NAPOLEONS LAATSTE LEVENSJAREN – 24

NAPOLEONS LAATSTE LEVENSJAREN
DOOR DR. A. ALETRINO

Amsterdam, Van Holkema & Warendorf, 1916

VIERDE HOOFDSTUK (7e deel)

De vrees, dat Napoleon van St Helena zou ontsnappen, die de Engelsche regeering haar instructie omtrent de wijze, waarop hij moest worden behandeld, had doen uitvaardigen, werd door Hudson Lowe – maar in veel hooger mate, gedeeld en deed hem, in die instructie een bron vinden om Napoleon en zijn gevolg door allerlei kleingeestige, kinderachtige en angstvallige plagerijen het leven onaangenaam te maken. Dat hij die vrees deelde, is te begrijpen, waar hij er getuige van was, welken invloed Napoleon op iedereen, met wien hij in aanraking kwam, uitoefende en daardoor bang was, dat hij de bevolking van het eiland zoodanig op zijn hand zou krijgen, dat deze hem bij een -mogelijke ontvluchting behulpzaam zou zijn. Napoleon toch had de gewoonte, wanneer hij een wandel-rit maakte, om in een of andere boerderij binnen te gaan en er te blijven praten met de bewoners, die hem met vreugde en eerbied ontvingen. Hij sprak de slaven aan, bemoeide zich met hen en gaf hen nu en dan een geschenk in geld. Wanneer het zoo lang zou hebben voortgegaan, zou de heele bevolking hem bijna hebben aangebeden. Zelfs Montchenu, is gedwongen – hoewel hij zijn spijt er over te kennen geeft – te erkennen, dat er een onzegbare charme van Napoleons persoonlijkheid uitgaat: ‘We verlaten Napoleon nooit’, schrijft hij, ‘zonder het grootste enthousiasme te voelen’. En tot Hudson Lowe zegt hij: ‘Als ik jou was, zou ik geen enkele vreemdeling Longwood laten bezoeken, want ze laten je allemaal met toewijding achter en ze brengen dat gevoel terug naar Europa. Wat mij opviel was de enorme invloed die deze man. Omringd door bewakers, rotsen en afgronden, heeft hij nog steeds de geesten van de mensen in handen. Alles in Sint-Helena voelt zijn superioriteit. De Fransen beven bij zijn aanblik en geloven dat ze hem maar al te graag dienen. De Engelsen naderen hem alleen met schroom. Zelfs degenen die hem bewaken, zoeken een blik, een gesprek, een woord. Niemand durft hem als een gelijke te behandelen.’

Dat alles was de oorzaak, waarom Hudson Lowe herhaaldelijk, willekeurig en meestal zonder eenige aanleiding de grens, waarbinnen Napoleon zich vrij mocht bewegen, verkleinde of vergrootte. Nu eens kromt hij de ‘grens van 12 mijl’ in, dan weer breidde hij die uit; plotseling echter stuitte Napoleon den volgenden dag op een schildwacht die hem tegenhield, waar hij den vorigen dag nog verlof had gehad alleen te mogen gaan.

Een jaar vóór Napoleon’s dood, gaf Hudson Lowe eindelijk – ongerust geworden door de berichten van Antommarchi en anderen omtrent den gezondheidstoestand van Napoleon en om hem, om zoo te zeggen, aan te zetten, om meer lichaamsbeweging te nemen en weer te gaan paard rijden – verlof, dat hij zich binnen een ruimte, die zoo wat een vierde van het eiland omvatte, kon bewegen, zonder dat hij daarbij door een Engelsch officier vergezeld moest zijn. Toen echter was het te laat! Napoleon heeft slechts twee keer van dit verlof gebruik gemaakt: eens, den 18den September 1820, (voer het eerst sinds vier jaar dat hij weer buiten de ‘grens van vier mijl’ ging), toen hij een wandelrit wilde doen doch na een korten tijd zóó vermoeid was, dat hij den geheelen volgende dag te bed moest blijven: den tweeden maal, een maand later, toen hij een plaats wilde terugzien, waar hij in het begin van zijn gevangenschap was geweest en die hij toen mooi had gevonden. Doch dat vermoeide hem zóó, dat hij zijn rijtuig moest laten komen, om naar Longwood terug te kunnen keeren. Dit zijn de laatste, een weinig lange ritten die hij gemaakt heeft.

Want ook dit was een der redenen van ergernis voor Napoleon en een der oorzaken, waarom hij niet meer buiten de kleinste grens ging, namelijk dat hij overal elders door een Engelsch officier moest worden vergezeld. In den beginne, onder het tijdelijk gouverneurschap van admiraal Cockburn, had hij getracht er de spot mee te drijven, maar hij had het spoedig opgegeven en de gelegenheid liever vermeden. Op een dag toch was hij met Bertrand en Gourgaud te paard uitgegaan, vergezeld door kapitein Poppleton, die niet juist een schitterend ruiter was. Op een gegeven oogenblik, terwijl Bertrand den kapitein er over onderhield Napoleon toch niet zoo dicht op de hielen te zitten, zetten de Keizer en Gourgoud hun paarden in galop en verdwenen binnen korten tijd uit de oogen van den kapitein, die wanhopig naar den admiraal ging en zijn rapport over dit feit uitbracht. Cockburn echter spotte er mee en noemde het een jonge-luitenantsgrap, terwijl hij er bijvoegde, dat dit een goede les voor den kapitein was, maar dat hij zich over het gevaar niet ongerust maakte. Alleen het dreigement van Napoleon, dat hij, des noods met de wapens in de hand, den toegang tot zijn kamers zou verdedigen en dat men niet dan over zijn lijk zijn vertrekken zou binnendringen, maakte dat Hudson Lowe zijn voorgenomen en voorgeschreven plan niet doorvoerde, namelijk, dat een Engelsch officier ten alle tijde op Longwood zou verblijven, aan tafel bij den Keizer moest eten en hem geen oogenblik alleen mocht laten.

Iedereen, die maar een weinig op de hoogte was van de maatregelen, die Hudson Lowe nam, om een mogelijke ontsnapping tegen te gaan, lachte er mee. Las Cases schreef in een brief aan Lucien, die onderschept werd, dat de schildwachten, die op de verschillende hoogten geposteerd waren, bijna altijd in de mist zaten en niets konden onderscheiden van wat er onder hen geschiedde en Montchenu spotte, dat wanneer Hudson Lowe ergens een hond had zien loopen, men zeker kon zijn, dat men den volgenden dag een schild wacht op die plaats geposteerd kon vinden. De eenige, die niet spotte, was de officler, die de verplichting had er zich eiken dag of twee maal in de vier en twintig uur van te overtuigen, dat Napoleon zich nog op Longwood bevond. Deze toch was gedwongen zijn toevlucht tot allerlei hulpmiddelen te nemen en zelfs, op raad van de Montholen, door het sleutelgat te gaan spionneeren. Eén keer slaagt hij er in om het steekje van den Keizer in het oog te krijgen; een ander maal gelukt het hem om den Keizer, door een spleet in de muur in zijn bad te zien liggen. Bij een dergelijke gelegenheid, snapt Napoleon hem, springt uit het bad en loopt in zijn geweldige naaktheid op hem toe, terwijl de officier maakt, dat hij weg komt. In het meerendeel der gevallen, loopt de spionnage echter op niets uit. Lord Roseberry geeft het volgend uittreksel uit de berichten, die de ongelukkige kapitein Poppleton op schrift bracht:

‘3 April. Napoleon blijft voortdurend onzichtbaar. Ik ben, sinds den 25sten der vorige maand niet in de gelegenheid geweest hem te zien … 19 April. Ik ben naar de Montholon gegaan en heb hem gezegd, dat ik Napoleon niet te zien kon krijgen. Hij scheen verwonderd en heeft mij gezegd, dat zij mij wel hebben gezien … ik ben vandaag twaalf uur op de been gebleven vóór ik er in geslaagd ben, terwijl ik mij alle moeite heb gegeven om Napoleon Bonaparte te ontdekken en ik heb verscheidene zulke dagen doorgebracht sinds ik op Longwood dienst doe … 23. Ik geloof, dat ik Napoleon Bonaparte van daag heb gezien, terwijl hij in zijn slaapkamer bezig was zijn scheermessen aan te zetten” … Kapitein Nichols schrijft in zijn rapport:” “Ik ben verplicht verlof te vragen om te mogen opmerken, dat ik gister, ter uitvoering van mijn opdracht, meer dan tien uur op de been heb moeten blijven, ten einde Napoleon Bonaparte in het zicht te krijgen, of in zijn klein tuintje, of aan één van zijn vensters, doch dat ik er niet in ben geslaagd. Gedurende al dien tijd ben ik bloot gesteld geweest aan het bekijken en aan de opmerkingen niet alleen van de Fransche bedienden, maar ook van de tuinlieden en andere bedienden van Longwood. Zeer dikwijls, zoolang ik met deze bewaking belast ben, heb ik dergelijke dagen doorgebracht.” Napoleon houdt zich met opzet zóó schuil, dat – volgens het zeggen van een Engelsch officier, die nog tijdens het sterven van den Grooten Keizer op het eiland was – de eerste vraag, die de inwoners van James Town elkaar deden, wanneer er dagbladen van Europa waren aangekomen, was: “of men iets van Napoleon wist?’

Eindelijk toch neemt Hudson Lowe een krachtige maatregel, die aan dat alles een einde zal maken! Den 29sten Augustus 1819 schreef hij “Napoleon Bonaparte” een brief, waarin hij hem meedeelde, dat ‘de ordonnans het bevel kreeg hem elke dag te zien, wat er ook gebeurde, en dat hij vrij was om alle middelen te gebruiken die hij geschikt achtte om de obstakels te overwinnen die in de weg stonden van de vervulling van zijn plicht. Iedereen in Napoleons entourage die de officier tegenhield en hem de toegang ontzegde, zou onmiddellijk uit Longwood worden verwijderd en verantwoordelijk worden gehouden voor wat er ook zou volgen. Als de officier om tien uur ’s ochtends Napoleon nog niet had gezien, moest hij de vestibule binnengaan en de kamer van de gevangene binnendringen’ Napoleon laat door de Montholon op dit schrijven antwoorden, dat hij den dood verkiest boven een dusdanige, eerlooze wijze van leven en dat hij zijn woord zal houden; hij vreest den dood niet! En het gevolg van dit alles is, dat Hudson Lowe den 4den September daarop volgend zijn instructies weer intrekt!

Al deze maatregelen, contra-maatregelen, herhalingen en nieuwe bedenksels werden Hudson Lowe ingegeven door het spooksel van de ontsnapping van Napoleon; door de angst, dat hij – met behulp van een of andere expeditie die St.-Helena zou overvallen en overmeesteren – zou worden ontvoerd; dat hij, met of zonder hulp van de inwoners, of alleen door eigen krachten of geholpen door zijn gevolg, een of anderen dag van het eiland zou verdwijnen. Van een expeditie tegen St.-Helena, met dat doel, is nooit sprake geweest; tenminste is er niets van bekend, dat iemand er ooit ernstig aan heeft gedacht een zoodanige onderneming op touw te zetten en te wagen. Een korten tijd ging het verhaal, dat de Fransche regeering op het spoor was gekomen van een uitgebreid en saamgesteld plan van een 2.000 tal samenzweerders, die Pernambuco wilden vermeesteren en – op welke wijze het zou geschieden is nooit duidelijk geworden – Napoleon ontzetten. Dit was een gelegenheid voor Hudson Lowe, toen hij het plan vernam, om overal de schildwachten en posten te verdubbelen! Na korten tijd bleek het, dat een zekere kapitein Latapie de bedenker van deze geweldige en onzinnige leugen was. Een andermaal ging het verhaal dat men ergens bezig was een onderzeesch schip te bouwen, dat St.-Helena onder water zou naderen, zich den geheelen dag zou verborgen houden en Napoleon ’s nachts van het eiland zou oplichten. Zóó was het Engelsche gouvernement bezeten door de angst, dat Napoleon zou ontsnappen, dat lord Bathurst, Napoleons laatste levensjaren eenige maanden nog vóór den dood van Napoleon, Hudson Lowe waarschuwde, dat men bezig was op Longwood zelf een ontsnappingsplan te bedenken. Inderdaad duurde het niet lang meer, of de Keizer was voor goed uit de handen van zijn vijanden ontkomen!

Een ieder, die maar een weinig op de hoogte was van de ligging en van den toestand van St.-Helena, kon dadelijk begrijpen, dat een expeditie niets zou kunnen uitrichten. Behalve, dat het eiland, om zoo te zeggen, zich zelf al verdedigde, bevond er zich een garnizoen, dat veel van een klein leger had. Niet minder dan 493 officieren, onderofficieren, korporaals en tambours, met 2291 man troepen waren over de voornaamste punten van het eiland – waar, op alle uitstekende rotspunten, die er maar even gelegenheid toe boden, kanonnen waren geplaatst, – verspreid, belast met de bewaking van Napoleon, terwijl buiten St.-Helena drie fregatten, twee schepen, gewapend met 20 kanonnen ieder, en zes brikken met 10 à 18 stukken geschut dienst deden. Zelfs had men op het eiland Ascension, wijl dit misschien een operatiebasis voor de mogelijke bevrijders zou kunnen worden, een batterij opgericht, die door 65 matrozen werd bediend, terwijl er tevens een brik gestationneerd was. Daarbij echter was Longwood zelf bijna ongenaakbaar.

Vlak bij het kamp van Deadwood was een telegraaf-post opgericht, die door een combinatie van allerlei vlaggen, seinen moest geven – welke door verschillende posten, op de toppen der hoogste rotsen geplaatst, over het eiland werden herhaald waarvan de vijf voornaamste en gewichtigste beteekenden; Generaal Bonaparte heeft de grens van vier mijl overschreden; Generaal Bonaparte heeft de grens van 12 mijl overschreden zonder escorte; Generaal Bonaparte heeft de grens van 12 mijl overschreden met een escorte; Generaal Bonaparte bevindt zich op Longwood-House; Generaal Bonaparte is verdwenen. Om deze laatste en meest belangrijke mogelijkheid te berichten diende een blauwe vlag. Zoodra dit sein zou worden geheschen moesten alle troepen, die over het eiland verspreid lagen, overal patrouilles heen zenden, de twee brikken, die voortdurend rondom het eiland kruisten moesten elk schip, dat zij in zee konden ontdekken, tegenhouden en het oorlogschip, dat vóór James Town geankerd lag, moest, even als een fregat, dat dicht daarbij voor anker lag, onmiddellijk het anker lichten en zich klaar houden om den vluchteling te vervolgen. Dat al die gecompliceerde maatregelen veel te overdreven waren, bewijst onder anderen het oordeel, dat Wellington er over velde, toen hij ze twintig jaar later besprak. Zijn meenig was, dat men met een andere wijze van optreden tegenover Napoleon hetzelfde had kunnen bereiken. Wanneer men weinige plaatsen van St. Helena, die geschikt waren om te landen had laten bewaken en men had er alleen op aangedrongen, dat Napoleon zich elken ochtend en eIken avond aan een Engelsche officier vertoonde, had men hem overigens zijn vrijheid kunnen laten zich te bewegen waar en waarheen hij wilde. Deze wijze van handelen zou het meerendeel der oorzaken en redenen van twist en oneenigheid hebben weggenomen. En verder zou men hem alle correspondentie en briefwisseling hebben kunnen toestaan.

Maar wanneer St Helena, niettegenstaande alle maatregelen, toch door een of andere expeditie ware overrompeld en bezet, met het oog om Napoleon te ontvoeren, dan zou het toch niets hebben gegeven. Hij wilde niet ontsnappen! Het streed tegen zijn eergevoel, tegen zijn politiek, tegen zijn opvattingen omtrent zijn dynastie. En vooral tegen zijn trots en zijn gevoel van eigenwaarde! Wèl wilde hij vrij zijn; wèl heen komen van St. Helena, maar op een andere wijze, niet door te ontsnappen of te ontvluchten. Groot is de belooning niet geweest, die Hudson Lowe van zijn regeering heeft ontvangen, toen hij na den dood van Napoleon in Engeland was teruggekeerd.

Wèl drukte George IV hem bij een audientie krachtig de hand en dankte hem luide voor alles wat hij had gedaan, maar daarbij is het gebleven! Waren het de eigenaardige Engelsche volks-eigenschappen, op politiek gebied, of was het inderdaad een veranderde politiek, waardoor men zich gedwongen voelde openlijk te doen blijken, dat men Hudson Lowe’s optreden als gouverneur van St. Helena afkeurde, en heeft men hem daarom nooit meer eenig ambt van belang opgedragen? Wilde men daardoor te kennen geven, dat men inderdaad van oordeel was als zoude hij de hem door het gouvernement gegeven instructies op al te eigenaardige wijze hebben opgevat en uitgevoerd of was het een manoeuvre van de regeering om de verantwoordelijkheid voor de door haar vooraf beraamden, langzamen sluipmoord van zich af te wentelen en dezen Hudson Lowe op de hals te schuiven? Een feit is, dat hij – ofschoon hij daarna met nog verschillende functies is belast geweest; onder anderen met een militaire betrekking op Ceylon en die van gouverneur der Bermuda eilanden – meer en meer in het vergeet-boek is geraakt en dat hij, niettegenstaande het door hem, tot zijn verantwoording geschreven werk “Mémorial relatif à la captivité de Napoléon à Ste. Hélène,” in 1830 verschenen en het werk van Forsyth, na zijn dood, in 1853 openbaar gemaakt, alleen bekend is en zijn nagedachtenis uitsluitend is blijven voortleven als de onhebbelijke, karakterlooze, ignobele, bekrompen en stomme beul-cipier van den grooten Keizer.

Dit item was geplaatst door Muis.