SIGARENZAKJES
Een sigarenzakje is een papieren zakje waarin sigaren verpakt werden. In een sigarenzakje werd gewoonlijk een enkele sigaar of hooguit een klein aantal daarvan verpakt. Het zakje vrijwaarde de sigaar van beschadigingen en hield het aroma beter vast. Het sigarenzakje is in de eerste helft van de 19e eeuw ontstaan; de oudst bekende exemplaren stammen uit omstreeks 1840. In die tijd werd het roken van sigaren steeds meer een gewoonte en omdat de sigaar een relatief duur product was, kreeg elke winkelier/handelaar de noodzaak zijn product een goede verpakking te geven. Omdat de sigaar per stuk of zeer kleine aantallen werd verkocht en het een erg kwetsbaar product was, lag een verpakking per sigaar voor de hand. Zo’n verpakking beschermde de sigaar niet alleen tegen beschadiging, stof en vuil, maar zorgde er ook voor dat het aroma beter werd geconserveerd. Verpakt in een eenvoudig bedrukt papieren zakje was de sigaar geschikt voor transport en kon door de koper in de binnenzak of onder de hoed worden meegenomen. Die oudste sigarenzakjes werden van stevig papier gemaakt en kreeg daarmee bijna de uitstraling van de toen gangbare papier machee sigarenkoker. Het was niet zomaar een zakje, maar eerder een enveloppe met een sluitdriehoek. De luxe uitvoering, die nog erg lijkt op de sigarenkoker, wordt ook nog extra benadrukt door de opdruk in gravurestijl. Rond 1870 was het sigarenzakje een algemeen gangbaar verpakkingsmiddel geworden. Met de opkomst van de commerciële drukpers vanaf circa 1860 kwam ook in zwang deze sigarenzakjes te bedrukken, soms met op de achterzijde een rebus (zie hieronder een voorbeeld). De zakjes werden fraai bedrukt met gestileerde tabaksplanten, allegorische voorstellingen van handel en scheepvaart, rokende morianen of dito andere personen of afbeeldingen van spraakmakende gebouwen. Vaak werd op een sigarenzakje ook de winkelpui van de sigarenhandel weergegeven, met de naam van de winkel en winkelier.
Rond 1860 waren er bijvoorbeeld in Amsterdam ruim 1.400 sigarenmakers en tabakssnijders. Er waren vijf grote sigarenfabrieken, maar de meeste sigarenmakers werkten in kleine bedrijfje of hadden een eenmanszaakje. De grotere fabrikanten deden goede zaken, maar de zelfstandige tabakswerkers in hun kleine kamertjes (de meesten in de Jordaan en Jodenbuurt) konden nauwelijks het hoofd boven water houden. Na 1920 raakte de sigarenproductie in Amsterdam in het slop. De Collectie Dreesmann, die zich in het stadsarchief bevindt, omvat de grote verzameling van documenten en voorwerpen die verband hielden met de Amsterdamse tabaks- en sigarenhandel. Dat drukwerk was de reden dat mensen sigarenzakjes gingen verzamelen. In Amsterdam bevindt zich nog steeds de collectie van W.J.R. Dreesmann (1885-1954) en het Pipe Museum (waarom kan dit in hemelsnaam niet gewoon Pijpkabinet blijven heten?), in Groningen wordt het archief van de familie Nanninga met een fraaie verzameling sigarenzakjes bewaart, in Makkum bewaart de stichting Ald Makkum de verzameling van P. J. Tichelaar uit Makkum met een indrukwekkende reeks rebussen.
Na de Eerste Wereldoorlog nam de gewoonte toe om de sigaren in grotere aantallen in een sigarenkistje te verpakken. De zondagse sigaar voor de gewone man die geen kistje kon betalen, werd echter nog lang nadien in een zakje verpakt. In de Tweede Wereldoorlog werd op 6 februari 1942 een maatregel afgekondigd om het papiergebruik in te perken. De officiële reden was de steeds beperkter wordende papiervoorraad, maar in werkelijkheid was het voor de Duitsers een maatregel om de verspreiding van een groot aantal onwelkome publicaties (kranten en boeken) aan banden te leggen. Het verbod was echter ook van toepassing op een groot aantal verpakkingsartikelen, waaronder de sigarenzakjes. Nadat het verbod weer was opgeheven stierf het sigarenzakje alsnog een stille dood. Sigaren werden steeds meer per kistje of in een kartonnen doos verkocht. In het begin leverden sommige fabrikanten nog gratis zakjes aan winkeliers om reclame voor hun eigen merk te maken. Het sigarenzakje werd een steeds zeldzamer artikel en verdween bijna geheel. Eind twintigste eeuw was er een korte opleving, toen enkele winkels de duurdere sigaren een luxe verpakking wilden meegeven. Een uitgebreide beschrijving van de geschiedenis van het sigarenzakje is te vinden op het Pijpenkabinet.