindelijk een zeer alledaagse boodschap: de natuur is een zeer complex en fragiel systeem, waarmee we heel voorzichtig moeten omgaan. Alles is heel mooi op elkaar afgestemd en het systeem functioneert alleen in die onderlinge samenhang.

Dit item was geplaatst door Muis.