FRANS GOEDHART
Frans Goedhart (Amsterdam, 25 januari 1904 – Amsterdam, 3 maart 1990) was een Nederlands politicus, verzetsstrijder en journalist. Vanaf zijn zesde jaar groeide hij op in verschillende weeshuizen, nadat zijn vader overleden was en zijn moeder niet in staat was hem te verzorgen. Na afronding van zijn MULO-opleiding in Dieren in 1922 werd hij als leerling-journalist aangenomen bij de Velpsche Courant. Een jaar later kwam hij in dienst bij de Provinciaalsche Geldersche en Nijmeegsche Courant. In 1924 trad hij in dienst van De Telegraaf, maar na anderhalf jaar werd hij ontslagen omdat hij aan astma leed. Hij slaagde er daarna nauwelijks in het hoofd boven water houden en greep de kans aan een baan te krijgen bij de Belgische krant Het Laatste Nieuws, een krant die in juni 1888 in Brussel was opgericht en een liberale en vrijzinnige karakter had. De krant was aanvankelijk een spreekbuis van het radicaal antiklerikalisme, maar later werd een ruimer publiek bereikt door een gematigdere stijl, meer regionaal nieuws en een verruimde sportkatern. Tijdens de Tweede Wereldoorlog zou het blad onder Duitse censuur blijven verschijnen. Hier beleefde Goedhart de eerste jaren van de economische depressie. Omdat hij in 1931 deelnam aan een grote typografenstaking werd hij hier ontslagen. Hij en zijn echtgenote (hij was op 10 juli 1929 in het huwelijk getreden met Maria van den Ring, met wie hij een zoon kreeg. Dit huwelijk werd ontbonden op 12 november 1945. Op 13 december 1945 hertrouwde hij met Maria van Alebeek, lerares Nederlands en geschiedenis, met wie hij een dochter en een zoon kreeg) keerde begin 1932 terug naar Nederland.
Zijn ervaringen in België hadden zijn politieke opvattingen geradicaliseerd. Het beeld van de strijdbare Sovjet-Unie, dat uit de communistische propaganda naar voren kwam, sprak hem aan in deze tijd van werkloosheid en snelle opkomst van het nationaalsocialisme. Al in België had hij enkele artikelen voor De Tribune geschreven en in 1931 schreef hij ook een artikel voor het radicale Nederlandse magazine Links Richten. Kort na zijn terugkeer in Nederland werd hij lid van de Communistische Partij Nederland en werd redacteur binnenland van het communistische partijorgaan De Tribune. Hij ontwikkelde zich tot een geëngageerde journalist, die zich de typische, vaak sarcastische stijl van schrijven van dit communistische dagblad snel eigen maakte. Al gauw kwam hij achter het dictatoriale karakter van de Sovjet-Unie en nam zijn kritiek toe op de CPN, die hij als slaafse volgeling van Moskou ging zien. Toen hij zich schaarde aan de zijde van een groepje opposanten binnen de partij, werd op 4 oktober 1934 in De Tribune zijn royement bekendgemaakt. Tijdens een rondreis door Duitsland in 1933, waarbij hij contacten met ondergedoken Duitse communisten had gelegd, had hij kennis gemaakt met de praktijk van Hitlers regime. Juist om die reden had hij aanvankelijk de hoop op het communisme niet willen opgeven. Ook na zijn royement roerde hij zich nog in kringen die een nieuwe communistische partij oprichtten. Toen dit in 1935 gebeurde, zag Goedhart niet langer het nut van zo’n partij, die gedoemd was een machteloze splintergroepering binnen het Nederlandse politieke bestel te worden. Hierna bleef hij zich bewegen in het links-radicale milieu van politieke opposanten van de CPN en liet geen kans voorbijgaan in woord en geschrift de stalinistische terreur in de Sovet-Unie aan de kaak te stellen. In het najaar van 1938 kon hij aan de slag als correspondent van de Belgische krant Vooruit, dat sinds 1884 in Gent door de socialistische Samenwerkende Maatschappij Vooruit werd uitgegeven. Hij ging er vrijwel wekelijks de Nederlandse politiek analyseren. Hij stelde zich op als een ‘radicale burger’, een non-conformist bij uitstek. Hij wilde zijn lezers winnen voor een nieuwe partij die streed voor een slagvaardiger democratie. De Nederlandse houding van neutraliteit en politieke passiviteit tegenover het nationaalsocialisme vond hij een uiting van behoudzucht. Fel ageerde hij tegen de in zijn ogen fatale sociaal-economische politiek. Steeds positiever oordeelde hij daarentegen over de Sociaal-Democratische Arbeiderspartij (SDAP), die sedert 1937 een nieuwe koers was ingeslagen die de partij ook voor de brede middenklasse aantrekkelijk maakte. Van die partij verwachtte hij de noodzakelijke geestelijke en daadwerkelijke weerbaarheid tegen nationaalsocialisme en antisemitisme. Hij stond echter te ver af van de sociaaldemocratische traditie om partijlid te worden. Van communist was Goedhart in de loop van de jaren dertig een democraat en onafhankelijk socialist geworden.
Goedhart zou de rest van zijn leven vasthouden aan een wereldbeeld waarin hij geen nuances onderscheidde tussen Stalin en Hitler en de twee verschillende dictatoriale wereldbeelden die ze vertegenwoordigden. Zijn felle anti-nationaalsocialisme werd gevoed door zijn inzicht dat er een acute dreiging was van een Duitse aanval op Nederland. Voor Goedhart was iedereen die vanuit dit nationale standpunt niet koos voor bestrijding van dit gevaar een vijand en een verrader van de democratische vrijheden. Toen in mei 1940 de dreiging werkelijkheid was geworden, verscheen als logische consequentie op 25 juli 1940 illegaal zijn Nieuwsbrief van Pieter ’t Hoen, waarvoor hij voor de naam inspiratie had gevonden in een verre voorganger, de Nederlands journalist, dichter en politicus Pieter ’t Hoen (1744-1828) die als Patriot ten strijde was getrokken tegen het absolutisme van zijn tijd. De gestencildevillegale nieuwsbrief bevatte politieke opiniërende artikelen over de situatie waarin Nederland terecht was gekomen. De felle opiniërende artikelen in deze Nieuwsbrief van Pieter ’t Hoen maakte deze vroege illegale uitgave waardevol: ‘Gretig greep hij alles aan dat zich voor een beschouwing over ‘goed’ of ‘fout’ leende. Zijn bewuste ongenuanceerdheid, optimisme en bijtende spot waren erop gericht mensen in dat eerste bezettingsjaar de ogen te openen voor de werkelijke situatie van Nederland en hen te helpen de juiste houding te bepalen’.
In de loop van 1940 zocht Goedhart contact met een aantal mensen die voor de oorlog belangrijke posities innamen binnen de pers en de sociaaldemocratische politiek, maar dat vanwege de bezetting niet konden voortzetten. Goedhart kreeg nu steun van enkele professionele journalisten en politici, die in de kracht van het geschreven woord geloofden en die in de uitbouw van Goedharts uitgave, inmiddels binnen Amsterdam populair geworden, een mogelijkheid zagen om het Nederlandse volk politiek te informeren. In het voorjaar van 1941 werd Goedharts Nieuwsbrief omgevormd tot Het Parool, dat op een breder lezerspubliek mikte en een grote oplaag beoogde. De sociaaldemocratisch getinte verzetskrant richtte zich vooral op Amsterdam. De eerste uitgave van Het Parool verscheen op 10 februari 1941, waarvoor Goedhart het motto bedacht: het aan het Wilhelmus ontleende ‘Vrij onverveerd’. Vanaf augustus 1941 werd de krant niet meer gestencild, maar gedrukt. Hoe gevaarlijk het uitgeven van een illegaal blad bleek uit het lot van de oprichters. Maurits Kann, voormalig redacteur van De Groene Amsterdammer, werd in mei 1941 gearresteerd en op 29 maart 1942 gefusilleerd. Frans Goedhart en H.B. (‘Stuuf’) Wiardi Beckman, voormalige hoofdredacteur van Het Volk, werden op 18 januari 1942 werden bij een vluchtpoging naar Engeland gearresteerd. In december 1942 stond Goedhart met 22 andere verdachten terecht in het eerste Parool-proces en hoorde hij de doodstraf tegen zich eisen. Op 2 augustus 1943 wist hij bij een transport uit het concentratiekamp Vught te ontsnappen. Wiardi Beckman stierf op 15 maart 1945 in het concentratiekamp Dachau aan tyfus. Jaap Nunes Vaz, voormalig redacteur van het ANP, werd op 25 oktober 1942 gearresteerd wegens het niet dragen van de Jodenster en stierf in het vernietigingskamp Sobibór. Lex Althoff, voor de oorlog redacteur van Het Volk en tijdens de oorlog lid van de Ordedienst, werd op 29 juli 1943 op de Leusderheide gefusilleerd. Koos Vorrink, voorzitter van de SDAP, werd op 1 april 1943 op het stationsplein in Eindhoven gearresteerd door de Sicherheitsdienst en in april 1944 op transport gezet naar het concentratiekamp Sachsenhausen, waar hij in april 1945 werd bevrijd. Odo Croiset, de drukker van de eerste nummers van Het Parool, werd al in oktober 1941 gearresteerd, ging in eerste instantie naar Kamp Amersfoort, daarna naar concentratiekamp Sachsenhausen en overleefde daarna nog een paar Duitse kampen. Hans Warendorf, advocaat en voor de oorlog lid van het Uitvoerend Comité buitengewone Steunactie Joodsche Invalide, was een van de drie Joodse oprichters van de krant. Hij wist in november 1942 te vluchten naar Engeland en richtte na terugkeer in 1947 in Amsterdam een eigen advocatenkantoor op. Kees de Groot, secretaris bij de KLM, werd begin maart 1945 door de Sicherheitsdienst toen hij een woning betrad waar juist op dat moment door de SD huiszoeking werd gedaan. De Duitsers hebben nooit geweten hoe hij heten en dat hij op dat moment het illegale blad leidde. Op 8 maart 1945 is hij op de leeftijd van 31 jaar geëxecuteerd in Amsterdam, als een de velen ter vergelding van de aanslag op SS-generaal Hanns Rauter. Gerrit Jan van Heuven Goedhart, voormalig hoofdredacteur van De Telegraaf en het Utrechts Nieuwsblad, dat hij in de jaren dertig door zijn opstelling jegens nazi-Duitsland een gezaghebbende krant maakte. Hij was in de jaren dertig ook vicevoorzitter van het Comité van Waakzaamheid van Nederlandsche Intellectueelen tegen het nationaalsocialisme. Nadat vrijwel de voltallige leiding van Het Parool eind 1942 was opgepakt, nam hij de eindredactie op zich.. Samen met Kees de Groot leidde hij het blad tot april 1944. Bij een nieuwe arrestatiegolf vanaf 21 januari 1944 wist van Heuven Goedhart via de Dutch-Paris verzetsorganisatie naar Londen te ontsnappen. Na zijn vertrek naar Londen werd de eindredactie opnieuw ter hand genomen door Frans Goedhart, die op 2 augustus 1943 bij een transport had weten te ontsnappen uit Kamp Vught. Jan Meyer, een journalist en departementaal ambtenaar, was een actief lid van de SDAP, net als zijn vriend Simon Carmiggelt. Hij werd begin 1942 nadat vele redactieleden waren opgepakt, de leidende figuur binnen Het Parool. Hij werd echter in oktober 1942 ook opgepakt, toen zijn organisatie, die een eigen berichtenlijn naar Londen wilde opzetten, door de Duitsers bleek te zijn geïnfiltreerd. In juni 1943 werd Meijer echter vrijgelaten als gevolg van misverstanden en rivaliteit tussen de verschillende Duitse inlichtingendiensten. Meijer dook daarna onmiddellijk onder en werd opnieuw lid van de redactie van Het Parool. Door zijn voorzichtige optreden bleef hij buiten schot toen de Duitsers in december 1943 en januari 1944 verscheidene kernfiguren van Het Parool arresteerden. Wim van Norden was vanaf december 1941 een van de leidende figuren. Hij werd ook gevangengenomen en zat van 19 oktober 1942 tot 31 maart 1943 vast in de gevangenis in Scheveningen. Omdat zijn betrokkenheid bij Het Parool niet kon worden bewezen, werd hij vrijgelaten. Hij was een van de weinigen van de oprichters die de oorlog overleefden.
Volgens een onderzoek van Madelon de Keizer in 1991 hebben in totaal bijna 80 medewerkers van Het Parool de oorlog niet overleefd. Behalve deze ‘kopstukken’ werden ook vele drukkers en verspreiders van het blad gearresteerd en veelal ter dood veroordeeld. Zo regelde Simon Carmiggelt de druktechnische verzorging voor Den Haag, maar toen de grond hem daar te heet onder de voeten werd, verhuisde hij naar Amsterdam. Daar werd hij een maal gearresteerd, maar vrijgelaten omdat iemand die bij de gevangenis werkte de kopij en drukproeven die in zijn bezit waren, had verdonkeremaand.
In de zeshoofdige redactie van Het Parool van links-liberalen, sociaal-democraten en linkse socialisten gaven Goedhart en Koos Vorrink de toon aan, maar het zou al in het voorjaar van 1942 door compromisloze opvattingen leidden tot politieke wrijvingen en uiteindelijk tot een breuk. Vorrink wilde op basis van de vernieuwingskoers van de SDAP de grondslag leggen voor een nieuw Nederland dat na de nederlaag van het Derde Rijk verrijzen moest. Goedhart propageerde in zijn artikelen de algehele liquidatie van de vooroorlogse politieke constellatie ten behoeve van een verjongd, vernieuwd en krachtdadig Nederlanden namens de illegaliteit claimde Goedhart een grote mate van medezeggenschap in de vormgeving. Na het vertrek van Vorrink en de steeds grotere oplage van het blad was Het Parool binnen het illegale politieke bestel een factor van betekenis geworden, vooral dankzij Van Heuven Goedhart, de voormalige hoofdredacteur van het Utrechts Nieuwsblad. Het in mei 1944 gepubliceerde manifest van Het Parool en haar zusterblad Vrij Nederland behelsden een uitgewerkt vernieuwingsprogram dat op een breed progressief publiek mikte. Het was op hoofdpunten in de geest van wat Goedhart voor zijn arrestatie veelvuldig in Het Parool had aangeprezen en het werd het basisprogram van de verzamelde linkse politieke illegaliteit. Nadat Van Heuven Goedhart naar Engelandwas uitgeweken, stond Goedharts redacteurschap in het teken van een socialistische vernieuwing van de democratie. De ‘oude politiek’ verzette zich echter krachtig en vanaf begin 1945 was het Goedhart duidelijk dat de vernieuwingsgezinden aan de verliezende hand waren.
Frans Goedhart lijkt eieren voor zijn geld te hebben gekozen en zich te hebben neergelegd bij het feit dat de vernieuwingen lang niet zo ingrijpend waren als hij had gehoopt. Direct na de bevrijding van Nederland was Goedhart achtereenvolgens lid van de Nationale Adviescommissie en het Noodparlement. Voor zijn verzetsdaden werd hij onderscheiden met de Amerikaanse Medal of Freedom. Tot hoofdredacteur van het naoorlogse Parool werd echter niet hij benoemd, maar zijn bijna-naamgenoot Gerrit Jan van Heuven Goedhart. Frans Goedhart bleef nog tien jaar als redacteur en voorzitter van de stichting aan Het Parool verbonden. In 1955 vertrok hij na een conflict met hoofdredacteur Koets. Namens de Partij van de Arbeid was hij van 1946 tot 1970 lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. In 1970 vormde hij samen met fractiegenoot Wybrand Schuitemaker de fractie Groep Goedhart, die zich had afgesplitst van de PvdA, en behoorde hij tot de oprichters van de nieuwe politieke partij DS’70. In 1971 verliet hij het parlement. Frans Goedhart overleed in 1990 op 86-jarige leeftijd.