IZAK VAN DER HORST (05)
Izak van der Horst (Aarlanderveen, 4 maart 1909 – Vught, 4 september 1944) vormde samen met Johannes Post, Theo Dobbe, zijn stadsgenoot Hilbert van Dijk, Bertus Valstar en Liepke Scheepstra de top van de landelijke KP.
Van der Horst woonde met zijn gezin met vier kinderen aan de Emmastraat te Kampen, waar hij een baan als notarisklerk had. Hij zette zich in voor de LO, gebruikte daarvoor schuilnamen als Jacques, Van Andel, Andersfoort en Louis en behoorde al snel tot de top van deze organisatie.
In 1943 ving de LO zoveel mensen op dat het lastig werd om alle onderduikers van voedsel te voorzien. Zo waren Van der Host en Van Dijk zeer actief in de Noordoostpolder waar het mogelijk was om als arbeider aan de slag te gaan. Daarvoor is dan wel een goede Ausweis nodig en het Kamper verzet zorgt dan voor de valse stempels en andere benodigde attributen om zo’n veilige Ausweis te leveren. Er werd in de zomer van 1943 besloten om een afdeling in het leven te roepen die zich bezig zou gaan houden met overvallen op distributiekantoren, de LKP – de Landelijke Knokploegen. Izak was betrokken bij de oprichting van de LKP, hij bekleedde er de functie van penningmeester en onderhield vanaf dat moment vanuit die functie de contacten met de LO. Hij werkte daarbij nauw samen met verzetslieden als H. Dienske en J.J. Hendrikx.
De website www.go2war2.nl heeft een uitvoerig artikel over Johannes Post, een van de strijdmakkers van Van der Horst en wellicht wel de beroemdste Nederlandse verzetsheld:
Omstreeks maart 1944 ontving Johannes een uitnodiging voor een vergadering van de Top-LKP. Deze LKP had een zogenaamde leider, Hilbert van Dijk, een penningmeester, Izak van der Horst en twee leden die zorgden voor een zogenaamd ‘kraakschema’. Dit schema werd samengesteld naar aanleiding van de wensen die van burgers of verzetsgroepen afkomstig waren. Om het risico van de deelnemende KP’ers niet te vergroten werd de afspraak gemaakt dat alleen gekraakt zou worden wat de LO nodig had. De twee mannen, Leendert Marinus Valstar en Liepke Scheepstra, hadden het razend druk. Voornamelijk Scheepstra, voor wie het werk te veel werd, pleitte voor een eigen vertegenwoordiger in het noordoosten en in het zuidoosten. In het zuidoosten was het niet moeilijk een eigen vertegenwoordiger aan te stellen. Omdat er veel rooms-katholieken woonden, werd gekozen voor de rooms-katholieke Hans Dobbe. Maar in het noordoosten werd het wat lastiger om een vertegenwoordiger aan te stellen. Van der Horst stelde Johannes Post voor om die functie te vervullen. Daarmee bleek niet de gehele Top akkoord te gaan. Onder andere zijn onderlinge spanningen tussen Leendert (Valstar) en hem hier oorzaak van. Johannes kreeg de verantwoordelijkheid over de drie noordelijke provincies, maar men kwam echter overeen dat hij niet bij de vergaderingen aanwezig zou zijn. Johannes zou de nodige informatie krijgen van Scheepstra. Ondanks de opgelegde beperkingen was Johannes vereerd: hij zag hierin zeker waardering voor zijn werk.
Na het paasweekend dat hierop volgde vertrok Johannes naar het noorden om daar de organisatie op gang te brengen. Hij moest afscheid nemen van zijn eigen KP, die verder ging onder leiding van Jan Wildschut. Deze KP is echter nooit een succes geworden. In het noorden aangekomen, trachtte Johannes verzetsgroepen te overtuigen om zich in een provinciaal samenwerkingsverband te verenigen. Zodoende werden hun krachten gebundeld en werden lokale verzetsgroepen opgenomen binnen de LKP. In Drente was dit niet moeilijk, maar in Groningen ging het niet zo eenvoudig. Hier moest behoorlijk wat gepraat worden voordat het enigszins op poten stond. In Friesland ging het wel weer goed. Daar waren twee goede leiders die de zaken voor elkaar hadden en waarmee goed te overleggen viel.
Nadat Johannes dit karwei geklaard had, kreeg hij het bericht dat Leendert Valstar (mede-Toplid) in Delft was gearresteerd. De noordelijke provincies moesten het even stellen zonder Johannes, want hij spoedde zich naar Rotterdam. In die periode werd ook mede-Toplid Izak van der Horst gearresteerd. In korte tijd leek de Sicherheitspolizei de gehele Top weg te vagen. Vele vrienden en kennissen van Johannes werden gearresteerd. Aanvankelijk werden er twee andere opvolgers voor Valstar aangewezen. De ene bleef echter liever op de plek waar hij was, terwijl van de ander na een korte periode duidelijk werd dat hij deze taak niet aankon. Voor zo’n zware taak met bijbehorende verantwoordelijkheid waren de geschikte mensen niet voor het oprapen. Johannes was echter één van de mensen, die in staat waren dit werk op zich te nemen. Daarom werd Johannes de opvolger van Valstar. De mannen die eerst onder Leendert Valstar hadden gewerkt, hadden echter weinig vertrouwen in Johannes. Dit kwam waarschijnlijk ook omdat Johannes de werkwijze van Valstar aanpaste naar zijn eigen wensen. In de dagen die hierop volgden, behaalde mede-Toplid Scheepstra op zondag 11 juni 1944 een schitterend succes. Hij pleegde een overval op een gevangenis in Arnhem, waarmee hij vierenvijftig gevangenen bevrijdde. Twee dagen na deze succesvolle overval viel ook mede-Toplid Izak van der Horst weg. Dit was wederom een grote slag voor de Top. Hilbert van Dijk was zich steeds meer gaan toeleggen op het LO-werk. Daarom bleek van het oorspronkelijke kwartet nog maar één persoon in de Top te zitten, namelijk Liepke Scheepstra. Na deze arrestatie veranderde Johannes. Volgens een naoorlogse verklaring van Scheepstra: “Toen Izak gearresteerd is, veranderde het plotseling. Toen was het ook, alsof het een andere Johannes was.” Er groeide wat rivaliteit tussen Liepke Scheepstra en Johannes. Scheepstra had de neiging zich als leider te manifesteren, de twaalf jaar oudere Johannes wilde echter zeker niet voor hem onderdoen. Omdat deze twee personen nu te veel werk moesten leveren, kwam Hilbert van Dijk gedeeltelijk de plaats van Izak overnemen.
Op 14 juni 1944 werd Van der Horst op het station van Zwolle gearresteerd. Na eerst een tijdje gevangen te hebben gezeten in het Oranjehotel in Scheveningen werd hij overgebracht naar Kamp Vught, waar hij in de zogenaamde Bunker werd opgesloten. Op 4 september 1944 werd Izak van der Host in Vught gefusilleerd, samen met onder meer zijn mede-LKP-lid Bertus Valstar, als één van de vele die als represaille voor Dolle Dinsdag door de Duitse bezetters werden omgebracht.
Na de oorlog werd hem postuum het Verzetskruis toegekend. In Kampen werden in de wijk Hagenbroek de straten vernoemd naar verzetshelden. Uiteraard mocht in die wijk een Hilbert van Dijkstraat en een Izak van der Horststraat niet ontbreken.
Pingback: ROELOF JAN DAM (58) | MUIZENEST
Pingback: LEENDERT VALSTAR (71) | MUIZENEST
Pingback: JOHANNES TER HORST (79) | MUIZENEST
Pingback: HELENA KUIPERS-RIETBERG (84) | MUIZENEST