14 – ACHZIVLAND

Achzivland IsraelVan de zesde tot vierde eeuw voor Christus was Az-Zeeb een Kanaänitische stadje aan de kust van Fenicië. De Feniciërs ontwikkelden de haven van Az-Zeeb, die een belangrijke basis was voor hun maritieme commerciële reizen. Ze verfijnden hier ook de glasindustrie en creëerden geweven stoffen die paars gekleurd waren met een kleurstof geproduceerd uit de Middellandse Zeeslak. Vele van deze glaswerken bevinden zich in het Hecht Museum van de Universiteit van Haifa. In de tijd van de Kruisvaarders werd het tot een gefortificeerde stad werd omgebouwd en heette toen Casale Umberti, naar de ridder Hubert van Pacy, die het in bezit kreeg van de kruisvaarderskoning Boudewijn I nadat die in 1104 bij de Slag om Akko deze stad en omliggende gebied met buitensporig geweld had veroverd. De Mammelukse legeraanvoerder Baibars veroverde het plaatsje in 1271 in zijn veldtocht tegen de Syrische kruisvaardersburchten Chastel Blanc en Krak des Chevaliers, de laatste christelijke bolwerken. Hij zou vanaf 1273 tot zijn dood in 1277 sultan van Egypte en Syrië zijn. Az-Zeeb werd een behoorlijk onbeduidend Palestijns vissersdorpje. De meeste ruïnes die vandaag de dag zichtbaar zijn, zijn de overblijfselen van het oude dorp en het kruisvaardersfort dat hier lag.

Achzivland Israel 3Tijdens de Arabisch-Israëlische Oorlog van 1948 veroverde het Joodse leger Az-Zeeb, verdreef de bevolking naar Akko en Libanon en vernietigde het dorp. De inwoners van Az-Zeeb voegden zich bij de andere slachtoffers van de Nakba (‘De ramp’), de in de Arabische wereld gebruikelijke aanduiding voor de periode 1947-1949 in het toenmalige Mandaatgebied Palestina. In deze periode werden ongeveer vijfhonderd Palestijnse dorpen, inclusief een honderdtal bedoeïenendorpen, verwoest, vonden massaslachtingen plaats en werden meer dan 750.000 Palestijnen verdreven uit het door Israël veroverde gebied. Op de ruïnes van het dorp bouwde Israël de nieuwe nederzetting Achzib. Een Israëlische website schreef over deze verovering en vernietiging: ‘Tijdens de periode van het Britse mandaat waren er twee bruggen over de Kziv-stroom, nabij het dorp Az-Zib. Tijdens de ‘Nacht van de Bruggen’, de nacht van 16 op 17 juni 1946, ging een Palmah-eenheid op pad om de weg- en spoorbruggen op te blazen om de beweging van het Britse leger te saboteren. De Britten ontdekten de strijdmacht voordat deze hun doel bereikte, en daarom lag er een aaAchzivland Israel 2nval onder vuur. Tijdens de aanval werden Yehiam Weitz, de commandant van de operatie, en nog eens 13 strijders gedood. Daarna werden de gewonden naar kibboets Matzuva gebracht, terwijl de anderen zich verspreidden voordat de Britten naar hen begonnen te zoeken. Kort daarna werd het noodzakelijk om ook de gewonden uit de kibboets te verwijderen, uit angst dat ze gepakt zouden worden, en werden ze overgebracht naar Hanita, waar ze zich verstopten in de Laddergrot. Het monument voor de veertien gesneuvelde verzetsstrijders bevindt zich ten noorden van de Kziv-stroom en ten oosten van weg 4 (tussen de markeringen voor kilometer 245 en kilometer 246), in het Akhziv Nationaal Park, maar buiten de hekken. Aan het bezoek aan het monument zijn geen kosten verbonden.’  Geen woord over het lot van de Palestijnse bevolking, net zoals Israël zich gedraagt of die hele Nakba nooit heeft plaatsgevonden.

Bij het dorp Achzib werd later door Israëli het Nationaal Park Achzib aangelegd, waarvan een groot deel van het kleine stadje nu deel uitmaakt. Achzib ligt tussen de Libanese grens en Nahariya, de noordelijkste kuststad van Israël (ongeveer 50.000 inwoners), gelegen aan de Middellandse Zee ten noorden van Akko en Haifa. De toeristische badplaats Nahariya werd in 1934 gesticht door uit Duitsland gevluchte Joden, waardoor de stad een behoorlijk Europees karakter heeft. Omdat de grens slechts vijf kilometer van de grens afligt, was Nahariya in het verleden vaak doelwit van aanvallen vanuit Libanon.

Vanaf 1948 wilde Israël een militaire basis vestigen bij Achzib, op de ruïnes van het Palestijnse vissersdorpje. In 1952 hadden echter Eli Avivi en zijn echtgenote Rina Avivi zich op die ruïnes gevestigd. Zij verzetten zich heftig tegen deze plannen van de overheid omdat ze de resten van de oude gefortificeerde stad wilden bewaren. Uiteindelijk ging men er schoorvoetend mee akkoord dat het echtpaar daar bleef wonen, onder de voorwaarde dat Eli als undercoveragent ging werken voor de Israëlische veiligheidsdienst Shin Bet. Toen de Israëlische regering in 1963 begon met de aanleg van het nationale park, kwam het leger aanrukken met bulldozers om de ruïnes van het oude stadje met de grond gelijk maken. Het echtpaar Avivi zag dit als omgevings- en historisch vandalisme en verzette zich ertegen. Een tijdlang accepteerde de regering deze situatie, maar in 1971 bouwde Israël een muur om het piepkleine stukje grond waarin het echtpaar leefde, waardoor ze geen vrije doorgang meer hadden naar de zee. Eli en Rina Avivi verklaarden hun grondgebied in 1972 tot een onafhankelijke staat, met de naam Achzivland. De plaats werd door het organiseren van een rockfestival al snel een vrijplaats voor hippies en mocht zich ook verheugen in het bezoek van beroemdheden, onder meer Sofia Loren. In het voormalige huis van het Arabische dorpshoofd werd een ‘Nationaal Museum’ gevestigd, waar archeologische voorwerpen die op de site waren opgegraven tentoon werden gesteld. Door Eli’s inspanningen bleven de restanten van het oude stadje Az-Zeeb behouden. Israël erkende natuurlijk nooit de wettelijker staat van Achzivland maar liet dat op zijn beloop, omdat het bestaan van de micronatie Achzivland gunstig was voor het toerisme in deze uithoek van het land.

Eli AviviIn 2015 bezocht een journalist BBC News ‘Israel’s hippy micro-state’ en schreef hierover onder meer: ‘Grote blauwe ijzeren hekken met witgeschilderde borden markeren de grens, maar er is geen toegangsprocedure: bezoekers komen gewoon binnen en gaan dan op zoek naar de president. Dit is Achzivland, misschien wel het meest ongewone stuk grondgebied in het Midden-Oosten. Het heeft de kenmerken van een staat: een vlag (van een zeemeermin), een volkslied (het geluid van de zee) en een grondwet waarin wordt verklaard dat de president democratisch is gekozen door zijn eigen stem (die nooit daadwerkelijk is uitgebracht). Achzivland heeft ook een parlementsgebouw – een houten constructie met sierkussens rond een tafel – hoewel het geen parlementsleden heeft en nooit zittingen heeft gehouden. Het geeft ook zijn eigen paspoort uit (en stempelt het af), waarin wordt gevraagd dat dragers “vrijelijk en ongehinderd kunnen passeren”, waar ze ook mogen reizen.

Gelegen in een schilderachtig landschap, en met een geschiedenis die teruggaat tot de Feniciërs, wordt Achzivland geregeerd door de oudste bewoner, Eli Avivi, en zijn toegewijde First Lady, Rina, sinds het echtpaar zich in 1971 van Israël ‘afscheidde’. Naast de noodlijdende sultan van Oman is ‘president Avivi’ de langst dienende heerser in de regio. Hij heeft verschillende pogingen van een van de machtigste landen in het Midden-Oosten om hem te verdrijven overleefd. Het is niet verrassend dat Israël Achzivland nooit heeft erkend. Maar de kleine ‘staat’ heeft standgehouden, met een lef die zijn omvang ver te boven gaat.

Rina Avivi in the sixtiesDe nu 85-jarige Eli is zwak, slechthorend en traag, maar met piekerig wit haar, kenmerkende kaftan en een herdersstaf is hij een figuur die past bij zijn legendarische reputatie. Rustend buiten zijn ‘paleis’ – een kleine houten hut, aangewakkerd door de koele zeebries – kijkt Eli uit over het land waar hij sinds het begin van de jaren vijftig heeft gewoond en gevochten. ‘Ik ben de president van een heel klein land’, zegt hij met een schorre en zwakke stem, ‘maar ik heb veel problemen met de Israëlische regering. Ze wilden niet dat ik hier woonde en deden er alles aan om me weg van hier. Het was als een soort oorlog tussen de regering en mij!”

Geboren in Perzië, arriveerde hij op tweejarige leeftijd in het toenmalige Britse Mandaat PEli Avivi in the seventiesalestina, waar hij door zijn vader werd meegenomen op een reis die zijn levenslange liefde voor de zee begon. Als jongere werd hij talloze keren betrapt en losgelaten terwijl hij sabotagedaden uitvoerde tegen Britse troepen. Vervolgens sloot hij zich op 15-jarige leeftijd aan bij de Palyam – de ‘ondergrondse’ Joodse marine – en hielp hij Joodse vluchtelingen het land binnen te smokkelen, voordat hij tegen de Britse en vervolgens Arabische strijdkrachten vocht tijdens de Israëlische Onafhankelijkheidsoorlog van 1948-49. Na de oprichting van de Israëlische staat keerde hij als visser terug naar zee en werkte op boten van Afrika naar Scandinavië, waaronder een jaar “als Israëliër die bij Eskimo’s woonde” in Groenland.

Maar toen, in 1952, tijdens een reis om zijn zus te bezoeken, kwam Eli Achziv tegen. HEli Avivi in the sixtieset was een voormalig Arabisch vissersdorpje dat in het Arabisch bekend stond als al-Zib. De inwoners vluchtten en vestigden zich in het nabijgelegen Akko of Libanon, toen het in 1948 door het Joodse leger werd veroverd. Eli vond het verlaten dorp verlaten – en na zijn jaren van rondzwerven besloot hij te blijven. Hij ving vis, die hij verkocht aan de plaatselijke kibboets, en bouwde een huis voor zichzelf. Achziv was een oase van rust en begon jonge mensen aan te trekken die met Eli kwamen rondhangen. Naast het vissen en jagen op antiquiteiten, begon Eli met fotografie (waardoor hij een voorliefde ontwikkelde voor meisjes die halfnaakt of naakt poseren) – een tijdverdrijf waarvoor hij meer dan een miljoen foto’s verzamelde, die nu zijn opgeslagen in een pakhuis in Achzivland.

Het was een idyllisch bestaan. Maar het duurde niet lang voordat het Israëlische leger zei dat heSophia Loren in Achzivland 1966t het land als militaire basis wilde hebben, en Eli’s problemen met de autoriteiten begonnen. Hij had een huurcontract voor slechts twee gebouwen, dus schreef hij een brief aan premier David Ben-Gurion, die in zijn antwoord zijn steun betuigde, tot grote ergernis van het leger. Volgens Rina stemde het leger ermee in hem te laten blijven, op voorwaarde dat hij werkte als undercoveragent voor de Shin Bet, de binnenlandse inlichtingendienst van Israël – wat hij volgens haar deed. Eli had de eerste ronde gewonnen, maar grotere gevechten lagen in het verschiet. Om de eindjes aan elkaar te knopen, begon Eli onderdak te verhuren en met zijn vrije en gemakkelijke ethos werd Achziv een toevluchtsoord voor hippies – een Israëlische Haight-Ashbury – waar jonge mensen ronddwaalden, hun kleren uitdeden, muziek speelden, drugs rookten en feesten. “Mensen kwamen om naar de zee te kijken, om van de zon te genieten zonder badkleding, de meesten rookten weed.

Het was een plek waar je je vrij voelde, dit was het idee”, zegt Shlomo Abramovitch, een voormalig onderzoeksjournalist in het gebied. “Eli Avivi was een soort unieke persoonlijkheid. Hij was erg vriendelijk en een beetje een legende onder de Israëli’s.” Achziv was ook een magneet voor beroemdheden, waaronder Hollywood A-listers. Paul Newman hing daar rond tijdens het filmen van Exodus in 1960, en Sophia Loren was een frequente bezoeker. “Toen ze de plek zag, was ze er helemaal weg van”, herinnert Rina zich. “Ik was een tiener en zij was een van mijn idolen – en ze leerde me hier spaghetti koken!”

Ondertussen, toen de Israëlische staat zich vestigde en de bouwprogramma’s zich uitbreidden, verklaarde de regering haar voornemen om van Achziv een nationaal park te maken. Op een dag in 1963 stuurde het bulldozers om de overblijfselen van het oude dorp te slopen – inclusief het land rond Eli’s huis – met de bedoeling het te vervangen door graszoden. Voor Eli was dit een moedwillige daad van historisch en milieuvandalisme. Terwijl een woedende Eli Avivi op een muur stond om foto’s te maken van de verwoesting, sloeg een bulldozer het neer, waardoor hij verschillende gebroken botten moest verzorgen, zegt hij. De laatste druppel kwam in de zomer van 1971 toen ambtenaren een hek om Eli’s afgenomen land plaatsten, waardoor hij de toegang tot het strand afsloot.

Op een beslissend moment in de geboorte van hun natie scheurden Eli en Rina hun Israëlische paspoorten en verklaarden Achziv onafhankelijk – waarna ze werden gearresteerd en voor de rechter gedaagd. Volgens Rina heeft de rechter de aanklacht wegens “het creëren van een land zonder toestemming” afgewezen, maar het echtpaar een boete van één lira opgelegd voor het vernietigen van hun paspoorten, en hun vrijlating bevolen.

De zaaMoskee van Al=Zeebk van de afgescheiden hippiestaat begon de aandacht van de media te trekken, en dit bood Eli een kans. In zijn nieuwe hoedanigheid van president belegde hij een persconferentie en leidde hij tientallen vredesactivisten tijdens een sit-in. “Dit nationale park past misschien wel bij Tel Aviv, maar niet bij Tel Achziv”, zei president Avivi tegen tv-ploegen. De regionale raad had een sloopbevel uitgevaardigd om het parlementsgebouw te vernietigen, zei hij. Daarna benoemde hij prompt alle demonstranten tot Achziv-parlementsleden en droeg hen op om een campagne te beginnen. “We deden het voor de publiciteit, omdat de regeringsterker was dan wij”, herinnert Rina zich. “De media begonnen er veel over te schrijven, en de mensen begonnen het te geloven, en zolang ze dat deden, was de kans groter dat de regering ons met rust zou laten.”

In feite was dit niet de eerste keer dat Eli en Rina de krantenkoppen haalden – slechts enkele maanden eerder waren ze het middelpunt geweest van een grensoverschrijdende ontvoerAkhzivland woningingspoging. In de nacht van 1 januari 1971 kwamen zes Palestijnse schutters per boot vanuit Libanon, slechts vijf kilometer verderop, en landden op het strand van Achziv. Volgens Rina heeft de bemanning de kustwacht voor de gek gehouden door hen voorbij te laten, door te zeggen dat het vissers waren die Eli Avivi gingen bezoeken. Een van de schutters kwam het huis binnen, maar Rina hield hem onder schot tegen en hij liet zijn wapen en een zak met granaten vallen. “Hij verwachtte Eli te vinden en schrok toen hij in plaats daarvan een mooie, blonde vrouw met een pistool zag”, zegt ze. Binnen enkele minuten arriveerde het leger en sloot alle wegen in de wijde omtrek af. Nog twee schutters werden bij de boot opgepakt, terwijl de andere drie landinwaarts wAkhzivland Museumerden gevangengenomen. “Mensen zagen duizend troepen hierheen trekken, maar omdat het leger een media-black-out oplegde, wisten ze niet waarom en het gerucht begon zich te verspreiden dat Israël oorlog had gevoerd met Achzivland!” lacht Rina. De infiltranten, die tot Fatah behoorden, waren van plan Eli te ontvoeren, zegt ze, en hem naar Libanon te brengen. Toen de black-out werd opgeheven, berichtte een tabloidkrant over het incident onder de kop: “Terroristen wilden Israëls nummer één naaktfotograaf ontvoeren!”

Het incident versterkte de reputatie van Eli Avivi en droeg bij aan een levensverhaal waarin feit en fictie snel moeilijk van elkaar te scheiden waren. Israëli’s stroomden van heinde en verre toe om Achzivland te ervaren, tot grote ergernis van de autoriteiten, die genoeg hadden van de uitdagende hippiekoning. Als teken van de populariteit van het afgescheiden land, toen Achzivland in 1972 besloot een rockfestival te organiseren – “zoals Woodstock”, zegt Rina – stonden er files over een afstand van 94 kilometer. “Heel Israël kwam naar dit festival. We verloren de controle. Iedereen stormde naar binnen, als een kudde”, herinnert MAkhzivland Museum 2eir Kotler, de producer van het festival, zich in de documentaire Achziv, a Place for Love uit 2009.

In de tussentijd ging Eli Avivi door met het opbouwen van zijn staat, door gasten te laten helpen met klusjes. Achzivland was “het enige land ter wereld dat zijn hippiebewoners aan productief en nuttig werk wijdt”, zegt hij. Eli richtte ook een indrukwekkend ‘nationaal museum’ op in het voormalige huis van het Arabische dorpshoofd, waar duizenden artefacten werden tentoongesteld die hij tijdens duiken en opgravingen had gevonden – van ossuaria [een container voor menselijke botten] tot sieraden en roestende nautische instrumenten. Volgens de wet behoren veel van de voorwerpen toe aan de Israel Antiquities Authority, die ze als bruikleen beschouwt, ook al erkent zij het museum niet officieel. “Het archeologisch bureau is het enige overheidskantoor waar we geen problemen mee hebben”, zegt Rina.

In de jaren die volgden vond er een langdurige juridische strijd plaats tussen Eli, de regionale raad, het Landbeheer en de Natuur- en Parkautoriteit, maar de autoriteiten kregen geleidelijk hun zin. Het grootste deel van Achziv werd opgenomen in het nationale park en het werd Eli verboden festivals te houden in Achzivland. Hij houdt echter vol dat hij verkeerd is begrepen en dat hij nooit anti-Israël is geweest. ‘Ik houd van Israël, maar niet van de regering, omdat ze nooit begrepen waarom ik hierheen kwam’, zegt hij. “Ze vonden het niet leuk dat ik een klein land maakte. Ze denken dat het iets tegen Israël is, maar dat is niet waar.” Volgens één rapport kondigde president Avivi tijdens een demonstratie van patriottisme in 1978, toen Israël een groot offensief lanceerde tegen Palestijnse militanten in Zuid-Libanon, aan dat hij “mijn luchtruim had geopend voor Israëlische vliegtuigen om over Achzivland te vliegen op weg naar Fatahland”.

Tegenwoordig, zegt hij, laten de autoriteiten hem vooral met rust. “Ik ben nu sterker dan voorheen. Ze kunnen niets meer tegen mij doen of zeggen”, zegt hij. Na jaren van confrontatie hebben de twee partijen een compromis bereikt. Achzivland betaalt de overheid voor toegang tot het strand via het hek, terwijl op de hoofdweg buiten een officieel toeristenbord de weg wijst naar “Eli Avivi” (niet “Achzivland”, wat misschien als signaalherkenning kan worden opgevat). Wat de toekomst betreft, zegt Eli dat hij geen plannen heeft om een opvolger te benoemen. “Als ik weg ben, zal mijn vrouw beslissen wat ze wil”, zegt hij. Wat Rina wil is Achzivland behouden als een permanent gedenkteken voor Eli Avivi, die zij omschrijft als “de beste president ooit”, en heeft gesprekken geopend met de Israëlische regering in de hoop dit doel te bereiken. “Achzivland is niet te koop. Het leven hier is niet te koop”, zegt ze. “Iedereen die hier komt, voelt zich alsof het een paradijs is, en daar kun je geen prijs op zetten.”

De micronatie kende tot 2018 zegge en schrijven twee inwoners: Eli Avivi en zijn echtgenote Rina Avivi. In de nacht van 15 op 16 mei 2018 stierf Eli Avivi, de zelfbenoemde president van de micronatie Akhzivland, op de leeftijd van 88 jaar. Sindsdien is de toekomst van de micronatie zeer ongewis geworden en misschien inmiddels wel ten einde.

Dit item was geplaatst door Muis.