MARIE LOUISE VAN BOURBON-SICILIË

Maria Louise Immaculata van Bourbon-Sicilië (Napels, 21 januari 1855 – Pau, 23 februari 1874) was een prinses van Beide Siciliën. Zij was de jongste dochter van koning Ferdinand II der Beide Siciliën en diens vrouw Theresia. Op 25 november 1873 trouwde ze met Hendrik van Bourbon-Parma, de jongste zoon van hertog Karel III van Parma. Het huwelijk eindigde echter kort daarna in 1874, door haar plotse overlijden op slechts negentienjarige leeftijd.

Het Huis Bourbon-Sicilië is de Italiaanse linie van het Spaanse (en oorspronkelijk Franse) geslacht Bourbon. Het familiewapen geeft een mooi beeld van de enorme macht die de Bourbons tot eind 19e eeuw in geheel Europa hadden.

Het Koninkrijk der Beide Siciliën (informeel ook wel het Koninkrijk Napels genoemd) was de grootste en rijkste Italiaanse staat voor de Risorgimento. Het werd gevormd uit een unie van het Koninkrijk Sicilië en het Koninkrijk Napels in 1816 en duurde tot 1860, toen het werd geannexeerd door het Koninkrijk Sardinië, dat in 1861 werd omgevormd tot het Koninkrijk Italië werd in 1861. De hoofdstad was Napels. Het koninkrijk strekte zich uit over de Mezzogiorno (het zuidelijke deel van het vasteland van Italië) en het eiland Sicilië. De naam Beide Siciliën is ontstaan uit de verdeling van het middeleeuws Koninkrijk Sicilië. Tot 1285 waren het eiland Sicilië en de Mezzogiorno beide deel van het Koninkrijk Sicilië. Als gevolg van de Oorlog van de Siciliaanse Vespers verloor de Koning van Sicilië Sicilië aan de Kroon van Aragon, maar bleef koning over het schiereiland van het koninkrijk. Hoewel zijn territorium bekend werd als het Koninkrijk Napels gaven hij en zijn opvolgers de titel van Koning van Sicilië nooit op en ze verwezen naar hun koninkrijk als het Koninkrijk Sicilië. Op hetzelfde moment noemden de heersers van Aragon van het eiland Sicilië hun koninkrijk het Koninkrijk Sicilië. Dus waren er formeel twee koninkrijken die zichzelf “Sicilië” noemden: vandaar de Beide Siciliën. Het eerste Koninkrijk der Beide Siciliën ontstond in 1442 toen Alfons V van Aragón en Sicilië Napels veroverde en zichzelf uitriep tot koning der Beide Siciliën. Na zijn dood in 1458 werd het rijk echter weer opgedeeld. Napels kwam toe aan zijn bastaardzoon Ferdinand I en de rest aan zijn broer Johan II. In de periode van 1504 tot 1713 waren de Siciliën een onderkoninkrijk van Spanje. Na in korte tijd een aantal keer van eigenaar veranderd te zijn kwamen de twee koninkrijken in handen van het huis Bourbon.

Toen koning Ferdinand IV van Napels (tevens Ferdinand III van Sicilië) na de napoleontische bezetting in 1816 de macht weer in handen kreeg voegde hij zijn koninkrijken samen tot het nieuwe Koninkrijk der Beide Siciliën, daar hij de titel koning van Napels besmet achtte nadat deze door de herbergierszoon Joachim Murat was bezet geweest. Hij noemde zich nu Ferdinand I.
De Sicilianen en de paus protesteerden tegen de verandering. De paus zag dat zijn theoretische suzereiniteit (opperleenheerschap) werd genegeerd en de inwoners van Sicilië zagen hun autonomie verloren gaan. Een door de Carbonari georganiseerde volksopstand in 1820 dwong Ferdinand een grondwet aan te nemen, maar na het Congres van Laibach in 1821 kreeg hij zijn absolute macht weer terug. Ferdinand en zijn opvolgers zouden op despotische wijze blijven regeren tot 1860, toen een opstand geleid door Giuseppe Garibaldi en gesteund door het Koninkrijk Sardinië een einde maakte aan de heerschappij van koning Frans II. In 1861 viel Frans’ laatste fort Gaeta. Zijn rijk werd samengevoegd met Sardinië en vormde het nieuwe Koninkrijk Italië. Victor Emanuel II van Sardinië werd de eerste koning van het verenigde Italië.

Ferdinand Karel Maria (Palermo, 12 januari 1810 – Caserta, 22 mei 1859), bijgenaamd koning Bomba, was van 8 november 1830 tot zijn dood als Ferdinand II koning van de Beide Siciliën. Hij was de zoon van Frans I, die in de periode 1825-1830 Koning der Beide Siciliën was. Ferdinand trouwde een eerste maal op 21 november 1832 met Maria Christina van Savoye, dochter van Victor Emanuel I van Sardinië. Uit dit huwelijk werd de troonopvolger Frans II geboren. Zijn tweede huwelijk was met Theresia van Oostenrijk, dochter van aartshertog Karel van Oostenrijk-Teschen. Theresia baarde hem twaalf kinderen. In zijn jeugd werden Ferdinand liberale ideeën toegeschreven en was hij vrij populair. Door zijn jovialiteit was hij vooral bij de lazzaroni (leden van de laagste klasse) zeer geliefd. Toen hij in 1830 zijn vader opvolgde, beloofde hij hoge prioriteit te geven aan de neutraliteit van het rechtssysteem, de financiën te hervormen en van elke gelegenheid gebruik te maken om de schade die het koninkrijk in het verleden had opgelopen te herstellen. Het bleken echter ijdele beloftes, alleen gedaan om de onvrede te sussen. Hoewel Ferdinand de economische ontwikkeling van het koninkrijk enigszins stimuleerde werd de hoge belasting slechts een weinig verlaagd, tierde de corruptie nog steeds welig en was hij een nog autoritairder absoluut vorst dan zijn voorgangers die veel mensen willekeurig liet arresteren. De koning was scherpzinnig en sluw, maar slecht opgeleid, zeer bijgelovig en in het bezit van een buitengewoon zelfvertrouwen. Hij hield zijn koninkrijk redelijk efficiënt draaiende, was een patriot die geen buitenlandse inmenging duldde en liet zich weinig aan het welvaren van zijn onderdanen gelegen liggen.

In januari 1848 brak er op Sicilië een opstand uit die revoluties in geheel Italië en Europa uitlokte (zie revolutiejaar 1848). Er volgde een opstand in Napels, waarop Ferdinand een grondwet toestond. Er ontstond echter een meningsverschil over de aard van de eed die leden van het huis van afgevaardigden moesten afleggen en noch de koning noch de afgevaardigden wilden een strobreed toegeven. Op 15 mei braken daardoor in Napels ernstige ongeregeldheden uit en de koning gebruikte deze als excuus om zijn belofte in te trekken. Op 13 maart 1849 schafte hij het parlement af. Intussen scheidde Sicilië zich af onder leiding van admiraal Ruggero Settimo. Na 16 maanden onafhankelijkheid heroverde generaal Carlo Filangieri, prins van Satriano, het eiland. De belangrijkste steden werden gebombardeerd: vanwege het gruwelijke bombardement van Messina kreeg Ferdinand de bijnaam Koning Bomba. Na de algemene reactie in Italië haastte hij zich de grondwet volledig af te schaffen.

In die periode verschafte hij de gevluchte Paus Pius IX onderdak in Gaeta. Toen het nieuws van de Oostenrijkse overwinning bij Novara in maart 1849 hem bereikte besloot hij terug te keren naar een reactionair beleid. Gedurende de laatste jaren van zijn regering maakten spionage en willekeurige arrestaties alle serieuze manifestaties van onvrede onmogelijk. Zijn vroegere ministers liet de koning voor zijn ogen als galeislaven werken en van het geconfisqueerde vermogen van gevangenen verrijkte hij zichzelf. Op voorstel van Sardinië trachtten Frankrijk en Engeland in 1856 op het Congres van Parijs Ferdinand van beleid te doen veranderen, maar die was tegen elke inmenging in zijn binnenlandse politiek en alle diplomatieke contacten met Napels werden verbroken. De ingeslagen richting werd versterkt door verschillende opstanden en een poging hem te doden op 8 december 1856 door Agesilao Milano. Uiteindelijk trok hij zich terug naar Caserta en liet Napels onder oorlogstoestand achter. Hij stierf op 22 mei 1859 en werd opgevolgd door zijn zoon Frans II.

Frans II (Napels, 16 januari 1836 – Arco, 27 december 1894) was van 1859 tot 1861 als Frans II de laatste koning van de Beide Siciliën. Zijn opleiding werd erg verwaarloosd en hij groeide uit tot een man met een zwak karakter, sterk beïnvloed door zijn stiefmoeder Theresia van Oostenrijk, de priesters en zijn reactionaire hovelingen. Hij kwam na de dood van zijn vader op 22 mei 1859 op de troon en werd al op 7 juni van dat jaar geconfronteerd met een muiterij van een deel van de Zwitserse Garde. Terwijl Frans II beloofde zich met hun grieven bezig te houden verzamelde generaal Vito Nunziante andere troepen en liet de muiters neerschieten. Als gevolg daarvan werd de gehele Zwitserse Garde, het sterkste bolwerk van de dynastie, opgeheven. Frans II wees pogingen om de Kerkelijke Staat te verdelen tussen Piëmont en het Koninkrijk Napels van de hand, omdat het hem heiligschennis leek. Ook pogingen opnieuw een grondwet in te voeren wees hij af. Ondertussen waren revolutionaire partijen bezig met een samenzwering om de Bourbons in Calabrië en Sicilië af te zetten. Giuseppe Garibaldi zich op voor een aanval in het zuiden. Een samenzwering op Sicilië werd ontdekt en de samenzweerders werden zeer streng gestraft. In mei 1860 wist Garibaldi het eiland echter zeer gemakkelijk te veroveren. Frans II niet nu alsnog snel een grondwet invoeren, maar dat veroorzaakte weer rellen in Napels en het terugtreden van ministers. In sneltreinvaart vielen leger en marine uiteen. Garibaldi rukte noordwaarts op en werd overal als bevrijder onthaald. Na lang aarzelen en zelfs een oproep aan Garibaldi verliet Frans II op 6 september 1860 Napels samen met zijn vrouw Maria Sophia en hovelingen. Ze voeren over zee naar Gaeta, waar een groot deel van het leger zich bevond. De volgende dag marcheerde Garibaldi Napels binnen, waar hij hartelijk werd verwelkomd en een voorlopige regering vormde. Alleen Gaeta, Messina en Civitella del Tronto wisten nog een tijdje stand te houden. Op 6 november 1860 werd echter begonnen met de belegering van deze steden. Frans II en Maria Sophia hielden het hoofd koel en gedroegen zich moedig en zelfs toen de Franse vloot, die tot dan toe een aanval vanuit zee had voorkomen, zich terugtrok, bleef hij zich verzetten. Pas op 12 februari 1861 gaf het fort Gaeta, gelegen tussen Rome en Napels, zich over. Vanaf dat moment werd het Koninkrijk der Beide Siciliën onderdeel van het nieuwe koninkrijk Italië. Het koninklijk paar bracht de rest van hun leven door in Oostenrijk, Frankrijk en Beieren. Frans stierf op 27 december 1894 in Arco (Zuid-Tirol).

Het huis Bourbon-Sicilië bestaat nog steeds. Na de dood van Frans II in 1894 werd zijn halfbroer Alfons titulair vorst van Beide Siciliën en na diens overlijden in 1934 diens zoon Ferdinand, die als officiële titel hertog van Calabrië was. Nadat hij in 1960 overleed en er geen mannelijke erfgenamen waren, ontstond er ruzie over wie hoofd van de familie zou worden. Dat werd uiteindelijk Prins Alfonso, een zoon van de broer van Ferdinand. Hij werd uitgeroepen tot hoofd van de familie en werd hierin erkend door de troonpretendenten van Spanje, Parma, Portugal en Frankrijk. Prins Alfonso nam de titel ‘Hertog van Calabrië’ aan. In 1964 werd prins Alfonso opgevolgd door zijn zoon prins Carlos. De rest van de familie Bourbon-Sicilië verwierp echter de claim van prins Alfonso en erkende Ferdinands andere jongere broer, prins Rainiri, als hoofd van de familie. Prins Rainiri nam de titel ‘Hertog van Castro’ aan. In 1966 werd hij opgevolgd door zijn zoon prins Ferdinand. Sinds 2009 is het (Castro-) familiehoofd prins Carlo, (geboren 24 februari 1963). Daarnaast voert ook de huidige Spaanse koning Juan Carlos nog steeds de titel Koning der beide Siciliën.

Terug naar onze hoofdpersoon, Marie Louise van Bourbon-Sicilië, die als 11e kind van Ferdinand II werd geboren toen Italië min of meer in brand stond. Ze is amper vier jaar als jaar vader overlijdt en zes jaar als een eind komt aan het koningschap van haar halfbroer Frans II. Net als die halfbroer zal ze ongetwijfeld de rest van haar luxueuze leventje hebben rondgetrokken door Oostenrijk, Beieren en Frankrijk. In Pau zal ze overlijden.

 

Dit item was geplaatst door Muis.

2 thoughts on “MARIE LOUISE VAN BOURBON-SICILIË

  1. Pingback: KOLONIËN ITALIË 1 | MUIZENEST

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: