OORLOGSMONUMENT ONSTWEDDE 4

02 - Onstwedde monumentHet oorlogsmonument in de Hardingestraat in Onstwedde (gemeente Stadskanaal) bestaat uit een hardstenen tegel en een natuurstenen gedenksteen in een omlijstingsplateau van veldkeien. Op de tegel is in reliëf een kruisteken aangebracht. Het monument is 1 meter 40 hoog, 1 meter breed en 14 centimeter diep. Naast het gedenkteken is een kunststof gedenkplaat geplaatst in een frame van metaal. De tekst op de gedenksteen luidt: ‘‘Nooit meer 1940 – 1945’ en de tekst op de tegel ‘Misschien is er hoop’, met ook de Hebreeuwse vertaling van deze tekst. Met het monument worden de 24 inwoners herdacht die tijdens de Tweede Wereldoorlog door oorlogshandelingen om het leven kwamen, plus de twee Britse piloten die in de directe omgeving van het dorp neerstortten.

7
1 mei 1943 – Harm Wessels

Harm Wessels (Onstwedde, 7 november 1917 – Winschoten, 1 mei 1943) was een landarbeider, woonachtig aan de Holterweg 8 in Alteveer en werkzaam voor Hendrik Bessembinders in Wessinghuizen Hij was verloofd met Harmke Knolhoff, die eigenlijk had willen trouwen maar Harm wilde nog een jaartje wachten om nog wat extra geld te verdienen en te sparen voor de trouwerij. Misschien zou dan in de tussentijd ook die rottige oorlog over zijn. Harm werd later hier en daar weggezet als een van de leiders achter de lokale stakingen die deel uitmaakte van de april-meistaking (ook bekend als de melkstaking of mijnstaking), een grote, algemene en antinazistische staking tegen de gedwongen arbeidsinzet tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het is het meest massale protest van bezet Europa en misschien de grootste staking uit de Nederlandse geschiedenis. De nazi’s doodden hierbij ruim tweehonderd mensen. Meerdere mensen hebben echter met grote stelligheid laten weten dat Harm op geen enkele manier betrokken was bij de stakingsactiviteiten. Harm Wessels was gewoon een eenvoudige jongeman, die op een verkeerd moment op een verkeerde plaats was en dat met een verkeerde reactie probeerde te corrigeren?

07 - Harm Wessels 1Eind april 1943 was het al een tijdje onrustig. Op 29 april kwam Friedrich Christiansen (1879-1972), de Wehrmachtsbefehlhaber in den Niederlanden, met de volgende mededeling: ‘Na de capitulatie van het Nederlandse leger in Mei 1940 heeft de Führer en Opperbevelhebber van de Duitse Weermacht ‘bevel gegeven tot onmiddellijke invrijheidsstelling van de Nederlandse soldaten uit de krijgsgevangenschap. Deze maatregel werd vanzelfsprekend genomen op voorwaarde, dat de Nederlandse officieren en manschappen deze grootmoedige handelwijze met een dienovereenkomstige houding ten aanzien van de Duitse bezettende macht, zouden beantwoorden. Een groot gedeelte van hen heeft aan deze verwachting voldaan; in vele gevallen is echter onder invloed van onverantwoordelijke ophitsers een tegenovergestelde ontwikkeling gevolgd. Reeds in Mei 1942 moesten derhalve de voormalige beroepsofficieren opnieuw in krijgsgevangenschap worden weggevoerd. De Duitse weermacht heeft sindsdien bijna een vol jaar laten verstrijken in de verwachting dat deze duidelijke waarschuwing zou worden verstaan. In feite hebben echter afzonderlijke leden van het voormalige Nederlandse leger door hun vijandig gedrag telkens opnieuw het vertrouwen dat bij hunne vrijlating in hen werd gesteld, geschonden. Dit misbruik van een volkomen vrijwillig teruggeschonken vrijheid wordt thans niet langer meer geduld. De Wehrmachtbefehlshaber in den Niederlanden beveelt derhalve, dat de leden van het voormalige Nederlandse leger terstond opnieuw in krijgsgevangenschap worden weggevoerd. Hij zal de betrokken personen in de dagbladpers tot persoonlijke aanmelding oproepen. Wie aan de oproep van de Wehrmachtbefehlshaber geen gevolg geeft of tracht zich op andere wijze aan de krijgsgevangenschap te onttrekken, moet op de strengste maatregelen rekenen. Dit geldt eveneens voor personen, die de betrokkenen bij dergelijke pogingen ondersteunen. Allen, die thans in krijgsgevangenschap moeten terugkeren, hebben dit uitsluitend aan de ophitsers te danken, die door hun misdadig gedrag deze maatregel noodzakelijk maakten.”

Het werd de aanleiding voor een landelijke staking, die op dezelfde donderdag 29 april 1943 begon bij Machinefabriek Gebr. Stork & Co in Hengelo en zich razendsnel over het hele land verspreidde. De staking kwam niet uit de lucht vallen. In het illegale blad Pieter ‘t Hoen van Frans Goedhart was begin april 1943 al opgemerkt dat het wachten was op ‘één kapitaal feit dat iedere Nederlander zó diep in het hart zou grijppen, dat allen het als één man voelen’, dit het ogenblik zou zijn om allemaal de handen te laten zakken en de machines stop te zetten. De mededeling was de aanleiding om de gehele Nederlandse economie plat te leggen. Om de staking neer te slaan kondigde de Duitsers op 31 april het ‘Polizei-Standrecht’ af, wat betekende dat een doodvonnis ter plekke mocht worden voltrokken.

Op zaterdagmorgen 1 mei 1943 was het in Onstwedde al vroeg onrustig. Om 06.00 uur kwam een groepje bij elkaar voor hotel De Vries, midden in de Dorpsstraat. Er werd tevreden teruggekeken op het verloop van de eerste stakingsdagen. Er werd voorgesteld een verkeersblokkade op te richten op de plek waar de Luringstraat op de Dorpsstraat uitkomt. Ook moesten nu alle boeren en landarbeiders in Onstwedde en omgeving worden overgehaald vanaf nu helemaal niet meer te werken. Ook moest geen melk meer aan de fabriek worden geleverd. Een paar man die zich bij het groepje aansloten zeiden dat ze onderweg al een aantal volle melkbussen hadden omgetrapt hebbe07 - Harm Wessels 5kopien. ‘Dei melk kinn’n de Movv’n in elks geval nich meer opzoep’n…..’, voegden ze er lachend aan toe. Degenen die de stakingsboodschap verder zouden gaan verspreiden zetten zich op de fiets en vertrokken naar Veenhuizen, Holte, Ter Wupping, Barlage en zelfs naar Bourtange. Daar stuitten ze echter op een afdeling van de Jeugdstorm die het oude vestingdorp hadden afgegrendeld. Rond het middaguur was iedereen weer terug, sommigen met versterking. De Dorpsstraat was inmiddels geblokkeerd en de anti-Duitse stemming steeg snel.

Rond het middaguur kwam Harm Wessels op de fiets van de Holte aan. Hij ging eerst in het winkeltje van Moed aan de Dorpsstraat nog even ‘een pakkie tebak’ halen. Als hij de volksoploop ziet, kuiert hij daar met de fiets aan de hand op af. Nieuwsgierig wat daar eigenlijk aan de hand was. Enkele enthousiaste omstanders willen hem graag bijpraten over de aard van hun samenkomst. Terwijl ze drukdoende waren met die uitleg, kwam over de Luringstraat een overvalwagen van de Ordnungspolizei aangeraasd. De groep stakers begreep onmiddellijk dat ze zich maar beter snel uit de voeten konden maken. De fietsen werden snel aan de kant gegooid en iedereen probeerde achter huizen en schuren een veilig heenkomen te vinden. Enkele jongere stakers renden over het achterpad richting de Wessinghuizerweg. Harm Wessels volgde intuïtief dit groepje.

‘Halt! Stehen bleiben! Sofort stehen bleiben, oder ich schiesse!!‘ De angstige figuur op het paadje hoort echter niets, ziet niets, rent alleen maar, rent voor z’n leven. Het machinegeweer ‘kucht’ een paar keer. De rennende man lijkt even in te houden, wil dan toch opnieuw doorspurten …… blijft in plaats daarvan plotseling staan…….. tuimelt voorover in het gras. Een ijskoude stilte valt. Wanneer de Duitse SS-schutter bij z’n slachtoffer komt, blijkt de man ondanks diverse kogelwonden nog te leven. Alsof het eenmtragisch ongeluk betreft, wordt in allerijl transport naar het St. Lucas-ziekenhuis in Winschoten geregeld. De dood is evenwel sneller dan de auto. Bij aankomst kan een arts slechts het overlijden vaststellen. De trouwplannen van Harm Wessels, van de Holte, 25 jaar oud, zullen niet doorgaan.

Harmke Knolhoff werd door haar broer zo snel mogelijk op de hoogte gebracht en ging met dominee Dam direct naar Winschoten. Ook Harms ouders, die snel met een koets vanaf Holte overkwamen, waren te laat. Op maandag 3 mei zou ’s morgens om elf uur de begrafenis plaatsvinden. Toen dominee Dam zijn uitvaartpreek net had beëindigd, verscheen een politieman die namens de Duitse bezetters meedeelde dat de begrafenisceremonie onmiddellijk moest worden gestopt omdat Harm Wessels deze dag niet mocht worden begraven. Iedereen kreeg het dwingende advies direct naar huis te gaan. Op dinsdag 4 mei 1943 kon om zeven uur in de ochtend de begrafenis alsnog doorgang vinden. Alleen de naaste familie mocht er aanwezig zijn. Hij werd hij begraven op de Gemeentelijke Begraafplaats te Onstwedde (vak/rij/nummer BN II6).

07 - Harm Wessels 2 07 - Harm Wessels 3

Dit item was geplaatst door Muis.