DE DRIE GRATIËN – 057

057 - Constant PermekeConstant Permeke zei in 1938 over hert beeldhouwen, wat gefrustreerd over de beperkingen die anderen hem wilde opleggen: ‘Beeldhouwen is een kunst voor blinden. Ik worstel nu met klei die opdroogt en instort, met het pleister dat breekt en verrot, met de gebakken aarde die krimpt, met het hout dat barst. En hoed u voor specialisten in het vak – bronsgieters, steenkappers en anderen. Slaaf van wat ze geleerd hebben, van oude gewoonten die ze met kunst verwarren, knippen zij de vleugels kort aan alle vrije en vroolijke uitvinding.. .De boetseertechniek is geen confectiepak dat voor alle beelden past. Er bestaat maar één echte uitdrukkingswijze; deze welke men uitvindt naarmate men haar noodig heeft.’  Hij begon zijn beeldhouwwerken in een ruwe expressionistische stijl, maar al snel werd zijn stijl gepolijster. Zijn eerste werk werd overigens niet door iedereen goed ontvangen. Hij richtte zich in zijn beeldhouwwerk bijna uitsluitend op het vrouwelijk naakt. De oorlogsperiode was voor hem een tragedie, want zijn werk werd als ‘entartet’ bestempeld. In oktober 1941 werd zijn tentoonstelling in de Brusselse galerie Breughel door de Duitsers gesloten en werd het hem verboden  nog langer te schilderen. Tijdens de oorlogsjaren maakte Permeke honderden kleine schetsen als voorstudies voor beeldhouwwerken. Begin 1944 werden 130 van zijn grote en kleinere naakttekeningen tentoongesteld in het Paleis van Schone Kunsten in Brussel, maar de recensies waren opnieuw negatief (‘entartete Kunst’) en het paleis werd kort daarna tijdelijk gesloten. In 1948 overleed zijn echtgenote, een klap die Permeke emotioneel nooit te boven kwam. Tegelijkertijd kreeg zijn werk weer steeds meer waardering. Zijn werk werd ook steeds milder, zachter, verfijnder. Daar getuigen onder meer de twee beelden De Drie Gratiën uit 1949 van. De eerste was een voorstudie in gips, de tweede de definitieve versie in brons. Constant Permeke overleed op 4 januari 1952 en werd naast zijn vrouw begraven op het kerkhof in Jabbeke. Permeke wilde dat na zijn overlijden zoveel mogelijk van zijn werk bij elkaar zou blijven door zijn woning De Vier Winden in Jabbeke om te vormen tot museum. In november 1952, tien maanden na zijn overlijden, werd het domein De Vier Winden opengesteld voor het publiek. In 1960 kocht de provincie West-Vlaanderen het domein aan met alle werken erin en opende een jaar later het Permekemuseum. Later werd ook de nalatenschap van Beatty en Thérèse Permeke, zijn twee dochters, toegevoegd aan de collectie. De tekening en onderstaande twee beelden van De Drie Gratiën bevinden zich in MuZee Oostende.

.057 - Constant Permeke - Drie Gratiën 2 057 - Constant Permeke - Drie Gratiën 1
.

Dit item was geplaatst door Muis.