DRIEKONINGEN
Driekoningen is een christelijke feestdag die elk jaar op 6 januari wordt gevierd en waarop men de Bijbelse gebeurtenis (Matt. 2:1-18) herdenkt van de wijzen uit het oosten die een opgaande ster zagen en daarop de koning der Joden gingen zoeken. Ze kwamen in Bethlehem en vonden daar Jezus, de pasgeboren koning der Joden.
Het is in het evangelie van Mattheüs overigens helemaal niet zeker dat er maar drie wijzen waren, mogelijk waren het er wel twaalf kunnen zijn. Ook velmeldde Mattheüs nog geen namen, die doken par 500 jaar later voor het eerst op in een Grieks verhaal. Mattheüs vertelde: Toen Jezus te Bethlehem geboren was heerste koning Herodus in Jeruzalem. Er kwamen wijze mannen uit het oosten die vroegen: “Waar is de pasgeboren koning van de Joden? Wij hebben zijn ster gezien en willen hem hulde brengen.” Herodus betrouwde dit niet en liet zich door de schriftgeleerden uitleggen waar de Christus moest geboren worden. Zij vertelden hem: “Te Bethlehem, want er staat in de boeken geschreven dat daar een leidsman,
een herder voor het volk Israël zal geboren worden.” Herodus vroeg de wijze mannen om terug te komen als zij het kind gevonden hadden. De ster ging voorop en bleef staan boven het huis waar zij het kind vonden met zijn moeder Maria. Zij haalden koningsgeschenken boven: goud, wierook en mirre. Maar de wijzen gingen niet terug naar Herodus, want zij vertrouwden hem niet.
Pas later werd het aantal wijzen dus beperkt tot drie, waarschijnlijk om het mooi te kunnen koppelen aan de drie geschenken die Mattheüs noemde. Ook konden nu mooi leeftijden als symbool voor de levenscyclus aan de drie personen worden gekoppeld. De drie wijzen kregen dus ook namen. In het Grieks waren dat Apellius, Amerius en Damascus, in het Hebreeuws Galgalat, Malgalat en Sarathin, maar ze zijn bekend geworden onder hun gelatiniseerde Perzische namen Caspar, Melchior en Balthasar. Caspar is een 20-jarige Afrikaanse jongeman; hij bracht wierook mee. De betekenis en herkomst van die naam is onzeker, maar veelal wordt ze verklaard vanuit het Perzische “kandschwar” wat schatbewaarder betekent. Melchior, wat ‘de rechtvaardige’ betekent, is 40 jaar oud en schenkt het pasgeboren Christuskind goud dat symbool is voor wijsheid. De 60-jarige Balthasar gaf Jezus mirre, dat symbool stond voor het lijden en sterven van Jezus. De apostel Thomas zou hem tot bisschop van India hebben gewijd. Hij is de beschermheilige van reizigers, pelgrims en bontwerkers. De leeftijden van 20, 40 en 60 jaar die de 0-jarige opzoeken symboliseren de levenstijdperken van een volwassene. De relikwieën die toegeschreven worden aan de drie wijzen worden bewaard in de Dom van Keulen.
Driekoningen was vroeger, net zoals Pasen, traditioneel een doopdag. Ter herinnering aan de doop vindt met Driekoningen de wijding van het water plaats. Met dit wijwater kunnen huizen worden gezegend. Bij deze huiszegen schrijft men in vele landen met krijt de letters “C+M+B” op de deur, waarbij men hoopt alle kwaad op afstand te kunnen houden. Dit blijft dan op of naast de deur staan tot Pinksteren of langer. De letters staan voor de Latijnse zegenspreuk “Christus Mansionem Benedicat”, dat betekent “Christus zegene dit huis”. De letters verwijzen ook naar de initialen van Caspar, Melchior en Balthasar, de drie wijzen uit het oosten, die mede achtergrond geven aan dit gebruik. Zij zijn de eerste niet-Joden (‘heidenen’) aan wie Christus zich heeft geopenbaard. De gebruikelijke vorm is xx+C+M+B+yy, waarin voor ‘xx’ de eerste twee cijfers van het jaartal worden ingevuld en voor ‘yy’ de laatste twee cijfers. In 2008 staat er dan bijvoorbeeld: “20+C+M+B+08”. De ‘+’ staat voor een kruisteken. In Nederland worden met Driekoningen door parochies vaak langwerpige kaarten uitgedeeld met deze letters erop (ter grootte van een derde van een A4’tje), die vervolgens in de hal of de huiskamer worden opgehangen (zie afbeelding).
Driekoningen wordt zowel door protestanten als katholieken gevierd. Willem Barentsz vierde het bijvoorbeeld tijdens de overwintering op Nova Zembla.
Heel lang was het traditie dat kinderen op de avond voor Driekoningen in groepjes van drie verkleed met een kroon langs de deuren lopen; een van hen heeft een zwart gemaakt gezicht. Ze dragen daarbij lampionnen en zingen. Een bekend liedje luidt:
Drie koooningen, drie koooningen,
geef mij nen nieuwen (h)oed.
Mijnen ouwen is verslee-eeten,
mijn moeder mag ’t nie wee-eeten.
Mijn vader heeft het geld,
op de toonbank neergeteld.
De laatste twee regels luiden ook wel: “Mijn vader heeft geen geld, is dat niet slecht gesteld?”. Als beloning voor het zingen krijgen ze eten, snoep en geld. De lampionnen zijn een overblijfsel van een oude heidense gewoonte, waarin men fakkels droeg om boze geesten te verjagen. Het snoepgoed dat wordt uitgedeeld, stamt van heidense offermalen.
In huis werd Driekoningen met eten, drank en gezang gevierd. Jan Steen heeft dit weergegeven in het schilderij Het Driekoningenfeest. Bekend is het koningsbrood of de koningentaart die men bakt; er wordt een bruine boon of muntstuk in verstopt en degene die hem vindt is die dag “koning(in)”. Een gebruik is dat degene die de koning is, die dag de baas in huis mag zijn. De boon in de koek is ook afgeleid van heidense gebruiken. Ook kende men de koningsbrief, zowel in huiselijke kring als op een groot officieel feest. Men kon in een ton papiertjes grabbelen en degene die de koningsbrief trok, werd door iedereen getrakteerd en was de baas. Tevens werden er brieven getrokken voor de functie van raadsheer, rentmeester, secretaris, zanger, speelman, kok, portier, schenker en zot en zottin. Volgens een legende hoorde koning Frans I van Frankrijk in 1521 voor het eerst over zo’n koningsbrief, hij verklaarde de ‘koning’ de oorlog en ging erheen, maar werd ontvangen met sneeuwballen, appels en eieren. Een dronken man gooide zelfs met een stuk brandend hout, maar koning Frans zag in hoe hij zich voor gek had gezet en weigerde de man te vervolgen.
Bij kerken of in het kerkportaal werd rond Driekoningen een toneelstuk opgevoerd met Maria, Jozef, het kindje Jezus, de ezel, de os, Herodes en de Drie Wijzen. In protestantse gebieden gebeurde dit ook binnen in de kerk. In Maastricht wordt er door de parochie van Onze Lieve Vrouw Sterre der Zee jaarlijks een levende driekoningenstoet door de binnenstad van Maastricht georganiseerd. Geheel gekostumeerd trekken de koningen op paarden en kamelen door de stad. In de stoet lopen ook herders met ezels en schapen en uiteraard Maria en Jozef met het kindje Jezus mee. Kinderen (al dan niet verkleed) worden uitgenodigd met lampionnen mee te lopen. Afsluitend is er een dienst in de Basiliek waarbij de Koningen hun gaven aanbieden aan het kindje Jezus en er traditionele Driekoningengezangen gezongen worden.
Anno 2016 wordt de traditie van Driekoningen in Nederland als verloren gegaan beschouwd. Slechts in Tilburg en ‘s-Hertogenbosch leeft de traditie echter nog voort. In 2012 is het Brabantse Driekoningzingen aan de Nationale Inventaris Immaterieel Cultureel Erfgoed toegevoegd. De Heemkundekring Tilborch zet zich ervoor in het feest levend te houden. Voor degenen met een aansluiting op Pinterest is de verzameling Driekoningenaffiches van Erik Dubelaar interessant, waarvan hieronder twee voorbeelden.