HET IS WEER NAATJE

De uitdrukking ‘het is naatje’, soms wordt ook wel ‘naatje pet’ gebruikt, betekent ‘het is waardeloos’, ‘pet’, ‘knudde’ of ‘kut’ (excusez le mot). In het midden van de jaren zestig zong Wim Sonneveld in zijn conference Frater Venantius een liedje, samengesteld uit tekstregels uit uiteenlopende Nederlandse liedjes. Eén van die regels is “’t is weer naatje op de Dam”. Waar komt die uitdrukking nu weer vandaan?

In 1856 werd op de Dam, op de plaats waar ook nu een nationaal monument staat, ook een nationaal monument geplaatst. Officieel heette dat De Eendracht, maar in de volksmond werd het al snel ‘Naatje van de Dam’ of ‘Naatje op de Dam’’ genoemd. Zo’n vijfentwintig jaar na de Tiendaagse veldtocht tegen de Belgische opstandelingen begonnen enkele oud-strijders zich sterk te maken voor de oprichting van een nationaal monument. Het zou een herdenking zijn aan de Veldtocht, die niet erg glorieus afliep voor het Nederlandse leger, maar vooral een symbool moeten zijn van de Nederlandse volksgeest in 1830-1831. De naam Eendracht was natuurlijk niet toevallig gekozen. Er was weinig draagvlak voor zo’n monument, maar desondanks werd een prijsvraag uitgeschreven. De kunstenaar Paul Tétar van Elven, die indertijd vooral bekend was vanwege zijn ontwerp van de paleislantaarns, maakte het voetstuk. Het beeld werd door Louis Royer gemaakt, pikant genoeg van oorsprong een Vlaming. Royer was op dat moment de bekendste beeldhouwer in Nederland, die onder meer voor de stad Amsterdam de beelden van Rembrandt en Vondel had gemaakt. Ook de steen die hij gebruikte om het beeld te maken was afkomstig uit België. Deze steensoort was zeer zacht, zou de tand des tijds daarom niet doorstaan en daardoor nog een belangrijke rol gaan spelen in dit verhaal. Je zou haast vermoeden dat Royer dat opzettelijk heeft gedaan.

Naatje op de DamOp 10 december 1855 werd de eerste steen gelegd en op 27 augustus 1856 zou het monument in het bijzijn van koning Willem III worden onthuld door enkele invalide oud-soldaten. De onthulling geschiedde echter voortijdig door een windvlaag. Het gehele beeld bestond uit verschillende achtkantige en vierkante brokken hardsteen. Deze werd daarbij gesierd door een leeuw, die echter volgens velen niet imposant was. Bovenop het geheel stond een bijna vier meter hoge jongedame, De Eendracht. Als snel ontstond de bijnaam Naatje Eendracht, Naatje op de Dam en later kortweg Naatje. Waar deze naam vandaan komt, is niet geheel duidelijk. Het zou kunnen dat de tekst op het beeld verkeerd gelezen werd en dat NATIE voor NATJE werd aangezien, dat weer werd verbasterd naar Naatje. Dit was een gangbare vrouwennaam, afgeleid van Catharina, maar tevens zou het kunnen verwijzen naar het vrouwelijk geslachtsdeel(!).

Het beeld was dus van slechte steen gemaakt. Vorst en regen deden hun werk en Naatje raakte al na een aantal jaar een deel van haar neus kwijt. Haar hoofd zaagde men af om het te kunnen restaureren en nadien werd het teruggeschroefd op het beeld. Op 2 mei 1907 viel haar rechterarm kapot in het fonteinbassin. Haar arm werd niet vervangen. Haar voorhoofd, wangen en kuiten waren intussen ook ernstig aangevreten door het weer. Het monument werd dan ook geheel bedekt met bloemen als er hoog bezoek op de Dam werd verwacht, zodat het zicht van het toegetakelde beeld werd ontnomen.

Op 25 juli 1913 bespraken B&W van de gemeente Amsterdam een voorstel om het beeld te laten verwijderen. De Dam werd verbouwd, de tramsporen op het gedeelte van de Dam voor het Paleis werden verlegd en op 8 april 1914 werd Naatje verwijderd. Volgens de liedtekst Het verdwijnen van Naatje van de Dam was heel Amsterdam in rouw. Het refrein luidde: “Nu gaat Naaije treurig heen / O, noje le heine, ze moet verdwijnen / Nu gaat Naatje van de dam / Ze moet verdwijnen voor de elec-te-ri-sche tram”. In werkelijkheid waren er maar weinig Amsterdammers die rouwden om het verdwijnen van het armzalige beeld. Die Amsterdammers zongen: “Lieve Naatje, schrei toch niet. Nu gij dra de sloopers ziet, Lang genoeg stondt ge op den Dam, Oud en stijf, mismaakt en lam”.

De restanten werden verplaatst naar het Stedelijk Museum. Alleen het hoofd zou er nog aanwezig zijn, begraven in de museumtuin van het museum.

naatje tekening

Dit item was geplaatst door Muis.

2 thoughts on “HET IS WEER NAATJE

  1. Pingback: DAM TE AMSTERDAM – ca. 1890 | MUIZENEST

Plaats een reactie