KOLONEL MAX BAUER

Kolonel Max Hermann Bauer (Quedlinburg, 31 januari 1869 – Sjanghai, 6 mei 1929) was tijdens de Eerste Wereldoorlog een officier van de Duitse generale staf en artillerie-expert. Bauer was aanvankelijk begonnen met een studie medicijnen aan de universiteit in Berlijn, maar stapte al in 1888 over naar een officiersopleiding bij de artillerie. Na afronding van die studie bekwaamde hij zich steeds in de snelle ontwikkeling van de artillerie. In 1905 werd hij als adviseur toegevoegd aan de Duitse generale staf, waardoor hij ook een groot netwerk opbouwde met vooraanstaande Duitse industriëlen, onderzoekers en politici. Vanaf 1908 gold hij als de rechterhand van Erich Ludendorff, naast Paul van Hindenburg een van de leidende figuren binnen de Duitse oorlogsvoering. Ludendorff beschouwde Bauer als de intelligentste officier in het Duitse leger en Bauer werd daarmee de belangrijkste adviseur op het gebied van economisch management en vooral op politiek terrein voor de Duitse legerleiding. Voor de Eerste Wereldoorlog had Bauer er al een studie van gemaakt hoe de Duitse economie moest functioneren gedurende een mogelijke Europese oorlog. Toen die grote oorlog in 1914 daadwerkelijk uitbrak was Bauer een van de verantwoordelijken voor de inzet van alle artillerie-middelen en mortieren. Dat deed hij naar tevredenheid van zijn meerderen, want gedurende de oorlog kreeg hij 25 Duitse en buitenlandse oorlogsonderscheidingen.

Hij werkte in de vooroorlogse jaren nauw samen met de Joodse chemicus Fritz Haber aan de ontwikkeling van chemische wapens. Haber wordt niet ten onrechte beschouwd als ‘de uitvinder van chemische oorlogsvoering’, een bedenkelijke titel die hij vooral dankt aan de ontwikkeling van gifgassen die bij de Tweede Slag bij Ieper (1915) werden ingezet. Blijkbaar werd daarover aanvankelijk nog luchtig over gedacht, want in 1918, nog gedurende de oorlog, ontving Haber de Nobelprijs voor Chemie voor de ontwikkeling van het zogenaamde Haber-Boschproces. Dezelfde Fritz Haber is ook de uitvinder van Zyklon-B, het middel dat in de Duitse gaskamers in de Tweede Wereldoorlog werd gebruikt. Dat gebruik valt Haber niet aan te rekenen, want hij overleed in 1934 maar bovenal was het middel bedoeld en werd ook als zodanig tot 1941 gebruikt als bestrijdingsmiddel tegen allerlei ongedierte en voor het ontsmetten van ruimten. Fritz Haber was getrouwd met de Joodse scheikundige Clara Immerwahr (1870-1915), die al direct en meermalen liet weten het totaal oneens te zijn met de betrokkenheid van haar echtgenoot bij de ontwikkeling van chemische wapens zoals chloorgas en mosterdgas. Na terugkeer van het front bij Ieper, waar Fritz Haber betrokken was bij de eerste inzet van chloorgas op 22 april 1915, pleegde zij op 2 mei 1915 zelfmoord door zich met zijn dienstwapen in de borst te schieten. Haber vluchtte als jood in 1933 na de machtsovername door Hitler Duitsland uit. Veel van zijn familieleden overleden in de Duitse concentratiekampen, door ‘zijn’ Zyklon-B. Zelf overleed Haber al in 1934 aan een hartaanval.

Kolonel Bauer kreeg, nadat de generale staf vanaf 1916-1917 had besloten over te stappen op ‘ein totaler Krieg’ een soort Albert Speer-rol toebedeeld. Hij stelde erg ambitieuze doelen op voor de wapenproductie, waarvoor jonge mannen met bepaalde vaardigheden in het industriële proces aan de dienstplicht werden onttrokken om in de Duitse industrie ingezet te worden. Het eindresultaat was dat de doelen toch niet konden worden gehaald en het leger vanwege het ontbreken van veel mankracht aanzienlijk was verzwakt. Allerlei andere radicale eisen, zoals het sluiten van alle universiteiten en algemene dienstplicht voor mannen en vrouwen, werden afgewezen. Bauer zou in 1919 in zijn gepubliceerd pamflet ‘Hadden wij de oorlog kunnen vermijden, winnen of afbreken’ verklaren: ‘Omdat we niet in staat waren de arbeiders en de industrie te controleren moest het leger wel gigantisch falen’. In hetzelfde pamflet gaf hij ook een politieke boodschap af: ‘Regeren betekent domineren’ en bracht hij de ‘dookstootlegende’ de wereld in. Gedurende de laatste oorlogsperiode had Bauer in privégesprekken al laten weten dat de totale oorlog een mislukking was, niet op de laatste plaats omdat de duikbotenoorlog de Verenigde Staten bij de oorlog had betrokken, maar daarbuiten bleef hij krachtig het standpunt van de Duitse legerleiding verdedigen bij de politici en in de publiciteit. In oktober 1918, iets na zijn promotie tot kolonel en vlak voor de capitulatie, trad hij terug uit actieve dienst. Iemand uit zijn directe omgeving omschreef hij later: ‘Deze man was een vreemde mengeling van kracht en sterkte, van berekening en achteloosheid, van intelligentie en onlogisch zijn’

In 1920 waren Ludendorff en Bauer betrokken bij de mislukte Kapp Putsch om de Weimarrepubliek omver te werpen en de bepalingen van de Vrede van Versailles omgedaan te maken. De oorlogsheld Ludendorff durfde men niet aan te pakken, maar Bauer zag zich gedwongen het land te ontvluchten. Hij werkte als militair adviseur in de Sovjet-Unie, Spanje en Argentinië, tot hij in 1925 na een algemene amnestie voor de deelnemers aan de Kapp Putsch weer naar Duitsland mocht terugkeren. In 1926 werd Bauer militair en economisch adviseur in China, waar op dat moment de nationalist Chiang Kai-shek de leiding had. Zijn taak was de Chinezen te voorzien van de Duitse kennis van wapens en zo mogelijk te zorgen dat die geleverd konden worden. Hij stierf in 1929 in Sjanghai aan de pokken, waarschijnlijk opgedaan na contact met een gevangen genomen communist. Hij werd op 5 augustus 1929 begraven in Swinemünde.

Dit item was geplaatst door Muis.
%d bloggers liken dit: