KIK TEN BOOM
In de vier nummers in juni 1945 – De Zwerver 47 (3 juni 1945) tot De Zwerver 50 (29 juni 1945) – stonden in totaal 71 oproepen (er is genummerd tot 72, maar nr. 39 is per ongeluk overgeslagen) over personen waarvan nog steeds niet bekend was of zij nog leefden en zo ja, waar ze dan verbleven. De oproepen waren steeds voorzien van de toevoeging met spoed te berichten aan het Centraal Bureau van de LO-LKP indien men nuttige informatie kon verstrekken. Zie hier voor het overzicht van de 71 oproepen.
In De Zwerver nummer 50 van 29 juni 1945 verscheen de volgende oproep: ‘Kik ten Boom, wonende Hilversum, Surinamelaan 15, geb. 27-5-’20. Laatste gezien 10-4-’45 op de “Klinket”, Buitenpost van Oranienburg.’
Christiaan Johannes “Kik” ten Boom (Zuilen, 27 mei 1920 – vermoedelijk in Bergen-Belsen, 31 mei 1945) groeide op in een religieus gezin dat erg betrokken was bij het verzet en de hulp aan Joden. Zijn grootvader Casper ten Boom (Haarlem, 18 mei 1859 – Den Haag, 9 maart 1944) was de zoon van iemand die sinds 1837 een horlogezaak had. In 1877 begon de achttienjarige Casper een eigen juwelierszaak in Amsterdam. De diepgelovige Casper was onder meer betrokken bij de liefdadigheidsgroep Tot Heil des Volks. In de oorlog hielp hij Joden en mensen van het verzet om onder te duiken. In maart 1944 werd hij gearresteerd en stierf na een week in de gevangenis in Scheveningen. Ook Kik’s vader, de predikant Willem ten Boom (Amsterdam, 21 november 1886 – Hilversum, 13 december 1946), was in het verzet actief. In 1928 promoveerde hij aan de universiteit van Leipzig op een dissertatie over het rassen-antisemitisme. De rest van zijn leven wijdde Ten Boom aan de jodenzending en het schrijven van boeken over de schoonheid en de waarde van het Oude Testament. Het gezin ten Boom woonde in een fraaie villa aan de Surinamelaan te Hilversum, met daarnaast het door hem opgerichte zorginternaat ‘Theodotion’ (Godsgeschenk) voor de opvang van geestelijk en lichamelijk kwetsbare mensen. Zijn vrouw was daarvoor belast met de dagelijkse leiding. Willem ten Boom werd in februari 1944 gearresteerd toen hij een bezoek bracht aan zijn vader Casper in Haarlem. Hij zat twee maanden in de gevangenis in Scheveningen, maar werd daarna vrijgelaten. Uiteindelijk overleed Ten Boom eind 1946 in zijn huis te Hilversum aan een ziekte die hij tijdens de oorlog in gevangenschap had opgelopen.
Het gezin Ten Boom in 1938, boven Corrie en beide ouders; onder Kik, Betsie en een tweede zoon.
Twee zussen van Wille, de latere evangeliste Corrie ten Boom (Amsterdam, 15 april 1892 – Placentia, 15 april 1983) en Betsie ten Boom (Amsterdam, 19 augustus 1885 – Ravensbrück, 16 december 1944) waren ook betrokken bij de verzetsactiviteiten van de familie Ten Boom. De hele familie werd op 28 februari 1944 gearresteerd, samen met ongeveer dertig andere personen. Zes joden die in de verborgen kamer verbleven werden niet gevonden en overleefden de oorlog. Betsie overleed in december 1944 in Ravensbrück, Corrie overleefde dat kamp wel en werd later een bekende evangeliste. Het pand aan de Barteljorisstraat 19 in Haarlem, waar de familie Ten Boom van 1837 tot 1944 een juwelierszaak had, is nu het Corrie ten Boomhuis ter haar nagedachtenis. Corrie ten Boom’s levensverhaal werd in 1971 uitgegeven in de roman The Hiding-Place (vertaald als De schuilplaats), die de belevenissen van de familie Ten Boom van voor en tijdens de oorlog beschrijft. Ze werd in 1962 bevorderd tot ridder in de Orde van Oranje-Nassau en kreeg voor haar hulp aan Joodse onderduikers in 1967 de Yad Vashem-onderscheiding voor ‘Rechtvaardige onder de Volkeren’. Vader Casper en zus Betsie kregen deze onderscheiding postuum in 2008.
Vanzelfsprekend had ook Kik ten Boom dezelfde antipathie tegen het nationaalsocialisme. Hij werd op een gegeven moment van school gestuurd omdat hij een anti-Duits versje had verspreid. Rond 1942 raakte hij betrokken bij het echte verzetswerk door de verspreiding van illegale publicaties. Deze verzetsgroep met de naam U61 vanwege het adres Utrechtseweg 61 in Hilversum van waaruit men opereerde (de woning van de Hervormde predikant Johannes Frederik Roth) , stond onder leiding van Gé Verheul. Al snel volgden spionage, overvallen op distributiekantoren, wapentransporten, hulp aan onderduikers en piloten. Rond 1943 raakte Kik betrokken bij de Landelijke Organisatie voor Hulp aan Onderduikers van Helena Kuipers-Rietberg. Ook had Kik een eigen verzetsgroep, genaamd Phylax (Behoeder), die na de arrestatie van Kik in augustus 1944 uiteen zou vallen. Kik ten Boom hield zich bezig met hulp aan onderduikers en piloten en deed mee aan verschillende overvallen op distributiekantoren. In 1944 wist hij met valse papieren van de Sicherheitsdienst een aantal mannen vrij te krijgen die waren opgepakt tijdens een razzia in Hilversum. In Hilversum was hij verder betrokken bij de scoutinggroep die de Heideparkgroep werd genoemd en die opereerde vanuit Het Behouden Huys, een blokhut in een bos aan de Surinamelaan in Hilversum. Hoewel de inmiddels door de bezetter was verboden, bleven de scouts hier bijeenkomen en verzetsactiviteiten ondernemen. Kik ten Boom trainde nieuwe scouts in handgevechten en smokkeltechnieken. In het Behouden Huys zat ook een tijdje een Engelse piloot ondergedoken. Een passage uit een dagboek die na de oorlog is geschreven geeft een goed beeld hoe de verzetsgroep te werk ging: ‘We stellen ons
beschikbaar als boodschappendienst. Begin januari richten we ons hoofdkwartier in in een garage aan de Tesselschadelaan. Onze leiding, hopman Ab Sliep en vaandrig Herman Hassink, bivakkeert hier dag en nacht. Van hieruit wordt de boodschappendienst gedirigeerd. In omvang neemt ze steeds verder toe. Iedere dag is een groot gedeelte van de jongens van ’s morgens 9 uur tot ’s avonds 6 uur, de officiële ‘werkdagen’, in dienst. Allerlei boodschappen- en koeriersdiensten worden verricht: het verhuizen van mensen die plotseling ergens vandaan moeten; het overbrengen van stencil- en schrijfmachines, papier en wapens; voedselvoorziening voor de B.S. (Binnenlandse Strijdkrachten); bezorgen van voedselpakketten voor de I.D.H.A. (Inter Diaconale Hulp Actie). In de winter, als er sneeuw ligt, gebeurt dit vrijwel altijd met bobsleetjes. Verder met trekwagentjes, handkarren en fietswagentjes. Ook een bolderkar is in gebruik. De fietsenstalling van de kerk aan de Tesselschadelaan was beschikbaar gesteld als berg-plaats voor al dit rollend materiaal.’
Kik ten Boom werd op 18 augustus 1944 gearresteerd door de Sicherheitsdienst bij een vergadering in Pasadena in Zeist, samen met Piet de Lange, Hans Stakman en Freerk Postmus (Oosternijkerk, 9 augustus 1921 – Neuengamme, 23 november 1944), de leider van Knokploeg-Jan de Groot en een van de leidende figuren binnen de Landelijke Knokploegen. Kik werd betrapt op het bezit van een wapen, die hij vervolgens bij zijn arrestatie gebruikte. Hij werd vastgezet in Kamp Amersfoort, vervolgens kwam hij terecht in Kamp Vught en uiteindelijk in concentratiekamp Sachsenhausen. Daarna werd niets meer van hem vernomen.
Vandaar de oproep in De Zwerver van juni 1945, waarbij de veronderstelling was dat hij in het daar gevestigde concentratiekamp Sachsenhausen was gestorven. Na de oorlog werd echter duidelijk dat hij in de laatste weken van de oorlog, ernstig verzwakt inmiddels, was getransporteerd naar het concentratiekamp Bergen-Belsen en daar waarschijnlijk zo’n drie weken na het einde van de oorlog alsnog is overleden. In Hilversum is de Ten Boomstraat naar hem vernoemd. Aan de gevel van het huis op de hoek Stroelaan – Ten Boomstraat is ook een monument ter ere van hem geplaatst. In 2020 publiceerde de Argentijnse journalist Guillermo Font zijn historische roman ‘El nieto del relojero’, dat ook in het Engels (‘The Clockmaker’s grandson’) werd gepubliceerd maar opvallend genoeg nog steeds geen Nederlandse vertaling kende.
