DE OVERGANG NAAR NEDERLAND

160530-dg-achterhoek-grenssteenIn 1799 kwam het Directoire, zoals het Frans revolutionaire regiem zich noemde, in steeds groter wordende binnenlandse problemen. Frankrijk werd bedreigd door buitenlandse mogendheden en het land werd geteisterd door inflatie, enorme staatsleningen, grote armoede, een slecht functionerende ambtenarij en corruptie. Emmanuel Joseph Sieyès, een van de leden van het Directoire, plande een staatsgreep en vroeg de populaire legeraanvoerder Napoleon Bonaparte (1769-1821) om hierbij militaire steun te verlenen. Na deze staatsgreep van 18 Brumaire (9 november) 1799 wilde Sieyès zichzelf opwerpen als nieuwe staatshoofd, maar de minstens net zo ambitieuze Napoleon wees dit af en wist zichzelf steeds meer als nieuwe hoofd van de regering naar voren te schuiven. In de daaropvolgende jaren schakelde Bonaparte zijn tegenstanders stap voor stap uit en trok alle macht naar zich toe. Na een mislukte aanslag op zijn leven op 24 december 1800, gepleegd door royalisten, gaf Bonaparte de schuld aan de jakobijnen en deporteerde 130 prominente jakobijnen naar Guyana. Ook ontnam hij de gekozen Assemblée alle wetgevende macht; de senaat (die door Bonaparte zelf werd benoemd) behield die macht. Vanaf 2 december 1804 was Napoleon Bonaparte keizer van Frankrijk, wat hij tot 11 april 1814 zou blijven. Na 1908 lukte het Napoleon een groot deel van Europa onder Frans gezag te brengen en overal juridische en politieke hervormingen door te voeren, die tot op de dag van vandaag van invloed zijn.

Zijn veldtocht naar Rusland in 1812 was echter een keerpunt in zijn heerschappij. Zijn Grande Armeé wist nog wel tot in de straten van Moskou door te dringen, maar ging in de barre winter van 1812 ten onder. Gedecimeerd werd de terugtocht aanvaard. Bij de Volkerenslag van Leipzig van 16 tot 19 oktober wist de zogenaamde Zesde Coalitie hem definitief (dacht men althans) op de knieën te krijgen. De onttroonde keizer werd verbannen naar Elba, de coalitiegenoten maakte zich op om de buit te verdelen. 

Heel even leek het erop dat de voormalige Kleefse delen van de Liemers snel Nederlands zouden worden. De Liemers (een streek in Gelderland die wordt begrensd door de Duitse grens en Rijn in het zuiden, de Nederrijn in het westen, de IJssel in het noorden en de Oude IJssel in het oosten) is historisch geen eenheid. Eeuwenlang borsten inde streek de belangen van de Gelderse en Kleefse heren. Het westelijk deel van van omstreeks 1500 tot 1815 deel van het hertogdom Kleef, dat op haar beurt sinds 1666 onderdeel van Brandenburg-Pruisen was. Het oostelijk dee (met onder meer de graafschap Bergh, Gendringen en Ulft) maakte deel uit van Gelre. Een Gelderse rentmeestersrekening uit 1340 vermeldt dat Gelre in zijn rentambt Liemers goederen bezat te Weel, Zevenaar, Bedburg (dat is Babberich), Angeroyen, Westervoort, Duiven, Groessen, Beek en Zeddam. Een Kleefse akte uit 1348 noemt in ‘onssen lande van Lyemersch’ bezittingen ‘te Zevenaren, te Wele, te Duven, te Gruessen, the Dydem ende the Beke’. In 1355 moest de Gelderse hertog een flinke veer laten, toen hij uit geldnood zijn Liemerse bezittingen en Emmerik verpandde aan zijn zwager, de graaf van Kleef. Omdat het pand nooit werd ingelost, bleven deze gebieden eeuwenlang Kleefs bezit. De heer Van den Bergh versperde voor Kleef de weg naar verdere gebiedsuitbreiding in de Liemers onder andere door Beek en de bezittingen in Didam van Kleef in pandschap te nemen.

1816-overdracht-zevenaarIn november 1813 rukten Pruisische en Russische troepen het oosten van Gelderland binnen en werd de provincie bevrijd van de Franse overheersing. Op 6 december 1813 legden de burgemeesters in het inmiddels bevrijde gebied de eed van trouw af op de kersverse Koning Willem I, die een paar dagen eerder in Amsterdam als soeverein vorst was gehuldigd. Nog geen twee weken later werden Zevenaar, Duiven en Huissen echter opnieuw ingelijfd door Pruisen. Midden januari ondergingen Lobith en Wehl datzelfde lot. Er volgden nog 2,5 jaar Pruisisch bestuur. De Pruisen voerden een plicht tot landsverdediging in, de Landsturm. Alle mannen uit het kanton Zevenaar tussen 19 en 60 jaar traden op 24 mei 1814 aan in Ooy bij Duiven. Zij legden de eed af in handen van de Fürst von Salm Salm, commandant van de Kreis Rees. Daarna joeg een stevige regenbui de dappere mannen snel uiteen.

In het najaar van 1814 begon in Wenen overleg over de nieuwe indeling van Europa. Hier bracht de Nederlandse afvaardiging de wens op tafel om de oude Kleefse enclaves te verkrijgen. Met succes, want op 31 mei 1815 tekenden de Pruisen een overeenkomst, waarbij ze de Liemers, Huissen en Wehl aan Nederland beloofden. Opnieuw ging het niet helemaal zoals verwacht, want Pruisische ambtenaren hielden de eigenlijke overdracht nog een jaar tegen. Pas op 25 mei 1816 kwamen de Gelderse gouverneur J.C.E. van Lynden en zijn Kleefse collega F.A. von Erdmannsdorff in Zevenaar bij elkaar en werd er in een simpele akte afgesproken het gebied per 1 juni 1816 echt over te dragen.Veel tijd om feestelijkheden te organiseren was er dus niet meer. Op zaterdag 1 juni 1816 reed gouverneur Van Lynden in zijn koets richting Duiven. Aan de grens met Westervoort wachtte de burgemeester van Duiven, J.W. Koch, hem om 10.00 uur op. Een escorte van de Duivense Landstorm begeleidde de heren naar Zevenaar. Daar wachtten de burgemeesters van Zevenaar, Huissen en Wehl aan de Bleksche Poort. Gastheer in Zevenaar was de rijke Carel Herman van Nispen. Hij ontving het gezelschap op zijn huis Hoek, want de openbare gebouwen in Zevenaar waren er slecht aan toe. De voorlezing van de proclamatie vond plaats op de Markt in Zevenaar. Namens koning Willem I nam Van Lynden officieel de enclaves in bezit. Na een receptie voor de ambtenaren in De Doelen, het woonhuis van burgemeester G.F.L. Bötticher, werd bij Van Nispen gedineerd. Van een volksfeest was geen sprake.

160530-dg-achterhoek-grenscorrectiekopieOp 7 oktober 1816 werd in Kleef een verdrag getekend om de afbakening van de Nederlands-Pruisische grens te regelen, een proces dat pas in 1819 zou zijn afgerond. De reden dat het allemaal zo lang duurde was dat Nederland graag wilde hebben dat alle waterstaatkundige werken op haar grondgebied kwamen te liggen en dat betekende dat nogal wat Pruisisch grondgebied moest worden overgedragen. In ruil daarvoor wilden de pruisen uiteraard wat grondgebied ter compensatie hebben: Schenkenschanz en ‘De Vier Hezen’ (een stuk grond van ‘s-Heerenberg ten zuiden van het riviertje De Wild werden overgedragen aan Pruisen. Door de laatste granscorrectie werd de stad Emmerik uitgebreid met Borghees, Speelberg, Klosterberg en Hassent.

In het kader van die onderhandelingen werden Hulhuizen, Kekerdom, Leuth, Lobith, Spijk, de Bylandse Waard, de Klyfwaard en ‘s-Gravenwaard op 1 maart 1817, vandaag tweehonderd jaar geleden, officieel Nederlands grondgebied. Het feestje in Lobith was nog armzaliger dan dat in Zevenaar een jaar eerder.  In een lange proclamatie nam Baron van Lynden het nieuwe gebied in ontvangst en nam hij afscheid van de naar Pruisen overgaande mensen met de waardige woorden: ‘Aan de ingezetenen der gecedeerde districten, een gelukkig leven onder het oppergebied van hunnen nieuwen souverein toewenschende…’.

Lobith was tot dat moment onderdeel geweest van de Pruisische gemeente Elten. Nadat het in maart 1817 aan Nederland werd overgedragen, werd er een voorlopige gemeente werd ingesteld met een burgemeester, maar zonder gemeentehuis en gemeenteraad. Dit in afwachting van de indeling van het platteland in gemeenten. Op 1 januari 1818 werd die gemeentelijke herindeling van kracht. De nieuwe provisorische gemeente Lobith werd samengevoegd met een deel van de gemeente Herwen in de nieuwe gemeente, de gemeente Herwen en Aerdt. De andere helft van de gemeente Herwen werd bij de gemeente Pannerden gevoegd. Die beide gemeenten Pannerden en Herwen-Aerdt werden per 1 januari 1985 samengevoegd tot de gemeente Rijnwaarden. Deze gemeente fuseert met ingang van 1 januari 2018 met de gemeente Zevenaar. Omdat ook de nieuwe gemeente de naam ‘gemeente Zevenaar’ (wat een wijsheid van de gemeenteraadsleden van Rijnwaarden om daarmee in te stemmen!), voelt dat voor de bewoners eerder als een annexatie dan een fusie.

herwenaerdt-hag herwenaerdt2-hagDe gemeente Herwen voerde in de 19e eeuw geen wapen, maar gebruikte een zegelstempel met daarop een burcht. De kleuren zijn hiervan niet bekend. De burcht is waarschijnlijk afgeleid van het plaatselijke schuttersgilde, want een 17e eeuwse borstplaat van dit gilde vertoonde al een burcht. In 1913 vroeg de gemeente voor het eerst bij Gedeputeerde Staten van Gelderland over men daar informatie over een wapen heeft. Die wisten echter  van geen van de dorpen binnen de gemeente iets te vertellen over gemeentewapens. Hoezo, buitengebied?  De kwestie bleef liggen tot 1923, toen een nieuwe burgemeester aantrad. In 1925 werd door de rijksarchivaris van Gelderland voorgesteld om alleen de versterkte toren van Lobith in het wapen op te nemen. De burgemeester wilde echter ook de andere dorpen in het wapen naar voren laten komen. Zijn verzoek aan de Hoge Raad van Adel resulteerde in een saai wapen. De burgemeester vond dat wat kaal en vroeg een hertogskroon en twee leeuwen als schildhouders aan. Aangezien elke historische onderbouwing hiervoor ontbrak, werden die niet toegekend. Het ontwerp werd nog op een paar kleine punten aangepast (de leeuw werd dubbelstaartig, een tolhek werd toegevoegd), maar verder ongewijzigd verleend. De burcht is het symbool voor Lobith. Hoewel het onzeker is of Lobith ooit een eigen wapen heeft gehad, is het wel als zodanig lange tijd gebruikt. Wellicht heeft het versterkt tolhuis dat lang in de gemeente heeft gestaan als model voor het wapen gediend. De toren kwam ook voor op het vaandel van de plaatselijke schutterij. Aangezien Lobith het voornaamste dorp was in de gemeente werd het grootste deel van het wapen in beslag genomen door de burcht. Als symbool voor de tolheffing werd door de Hoge Raad van Adel een tolhek toegevoegd. De papegaaien zijn afkomstig uit het wapen van Van Rossum, die in bezit was van het (voormalige) kasteeltje de Boswaai te Herwen. De leeuw en de dwarsbalken zijn afkomstig van het wapen van de familie Van der Horst. Johan van der Horst was maarschalk in dienst van de Hertogen van Kleef en kreeg de hoge heerlijkheid Herwen en Aerdt in 1609 in bezit.

Dit item was geplaatst door Muis.

One thought on “DE OVERGANG NAAR NEDERLAND

  1. Even terug las ik: Gelderland grensland
    2000 jaar verdeeld en verbonden
    Redactie: Dolly Verhoeven, Marc Wingens, Simon van den Bergh en Maarten Gubbels

    Maar deze gedetailleerde grensgeschiedenis kende ik nog niet.

    Vriendelijke groet,

    Like

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: