NAPOLEONS LAATSTE LEVENSJAREN – 15

Napoleon Dodenmasker 1NAPOLEONS LAATSTE LEVENSJAREN
DOOR DR. A. ALETRINO
Amsterdam, Van Holkema & Warendorf, 1916

DERDE HOOFDSTUK (2e deel)

Door zijn ligging, zóó dicht bij den equator, zou St.-Helena een altijd warm, droog en zuiver klimaat moeten hebben. Ten gevolge van zijn plotseling hooge verheffing uit de onmetelijke zeevlakte, houdt het echter de dampen en nevels tegen, die door de passaat-winden worden meegevoerd en verdicht die tot koude slagregens, die voornamelijk op het plateau van Longwood neerkomen, dat – zeventien honderd voet hoog, bijna loodrecht boven de zee en boven de afgronden – met zijn vlakte dikwijls in een dichte mist verborgen ligt, die een gestadige, ongezonde, rillige kilheid onderhoudt. Van de twee dagen regent het er één en er valt driemaal meer regen dan in James Town, terwijl tusschen de buien, wanneer er geen wind blaast, (wat zeldzaam het geval is), een gloeiende hitte op het plateau heerscht.

Toch is het niet geheel onwaar, wat er in de ‘Description’ vermeld staat, namelijk, dat er op St.-Helena plekken zijn waar een prachtige plantengroei heerscht en dat er op sommige plaatsen boom en, zoowel uit de tropen als uit de gematigde luchtstreken voorkomen; dat men er aanplantingen vindt, waar tegelijkertijd groenten uit Europa en uit Amerika rijp worden. Zij mogen dan niet talrijk zijn, en op plaatsen tusschen de rotsen, waar de zeewind niet doordringt moge de hitte – door den terugslag van de zonnewarmte tegen de kale wanden – dikwijls zelfs voor de gekleurde bevolking tot het ondragelijke stijgen. Er zijn valleien, waarin een koele schaduw schemert, waar helder, koel drinkwater tusschen de rotsen vloeit, waar bloemen groeien en een kleurenpracht geven, waardoor de natuur dáár bepaald mooi mag worden genoemd, zooals Geranium Valley. Op die plaatsen waren dan ook de weinige woningen gebouwd, waarin eenige europeesche huisgezinnen leefden: Rosemary Hall, The Briars, Sandy Bay. Maar vooral Plantation House, het buitenverblijf van den gouverneur! Op een drietal mijlen van James Town verwijderd, was Plantation House – neergezet gedurende de laatste jaren van de achttiende eeuw – een zeer mooi gebouw, dat uitstekend voldeed in het schitterschoone park, waarin het was opgetrokken en waarin men planten en boomen uit de meest verschillende streken en landen had overgebracht, die er alle uitstekend groeiden, waartoe de beschutting tegen den zuidoosten wind door de twee hooge bergen, Diana Peake en Halley Month, vooral bijdroeg. In dit “paleis” (en men kon het inderdaad met een paleis vergelijken), waar de gouverneur, door de Eng. Indische Comp. benoemd, met een groot aantal bedienden, chineezen zoowel als negers, woonde, was hij verplicht alle vreemdelingen van rang die op weg naar Indië waren of er van terug kwamen, te ontvangen en te herbergen. En het is waarschijnlijk, dat de meeste reizigers – behalve nog, dat bijna alle landschap, hoe leelijk ook, na een zeereis van ettelijke weken, reeNapoleon aankomst St Helena 2ds een aangenamen indruk geeft – alleen Plantation House voor oogen hadden, wanneer zij, in hun vaderland terugkomend, een verslag gaven van hun bevindingen op St.-Helena en er niet aan dachten, dat het overige van het eiland wel eens anders kon zijn. Trouwens, vóór de komst van Napoleon, bezocht men het overige van het eiland bijna nooit.

Zondag den 15den October stond Napoleon vroeg op, kleedde zich, begaf zich aan dek en bleef langen tijd door zijn verrekijker naar het eiland zien. Geen trek op zijn gezicht verried wat er in hem omging. Daarna ging hij met Las Cases naar zijn kamer en bleef er, als op andere dagen, werken tot het eten. De admiraal, die al vroegtijdig aan land was gegaan, kwam pas s ‘middags tegen zes uur doodmoe terug: hij had overal naar een geschikt verblijf gezocht en meende, dat hij er eindelijk een had gevonden. Waarschijnlijk had hij al van de Engelsche regeering de instructie gekregen, dat hij Longwood moest uitzoeken! Waarom toch, waar het zoo moeilijk bleek een geschikt verblijf voor Napoleon te vinden, wees hij hem niet Plantation House tot tijdelijke woning aan, dat ruimte genoeg had en dat op dit oogenblik niet bewoond werd? Longwood echter was niet in orde, maar moest hersteld en opgeknapt worden, voordat het bewoonbaar was, wat nog wel twee maanden zou duren. Niettegenstaande zijn instructie luidde, dat Napoleon niet eer aan land mocht gaan, voordat zijn woning klaar zou zijn om hem te ontvangen, nam de admiraal het toch op zich – ‘waardoor er een soort innerlijk genot kan ontstaan’, voegt Las Cases er bij – om van zijn voorschriften af te wijken en Napoleon nu reeds van boord te laten vertrekken. Het zou dan ook een noodelooze wreedheid zijn geweest, om – waar hij nu al bijna drie maanden op verschillende schepen was geweest en zich had moeten behelpen – dezen toestand langer te rekken en te laten voortduren dan strikt noodzakelijk was. Maandag den 16den October, na het diner, daalde dan ook Napoleon, vergezeld van den admiraal en van den grand maréchal, in de sloep, die hem naar St. Helena bracht.

Een groot gedeelte van de equipage was op de compagne en aan de valreep verzameld. Niet slechts dreef hun nieuwsgierigheid hen daartoe, maar doordat men Napoleon gedurende drie maanden in zijn midden had gehad, was men een echte belangstelling in zijn persoon gaan voelen en wilde men op die manier een bewijs daarvan geven. Voordat hij van boord wegging, liet de Keizer den commandant van het schip roepen en nam afscheid van hem, hem verzoekend zijn gevoelens van dankbaarheid aan de officieren en aan de equipage te willen overbrengen. Zijn gevolg werd eenige uren later aan land gebracht.

Napoleon vond voor dien nacht een onderkomen in een pension te James Town, waar hij echter niet beter dan aan boord van de Northumberland was gehuisvest; zijn gevolg werd in een soort herberg ondergebracht. Den volgenden ochtend, vroeg al, ging Napoleon met den admiraal naar Longwood, waar hij met den onder-gouverneur Skelton en diens familie, die er plezier in hadden – hoe vervallen en wrakkig het gebouw ook was – er den zomer door te brengen, dejeuneerde. Behalve nog, dat de keizer, – zooals een ieder, die een eenigszins lange zeereis achter den rug heeft, geneigd is elk landschap mooi te vinden – een zekere charme in die omgeving vond, voelde hij zich vooral aangetrokken door de stilte en door de eenzaamheid, zoodat hij daar geen last van nieuwsgierigen zou hebben en liet hij het niet tot zijn bewustzijn doordringen, dat het heel iets anders is of men ergens voor enkele uren blijft dan of men gedwongen is er voortdurend, zomers en s’winters te wonen. Daarbij gaven de Skeltons, met de beste bedoelingen, hem gunstige inlichtingen over het verblijf, waar het des zomers altijd koeler en frisscher dan in de laagte was en dachten er niet aan, dat het hun onbekend was, hoe het er in andere jaargetijden was, omdat zij er dan nooit kwamen.

Bij zijn terugkeer zag hij The Briars en stapte er af, aangetrokken door de mooie ligging van het huis en door de landelijkheid van de omgeving. Toen hij kennis met de bewoners had gemaakt en gezien had welke aangename lieden de Balcombes waren – Balcombe, de eigenaar, die er met zijn huisgezin (zijn vrouw, zijn twee dochters Jane en Betsy en twee zoontjes) gevestigd was, vervulde de functie de schepen van de Compagnie van levensmiddelen te voorzien en wilde het gaarne op zich nemen om voor Napoleon te zorgen – wilde hij er blijven. Hij zag er tegen op om naar de kamer terug te gaan, waar hij den eersten nacht had doorgebracht, omdat hij daar nog meer dan aan boord van de Northumberland was opgesloten, wijl de nieuwsgierigheid der inwoners van James Town, die hem voortdurend stonden op te wachten en de soldaten, die onder zijn vensters geposteerd waren hem beletten uit te gaan. Hij vroeg daarom verlof om op The Briars te mogen blijven, wat de admiraal toestond, in afwachting, dat Longwood in orde zou zijn. Veel beter, wat de ruimte betreft, was hij er niet gehuisvest dan aan boord en in zijn pension te James Town, maar hij was er tenminste vrij. Het gedeelte, dat hij voor zijn woning uitkoos, was een soort tuinhuis achter het huis, bestaande uit één tamelijk groote kamer en een zolder-verdieping, welke laatste hij tot verblijf van Las Cases en zijn zoon – dien hij dadelijk bij zich liet ontbieden – uitkoos. De bedienden, (hij nam alleen Marchand en Saint-Denis mee) sliepen s’nachts op den grond voor zijn deur. De overige van zijn gevolg met het mindere personeel bleven voorloopig te James Town. De admiraal had gewaarschuwd, dat het herstellen van Longwood minstens veertien dagen zou duren. Het duurde echter acht weken, voordat Napoleon The Briars kon verlaten. Toch was het niet de onaangenaamste tijd van zijn ballingschap, dien hij er doorbracht.

In de eerste dagen was er alles even gebrekkig, onvolledig, ongeregeld en bekrompen. De Keizer moest zich in alles behelpen, nog meer bijna behelpen dan aan boord van de Northumberland. Er waren geen meubelen; wijl er geen gelegenheid was om te koken, moest het eten te James Town worden gereed gemaakt en van daar naar The Briars worden gebracht, waar het koud geworden en onsmakelijk aankwam. Erg hinderde het Napoleon niet. Het herinnerde hem aan den tijd, toen hij nog als jong luitenant op een armoedig kamertje had moeten leven; aan zijn veldtochten later, toen hij dikwijls plotseling uit de luxueuze omgeving van een paleis of van een kasteel zijn verblijf naar een herberg of een armzalig woninkje moest overplaatsen. Wanneer hij maar de dagelijksche dingen, die hij noodig had, om zich heen wist, was het hem genoeg en was hij tevreden. Het overige van zijn omgeving was hem altijd onverschillig geweest; meer dan zijn gewone veld-bagage verlangde hij niet.

Na eenige dagen echter kwam er verandering: van uit James Town werden meubelen aangevoerd, die de kleine ruimte ten minste bewoonbaar maakten; kolonel Bingham, die het commando over het 59ste regiment, dat op St. Helena gedetacheerd was, voerde, liet door zijn manschappen een tent aan het tuinhuis verbinden, waardoor een soort verlengstuk aan het eene vertrek ontstond; men vond gelegenheid een schuurtje bij te bouwen, dat tot keuken werd ingericht.

En de dagen, die nu volgden, waren bijna gelukkige dagen. Zij gingen regelmatig verdeeld, rustig voorbij, doordat de Keizer zijn werk met Las Cases en Gourgaud weer opvatte en het grootste gedeelte van zijn tijd met dicteeren doorbracht. Meestal stond hij om acht uur ’s morgens op, gebruikte niets anders dan een kop koffie tot één uur en dejeuneerde dan; hij dineerde s’ avonds tegen acht uur. Dikwijls bleef hij tot een uur of vier werken, kleedde zich en maakte dan een wandelrit of een rijtour. Alleen de avonden waren moeilijk voor hem om door te komen en meestentijds ging hij een bezoek bij de Balcombes maken, waar hij tot een uur of tien whist speelde of ook wel al zijn snuisterijen, die hij bezat, zijn snuifdoozen en kostbaarheden liet brengen en, naar aanleiding daarvan, verhalen uit zijn vroeger leven en van zijn veldtochten deed.

Er waren echter nog andere oorzaken, waardoor het verblijf op The Briars hem aangenaam was. De schok, die het verlies van, den slag bij Waterloo hem had gegeven; de ‘emotie en de depressie der dagen tusschen Malmaison en Rochefort ; de zenuwende twijfel van den tijd vóór hij zekerheid had omtrent wat over zijn lot zou worden beslist, hadden uitgewerkt; door het wekenlange, eentonige verblijf aan boord van de Northumberland en de atmosfeer van de gezond-makende zeelucht en de rustige omgeving hadden hem zijn vroegere lichaams- en geestes-veerkracht terug gegeven, Hij kon weer over een mogelijke verandering in de toekomst denken en, zonder vooringenomenheid, den politieken toestand van Europa combineeren, waarbij een stille hoop en verwachting, dat zijn lot op een of andere wijze in gunstige richting zou kunnen veranderen, weer begon op te leven. Daarbij voelde hij zich vrij op The Briars! Na eenige dagen had hij geen last meer van bezoekers, die – onbekend er mee, dat hij ook hier een gedeelte der vroegere etikette had ingesteld – onaangediend of onverwacht – aNapoleon op St Helena 23ankwamen; hij voelde zich vrij en los van de hofhouding, waardoor hij in de laatste jaren onder een dwang had verkeerd, die hem, tot een zekere hoogte, belet had zich zelf te kunnen zijn; hij kon zich in den tuin en in de omgeving van zijn paviljoen bewegen zooveel en zooals hij wilde, al had de admiraal ook – volgens zijn instructie – een kapitein van de artillerie en twee sergeants aangewezen om op te passen, dat hij niet zou ontsnappen; zij hielden zich op zulk een afstand, dat hij niet veel van hen bemerkte. En ook was de omgang met den admiraal – de omstandigheden in aanmerking genomen – toen nog een tamelijke goede.

Cockburn was nu niet juist een beminnelijk mensch en was daarbij gebonden door de instructies hem door zijn regeering gegeven. Hij was niet een man van de allerhoogste beschaving en zijn handelingen en zijn optreden tegenover Napoleon waren niet van dien aard, dat men er alle lof voor over kan hebben. Reeds aan boord van de Northumberland, zooals wij hierboven hebben gezien, was hij met zijn kinderachtige plagerijen – hem gedeeltelijk door zijn regeering geïnstruëerd – en zijn, tegenover den Keizer, onbeschaafd optreden begonnen en volgde als gouverneur op St. Helena dezelfde gedragslijn. Toch zou men zijn weggaan betreuren, toen men later in ruil voor hem, Hudson Lowe als gouverneur kreeg. De voornaamste grieven, die men tegen hem had, blijken uit wat Las Cases bij de komst van Hudson Lowe, in vergelijking met dezen, van hem schreef. Men moet echter niet vergeten, dat dit de indruk is van alle grieven te samen, die men tegen Cockburn voelde, de indruk van al zijn handelen en doen en laten tegenover Napoleon en zijn gevolg, zoolang hij gouverneur van St.-Helena was. Zooals in het schrijven van Las Cases ligt opgesloten, zijn er wel degelijk oogenblikken geweest en heeft Cockburn wel degelijk van de gelegenheden gebruik gemaakt, die zich nu en dan aanboden, om van zijn te strenge instructies af te wijken en zijn best te doen zooveel het in zijn vermogen was, het leven der ballingen te veraangenamen.

Doch wat voornamelijk het verblijf op The Briars voor Napoleon aantrekkelijk maakte, was de omgang met het huisgezin van zijn gastheer en vooral met diens kinderen, waarvan het jongste der twee meisjes zijn speciaal vriendinnetje werd. Napoleon toch was nooit echt jong geweest; hij had nooit, wat men noemt, een echte jeugd doorgemaakt; hij had zelfs, om zoo te zeggen, geen jeugd-leeftijd gehad. Eerst had hij steeds onder een strenge tucht geleefd, op school, daarna als luitenant, in omstandigheden zóó armoedig, dat hij zich niet eens een der uitspanningen kon veroorloven, waaraan zijn kameraden konden meedoen, vervolgens onder een straffe dienst-discipline, toen hij zelf bevelhebber was. Toen waren de jaren van fabelachtige voorspoed gekomen, waarin hij zich niet meer jong kon en mocht voelen. Er was een behoefte en een verlangen in hem gebleven om mee te doen, om eens los en vrij te komen uit de ernst en degelijkheid, waarin hij zich bewoog en die hij voor een groot gedeelte gedwongen was geweest, rondom zich op te hinderen, een behoefte en een verlangen, die aanleiding gaven, dat hij te Malmaison mee krijgertje of blindemannetje speelde met Joséphine, met Stéphanie, met Marie Louise, die niets van zijn jongensachtige neigingen begreep. Hier, op de Briars vond hij plotseling den omgang met twee meisjes; van wie vooral de jongste, Betsy, hem als haar gelijke behandelde, met twee andere kinderen, die hem in hun spelletjes haalden en die hem niet als een ouderen en zeker niet als een hooger geplaatste, maar als hun gelijke beschouwden. De twee meisjes hadden een soort halve opvoeding in Engeland gehad en waren teruggekomen, behalve met de charme van hun leeftijd, met de eigenaardige bekoring van hun natuurlijke doen, zonder aangeleerde welgemanierdheid, zonder ingeprente veinzerij en huichelarij zich voor te doen anders dan hun karakter en hun jonge voelen het hen ingaven. Jane, de oudste, was bezadigder en bedaarder van natuur, maar Betsy, pas vijftien jaar, was nog een echt kind, waarin – door het soms bijna brutale en op het kantje af, ongemanierde doen – al de vrouw begon op te raadselen. En door hun invloed stond op eens voor de oogen van zijn verwonderde omgeving, een andere Napoleon dan dien zij altijd hadden gezien, een andere Keizer dan dien zij altijd hadden beschouwd in de strenge, afgemeten etikette van zijn hofhouding, een andere persoonlijkheid dan den man van wien de legende ging, dat hij niet van kinderen hield en dat hij er liefhebberij in had kinderen aan hun haar of aan hun ooren te trekken en ze pijn te doen!

Dit item was geplaatst door Muis.