DE KOLONISATIE VAN NOORD-AMERIKA
Het gebied dat nu de Verenigde Staten heeft werd oorspronkelijk bewoond door talrijke inheemse Amerikaanse volken. Vanaf de 16e eeuw werd het gekoloniseerd door Spanje, later verschenen de koloniale machten Engeland, Nederland, Zweden, Frankrijk en Rusland op het toneel. De rol van Zweden en Nederland was al in 1664 uitgespeeld, Rusland bleef vanwege Alaska nog een tijd een relevante partner, maar speelde verder ook maar een marginale rol. Tussen Engeland, Frankrijk en Spanje waren er echter heftige conflicten. De Britse kolonisatie van Noord-Amerika kwam aan het eind van de 16e eeuw op gang. Na de Spaans-Engelse Oorlog (1585-1604), waarbij de kaapvaart een belangrijke rol speelde werd dor de Britten een begin gemaakt met het ontdekken van de oostkust van Noord-Amerika. De Britten zetten nederzettingen op langs de kustlijn van Florida tot aan Newfoundland. Oorspronkelijk werd de gehele oostelijke kustlijn tot aan het noorden van het huidige Canada Virginia genoemd ter ere van koningin Elizabeth I. Vooral vanaf 1620 werden in een hoog tempo nieuwe nederzettingen gebouwd voor ambitieuze kolonisten, vooral boeren en Poolse huurlingen. In 1664 werd het Britse grondgebied flink uitgebreid met de bezetting van Nieuw-Nederland (waaronder Nieuw Amsterdam), die dat gebied in 1655 op de Zweden hadden veroverd. In 1763 kwam het tot verdere uitbreidingen na veroveringen op de Franse en Spanjaarden, officieel bevestigd in de Vrede van Parijs.
In 1776 kwamen dertien kolonies in opstand tegen de Britten. In New England de provincies New Hampshire en Massachusetts Bay en de kolonies Rhode Island and Providence Plantations en Connecticut. In de Middle Colonies (het voormalig Nieuw-Nederland) waren de provincies New York, New Jersey, Pennsylvanië en Delaware van de partij en tot slot waren er de Southern Colonies, die bestonden uit de provincies Maryland, Georgia, North Carolina en South Carolina, plus de kolonie-dominion Virginia. De kolonies verschilden nogal van elkaar, zowel door geografische ligging als door de heersende opvattingen. In New England lagen vrij onvruchtbare en rotsachtige gebieden, bloeide de nijverheid en visserij en werd vooral handel gedreven. De puriteinse, calvinistische waarden overheersten. In het middengebied waren New York, New Jersey en Pennsylvanië kosmopolitisch; vooral New York was als smeltkroes van allerlei natiën, was een sterke handelsstad, maar Philadelphia was in de 18e eeuw de grootste stad van de Engelse koloniën. De groep zuidelijke kolonies waren agrarische, vruchtbare gebieden, die rijst, indigo, tabak en andere gewassen teelden. De plantages die door Afrikaanse slaven werden bewerkt en werden geleid door aristocratische families. Meer landinwaarts, tegen het gebergte, woonden en werkten vrije boeren met een meer democratische instelling.
Op 4 juli 1776 riepen deze dertien kolonies hun onafhankelijkheid uit als de Verenigde Staten van Amerika. De dertien strepen van de vlag van de Verenigde Staten symboliseren deze dertien kolonies. De opstand was het gevolg van ruzies over belastingen en inspraak. Op 3 september 1783 werd door de Vrede van Parijs een eind gemaakt aan de Amerikaanse Onafhankelijk-heidsoorlog en erkende het Koninkrijk Groot-Brittannië de onafhankelijkheid van haar dertien voormalige koloniën in Noord-Amerika en werden afspraken gemaakt over de grens tussen de Verenigde Staten en Brits Noord-Amerika, het latere Canada. Blijkbaar goed onderling geregeld, want over de noordgrens van de Verenigde Staten is nooit meer enig dispuut geweest. De nieuwe natie begon zich spoedig uit te breiden in westelijke richting, waardoor reeds bestaande spanningen over de kwestie van de zwarte slavernij, die het land verdeelden in een zuidelijk deel dat de slavernij verdedigde (de Confederatie) en een noordelijk deel dat haar afwees (de Unie), steeds sterker werden. Er volgde een burgeroorlog (1861-1865) die eindigde met de overwinning van de noordelijke staten en de geleidelijke afschaffing van de slavernij in het zuiden. De rest van de 19e eeuw werd getekend door een versterkte uitbreiding naar het westen (ten koste van de oorspronkelijke bevolking, Frankrijk en Spanje), en ook door industrialisatie en de toevloed van miljoenen immigranten. In het blog over de Republiek West-Florida is een onderdeeltje van dat kolonisatieproces beschreven. Hieronder een overzicht van de constante uitbreiding van de Verenigde Staten in 1789 tot de huidige situatie.