17 – MATTERHORN
De Matterhorn ligt op de grens van Zwitserland en Italië, met aan de Zwitserse kant het kanton Wallis en ten zuiden van de grens het Italiaanse Valle d’Aosta. De berg maakt deel uit van de Walliser Alpen, een hooggebergte dat zich uitstrekt over Zwitserland en Italië met veel van de hoogste bergen in de Alpen, mooi verdeeld over beide landen. De Matterhorn is met haar hoogte van 4.478 meter een van de hoogste bergen in het gebied. Pas in 1581 kreeg de berg pas voor het eerst een naam, wat toch wat verbazing wekt. De eerste naam was het Franstalige Mont Servin, dat later in het Italiaans Il Cervino werd. De huidige Italiaanse plaats Breuil-Cervinia aan de voet van de berg verwijst nog naar deze oorspronkelijke naam. In Frankrijk wordt de berg overigens nog steeds aangeduid als Le Cervin. Later kwamen ook nog een tijdje de namen Monte Silvio en Monte Servino voor, maar vanaf 1682 kreeg de berg de Duitse naam Matterhorn die van lieverlee geheel overal werd overgenomen. Bijna overal, want de Italianen en Fransen houden vast aan de oude naam. De Matterhorn geldt als een van de meest pittoreske bergen ter wereld. Vanaf Zermatt gezien heeft de berg een piramidevorm, bijna een perfecte driehoek. Dat maakt de berg erg lastig te beklimmen. Deze kant van de berg is het bekendst. Het werd het symbool voor Zwitserland en ook van het chocolademerk Tablerone, waarvan de repen een bergachtige vorm hebben zoals de Matterhorn. Toen de firma enkele jaren geleden een deel van de productie verplaatste naar Slowakije, moest het bedrijf conform de Zwitserse wettelijke bepalingen de berg van de verpakking verdwijnen.
Vanuit het westen heeft de Matterhorn de vorm van een kathedraal, met een lange horizontale graat naar het zuiden. Ook vanuit het Italiaanse Breuil-Cervinia kan de berg worden beklommen, wat geldt als verreweg de lastigste route naar de top. De eerste geslaagde beklimming vond plaats op 14 juli 1865, toen de Britse alpinisten Edward Whymper, Francis Douglas, Charles Hudson en Douglas Hadow, de Franse berggids Michel Croz en de Zwitserse berggidsen Peter Taugwalder (vader) en Peter Taugwalder (zoon) vanuit Zermatt de top bereikten. Ze deden dat via de Hörnligraat, wat nog steeds geldt als de normale route vanuit Zwitserland. Bij de afdaling over de noordelijke zijde van de berg kwamen Douglas, Hudson, Hadow en Croz om het leven nadat Hadow uitgleed en de drie anderen in zijn val meesleurde. Ze stortten 1.400 meter naar beneden en kwamen terecht in de Matterhorngletsjer. Het lichaam van Francis Douglas werd nooit teruggevonden. De lichamen van de drie anderen konden wel worden geborgen. Charles Hudson werd postuum verweten er te veel te hebben aangedrongen om de onervaren Douglas Hadow in de expeditie mee te nemen en onvoldoende de kwaliteit van diens touw en laarzen te hebben gecontroleerd. De negentienjarige Hadow ondernam dat jaar pas de eerste bergbeklimmingen in de Alpen, dus helemaal ongegrond was dat verwijt niet. Whymper en de twee Zwitserse berggidsen overleefden, maar werden er later van beschuldigd het touw dat hen met de anderen verbond te hebben doorgesneden om niet mee de diepte in te worden meegesleurd. Ze werden later echter vrijgesproken omdat er geen bewijs voor de beschuldiging was. Het was het eerste grootschalige klimongeval dat ruimschoots aandacht kreeg in de pers. Zoveel dat de Engelse koningin voorstelde een algemeen klimverbod i
n de Alpen op te leggen.
Drie dagen later, op 17 juli 1865, vond de tweede geslaagde beklimming plaats. Op dezelfde dag dat de groep Whymper vanuit Zermatt vertrok, ging vanuit het Italiaanse Valtournenche een Frans-Italiaanse groep op pad, die bestond uit Jean-Antoine Carrel, Jean-Baptiste Bich, Amé Gorret en Jean-Augustin Meynet. Deze groep wilde via de veel moeilijkere Italiaanse Liongraat de berg te beklimmen. Momenteel is deze route door Italiaanse gidsen van ladders voorzien om ook minder geoefende klanten aan te trekken. Toen Whymper op de top stond, bevond deze groep van Carrel zich ongeveer tweehonderd meter onder de top. Ze bereikte zonder verdere problemen de top en wisten ook zonder ongelukken de afdaling te doen. Vanaf dat moment was de Matterhorn beklommen, als laatste van de Alpentoppen.
De berg is een veel beklommen vierduizender in Europa. Bij deze beklimmingen zijn al meer dan vijfhonderd mensen omgekomen, die meestal eindigden op de begraafplaats bij de kerk in Zermatt. In 1991 beklom de legendarische Zwitsers berggids Ulrich Inderbinen uit Zermatt op 90-jarige leeftijd voor de 371ste keer de Matterhorn. De krasse knar bedwong ook de Mont Blanc 84 keer en de Dufourspitze, de hoogste berg in Zwitserland, 81 maal.
Zwitserland en Italië hebben geen grensconflict, vergelijkbaar met het conflict tussen Italië en Zwitserland over de Mont Blanc. Dat laatste conflict gaat gepaard met veel wederzijds starheid. Dat staat in schril contrast met de manier waarop nu tussen Zwitserland en Italië met de grens bij de Matterhorn wordt omgegaan. De beide landen hebben nu in goed overleg een grenscorrectie in de buurt van de Matterhorn goedgekeurd. De grens loopt daar officieel over het hoogste punt van de bergkam, maar door smeltende gletsjers is die plek de afgelopen tijd enkele tientallen meters opgeschoven. Volgens de Zwitserse overheidsdienst die over de grenzen gaat is het hoogste punt tussen 1940 en 2000 honderd tot honderdvijftig meter opgeschoven richting Italië. Een bescheiden impact, want Zwitserland heeft 578 kilometer grens met de zuiderbuur, waarvan maar iets van veertig kilometer over veranderlijk gebied als gletsjers of sneeuwvelden loopt. Er gaan nu wat aanpassingen plaatsvinden in het gebied van de Testa Grigia, Plateau Rosa, Rifugio Carrel en Gobba di Rollin. Door klimaatverandering loopt de grootte van de gletsjers in de Alpen snel terug. Vorig jaar verloren de Zwitserse gletsjers vier procent van hun massa en men verwacht dat tegen 2050 de helft van alle gletsjers zal zijn verdwenen. De grensveranderingen zullen weinig impact hebben. De nieuwe grens is vooral bedoeld om duidelijk te houden welk land administratief verantwoordelijk is voor het gebied. Een van de onderdelen is dat Rifigo Carrel, een Italiaanse skilift die is vernoemd naar de Italiaanse alpinist Jean-Antoine Carrel, bekend van de tweede succesvolle beklimming in 1865, nu op Zwitsers grondgebied komt te liggen.
Zwitserland maakt tegelijkertijd ook afspraken met Frankrijk. Hier was dat nodig geworden omdat de natuurlijke grens iets was verschoven door natuurherstel aan de rivieren Hermance en Foron en door de aanleg van een tramlijn tussen Perly-Certoux en het Franse Saint-Julien-en-Genevois. Frankrijk zal een even groot stuk Zwitserland terugkrijgen als het aan eigen terrein verliest. De Hermance is enkele kilometer op een hoogte van 372 meter de grensrivier tussen de dorpen Hermance (Zwitserland) en Chens-sur-Léman (Frankrijk) en mondt uit in het Meer van Genève. In 1959 is in het Hermance River Agreement uit 1959 vastgelegd hoe beide landen moeten omgaan met de beheersing van overstromingen en het onderhoud van de rivier. De Foron is acht kilometer lang de Frans-Zwitserse grens vanaf Ville-la-Grand (Frankrijk), tot ze bij Thônex uitmondt in de Arve.

