NAPOLEONS LAATSTE LEVENSJAREN – 22

NAPOLEONS LAATSTE LEVENSJAREN
DOOR DR. A. ALETRINO

Amsterdam, Van Holkema & Warendorf, 1916

VIERDE HOOFDSTUK (5e deel)

Terwijl de Engelsche regeering luide verkondigde, dat Napoleon in Longwood een uitstekende woning had gevonden, voegden de Engelsche dagblad-schrijvers er bij, dat zich rondom Longwood een “schitterend park” uitstrekte, waarvan hij het vrije gebruik had. Dit “schitterende park” nu, bestond uit een armzalig tuintje met magere bloemen, aan beide zijden der lengtebalk van den T. In het linker bevond zich een prieel met wingerd begroeid, in het rechter waren een paar rijen pijnboomen geplant, die – door de gebouwen tegen den eeuwigen wind beschut – tamelijk goed groeiden. Iets verder stonden, hier en daar verspreid, een honderd-tal gomboomen, door den wind verwrongen, misvormd en laag gebleven. Gomboomen zijn gewoonlijk al niet zeer schoon, maar zeker was dit niet op Longwood het geval, in hun groei belemmerd door den altijd-blazenden passaat-wind, met hun stammen opgevreten en bedekt door grauwe korstmossen en met hun kale takken, waaraan op het einde een stuk of wat grijze blaadjes trilden.

Rondom het park liep een lage muur, die een omtrek van plus minus zes kilometer omsloot – de ‘grens van vier mijl’ genaamd – waarbuiten, op een onderlingen afstand van vijftig pas, een schildwacht was geplaatst. Deze schildwachten trokken s’nachts binnen den omtrek van den muur. Het vrije gebruik, dat Napoleon overigens van Longwood mocht maken, bestond daarin, dat hij zich – volgens één der artikelen van de instructie, door de Engelsche regeering voor den gouverneur uitgevaardigd – binnen een grens van 19 kilometer – de ‘grens van 12 mijl’ ge3 - Napoleon op St Helena 01naamd – die, naar een denkbeeldig-getrokken lijn, het geheele plateau omvatte, waarop L ongwood zich bevond, te voet of te paard vrij mocht bewegen, doch dat hij daarbuiten door een Engelsch officier moest worden vergezeld.

‘We waren gevoelig voor alles, en te vaak de patronen die we kregen, namen nog steeds de kleuren aan van ironie. Zo werden er ’s nachts schildwachten geplaatst onder de vensters van de Keizer en tot aan onze streken; het was, zo werd ons verteld, voor onze eigen veiligheid. De vrije communicatie werd belemmerd met de bewoners werden we incommunicado gezet, en we antwoordden dat het zo was dat de keizer er geen last van zou hebben. De instructies en opdrachten varieerden voortdurend; wij leefden in de verbijstering, aarzeling, angst om bij elke gelegenheid te worden blootgesteld niet aan een onvoorziene belediging,’ schreef Las Cases. Nadat Napoleon er met admiraal Cockburn over had gesproken en door middel van de Monthalon over had gecorrespondeerd, beloofde deze de hand met zijn instructie te lichten.

De redenen, waarom de Engelsche regeering de instructie had uitgevaardigd, waarvan – behalve het artikel over den titel aan Napoleon te geven, welke geen andere mocht zijn dan die van “generaal” en het verbod om hem op Plantation House te laten wonen – de voornaamste waren, dat er geen brieven door de Fransche kolonie mochten verzonden of ontvangen worden, dan nadat de gouverneur ze zou hebben gelezen; dat er op Longwood steeds een Engelsch officier aanwezig moest zijn, die zich minstens twee maal in de 24 uur er van moest overtuigen, dat Napoleon nog op Longwood was en dat er een bepaalde grens moest worden aangewezen, waarbinnen hij zich zou mogen bewegen, was de vrees, dat hij een of anderen dag van St.-Helena zou ontsnappen. Alsof Napoleon zich ooit aan een ontsnapping zou wagen; alsof een ontsnapping van St.-Helena mogelijk was geweest! Zelfs, wanneer Napoleon het zou hebben gewild; zelfs, wanneer hij niet steeds door een Engelsch officier vergezeld en gecontroleerd werd, zou het hem niet mogelijk zijn geweest om van St.-Helena weg te komen!

5 - Sir Hudson LoweHudson Lowe volgde niet alleen het voorbeeld van Cockburn, maar was er steeds op uit nieuwe plagerijen en kwellingen bij de oude te voegen. Hij was de eenige – volgens lord Bathurst, van wien de benoeming uitging en door wien voornamelijk de instructie was opgesteld, waarnaar Napoleon moest worden behandeld – geschikte om de post van gouverneur-gevangenbewaarder te vervullen en beantwoordde aan de eischen, die hij daaraan stelde.

Den 28sten juli 1769 geboren – achttien dagen ouder dus dan Napoleon – was hij al op zijn twaalfde jaar in militairen dienst getreden. Hij was – een uitzondering onder de toenmalige Engelsche officieren – van burger-afkomst (zijn vader was officier van gezondheid), en heeft gedurende zijn lange militaire loopbaan bijna nooit in het geregelde leger dienst gedaan, maar steeds functies vervuld bij de zoogenaamde ongeregelde troepen. Zijn voornaamste verdienste dan ook was, dat hij een langen tijd aan het hoofd heeft gestaan van een corps Corsicaansche vrijwilligers, rebellen tegen Frankrijk, die in soldij van Engeland dienst deden, de “Corsican Rangers“, een corps, waarvan hij ook de oprichter was. Schitterende wapenfeiten zijn er niet van hem bekend; men. zou eer het tegendeel kunnen zeggen, vooral wanneer men bedenkt, dat hij met zijn “Corsican Rangers”, en eenige regimenten Malthezer soldaten Capri zoodanig verdedigd heeft, dat hij het na een paar dagen aan een even groote troepenmacht der Franschen overgaf, met al de mond-voorraad, magazijnen en ammunitie, waar iedereen Capri van een sterkte wist, dat het een beleg van maanden kon uithouden en terwijl hulp van Engelsche zijde bezig was te naderen. Doordat hij niet tot het geregelde leger behoorde, had hij, telkens onder een anderen aanvoerder, van het eene corps naar het andere gezworven, was een tijd in Noord-Duitschland geweest, had de slag van Leipzig meegemaakt, had een tijdlang als generaal kwartiermeester in de Etat major van den prins van Oranje in Holland gefungeerd en had eindelijk – met het oog op zijn gouverneurschap van St.-Helena – de rang van luitenantgeneraal gekregen. De eenige lof, die men van hem hoort verkondigen, was zijn strikte eerlijkheid, zijn bijna machinaal opvolgen van de bevelen en de instructies die hij kreeg, zijn nauwkeurigheid en zijn plichtgevoel.

Het complex van eigenschappen, dat Hudson Lowe bezat en vertoonde, zijn afkomst en zijn geheele leven, maakten, dat lord Bathurst bijna zeker wist, dat hij de post van gouverneur-gevangenbewaarder zou aanvaarden. ‘Waar in het Engelsche leger is een hoofdofficier te vinden’, schreef de minister aan lord Wellington, ‘die geneigd is een dergelijke betrekking, waaraan zoo veel dwang en verantwoordelijkheid zijn verbonden, die iemand zóó uit den omgang met de “wereld” bant en zoodanig uit het sociaal verkeer afzondert, aan te nemen?’ Behalve toch het winstgevende van het baantje (2.000 pond als luitenant-generaal, 12000 pond als gouverneur, de voordeelen van huisvesting, voeding en heerendiensten door de slaven op het eiland), waardoor hij een staat kon voeren, waarvan hij nooit had gedroomd en die hij wenschte om Lady Lowe en haar dochters – Hudson Lowe was den 31sten December 1815 met haar getrouwd; zij was de weduwe van luitenant-kolonel William Johnston en een zuster van Sir William Howe de Lancey, een der helden van Waterloo een schitterend bestaan te verzekeren, was de groote aantrekkelijkheid voor hem, dat hij door zijn rang, die hij nooit verwacht, had te zullen bereiken en ten gevolge daarvan door zijn huwelijk, zich op de sociale ladder verhoogd voelde. Zóó verhoogd, dat hij zich een geweldige persoonlijkheid begon te vinden, voor wiens gewichtigheid iedereen moest buigen en aan wiens bevelen een ieder zonder tegenspraak had te gehoorzamen.

Het overschatten van zijn gewichtigheid was dan ook de oorzaak, dat hij niet begreep en niet voelde, hoeveel zijn betrekking te zwaar voor hem was en dat de verantwoordelijkheid die er aan was verbonden, veel te groot op hem drukte. Daarbij kwam zijn kleingeestige achterdocht, de angst om zijn voordeelige betrekking te verliezen en van zijn post te zullen worden ontzet. Hij was zóó vervuld van de verantwoordelijkheid, die op hem drukte, dat hij in één ongeruste, nerveuze beweeglijkheid verkeerde, altijd klaar om een, zij het dan ook nog zoo onzinnig, vermoeden dadelijk als werkelijkheid te zien en er de meest vreemde gevolgtrekkingen uit te bedenken, die hem tot nieuwe maatregelen aanzetten, de oude herhaaldelijk deed veranderen, iedereen verdacht in zijn oogen maakte en telkens weer nieuwe 5 - Napoleon op St Helena 05bevelen liet uitvaardigen. Zijn gemis aan echte beschaving, het gevolg van zijn gebrek aan verkeer met wat men de ‘wereld’ noemt, droegen er het hunne toe bij om hem, in plaats van met zijn gevoel en met de voorschriften der welgemanierdheid te rade te gaan, zich stipt aan zijn bevelen en instructies te houden, uit vrees, dat hij misschien verkeerd zou handelen.

Een blinde bewonderaar van al wat Engelsch is ; overtuigd, dat er maar één natie bestaat, namelijk de Engelsche; dat ieder individu van een anderen dan de Engelsche land-aard eigenlijk ondergeschikt aan en de mindere van een Engelschman moet zijn, waartoe bijdraagt, dat hij zoo langen tijd het bevel over vreemdelingen heeft gevoerd; een vereerder van allen die in socialen rang boven hem zijn geplaatst, komen alle vorsten en grooten van Europa nà die van Engeland: eerst de koning van Engeland, daarna de pairs, de grootwaardigheid-bekleeders, de dragers van hooge titels en daarna de vorsten van Europa, die in zijn oog altijd min of meer de loontrekkers van Engeland zijn en ondergeschikt aan de Engelsche natie. De Franschen bestaan heelemaal niet voor hem, zij die tegen hun wettelijken vorst zijn opgestaan en een revolutie hebben bewerkt, waaruit zoodanige democratische opvattingen zijn geboren, dat een ‘avonturier’ als Napoleon zijn loopbaan heeft kunnen vervullen. En daarbij – en vooral – is hij soldaat. Een soldaat voor wien alleen en uitsluitend het consigne, zijn instructie en het reglement gelden, die hij blindelings en zonder nadenken opvolgt, vervuld als hij is met een bijna afgodische vereering voor het bevel, dat hem van hoogerhand wordt uitgevaardigd.

Waar het voor iedereen moeilijk zou zijn geweest te slagen op een post, zooals aan Hudson Lowe werd opgedragen – de Montholon zelf heeft bekend, dat het een engel onmogelijk zou zijn geweest het hem naar den zin te maken! – was het voor hem niet mogelijk. Had hem niet het ongeluk getroffen voor die post te worden aangewezen en had hij niet het, voor hem zeker, nog grooter ongeluk gehad, die aan te nemen, hij zou waarschijnlijk door het leven zijn gegaan en er uit zijn verdwenen, rustig en geëerd, als zoovele andere officieren, die een zelfden loopbaan als hij hebben doorgemaakt en die een zelfde hooge rang als hij hebben bereikt. Nu maakte zijn geheele persoonlijkheid een slagen in zijn betrekking ondoenlijk. En zij naam staat ten eeuwige dage gebrandmerkt in de geschiedenis.

Dit item was geplaatst door Muis.