D.B. COOPER

D.B. Cooper is de veronderstelde naam van een vliegtuigkaper die verantwoordelijk was voor een van de spectaculairste ontsnappingen in de Amerikaanse geschiedenis. Meer dan 45 jaar lang duurde het onderzoek van de FBI naar de identiteit van de mysterieuze man, waarvan ook onbekend is gebleven of hij de kaping wel had overleefd. Pas in 2016 liet de misdaadonderzoeksdienst weten niet langer tips over D.B. Cooper in behandeling te nemen, tenzij mensen nog geld of parachutes van Cooper vinden. Op 24 november 1971 had deze kaper onder de naam Dan Cooper voor 12 dollar en 04 cents een ticket gekocht voor een korte vlucht Northwest Orient Airlines van Portland, Oregon naar Seatle, Washington. Waarschijnlijk had Cooper zijn naam ontleend aan de naam van het Belgisch-Franse stripverhaal Dan Cooper. Het verhaal, gepubliceerd in het blad Kuifje, ging over een Canadese piloot die regelmatig zijn parachute gebruikte. In het eerste persbericht dat na de kaping werd uitgegeven werd om duistere redenen de naam D.B. Cooper genoemd, die vervolgens door alle media werd overgenomen en nog steeds geldt als de officiële naam van de vliegtuigkaper.

Vlucht 305 zou slechts een half uurtje moeten duren, maar al snel gebeurde er wat opmerkelijks. De passagier op stoel 18C, een lichtgetinte man met een zonnebril en gekleed in een donker pak, gaf aan stewardess Florence Schaffner een briefje met daarop de mededeling dat hij een bom bij zich had. Hij dreigt het vliegtuig, een Boeing 727, op te blazen als hij niet 200.000 dollar (in 2018 zou dat een waarde vertegenwoordigen van $1.180.000 in 2018) en vier parachutes zou krijgen. Aanvankelijk negeerde de stewardess het briefje, in de veronderstelling dat de man met haar probeerde te flirten. Die sprak haar echter direct aan met de woorden: ‘Miss, you’d better look at that note. I have a bomb’. Hij vroeg haar vervolgens naast hem te zitten, waarna hij zijn koffer valies opende en haar een indrukwekkende reeks cilinders met draden niet zien. Hij lichtte nog even toe dat hij de 200.000 dollar in briefjes van 20 dollar wenst te ontvangen en dat in Seattle het vliegtuig opnieuw moest worden volgetankt. Vervolgens bleef de flamboyante Cooper rustig en beheerst op zijn stoel zitten. In Seattle werd bijgetankt en het geld aan boord gebracht. De 36 passagiers en twee bemanningsleden werden vrijgelaten. De FBI had uit voorzorg foto’s van de bankbiljetten genomen, zodat ze later aan de hand daarvan opgedoken dollarbiljetten zouden kunnen verifiëren. Toen het toestel weer was opgestegen rookte Cooper nog een filtersigaret, bestelde een bourbon en gedroeg zich uiterst hoffelijk tegen de resterende vijf bemanningsleden. Het vliegtuig steeg op richting Mexico, waarbij nog een tussenstop in Nevada werd voorzien. Het Amerikaanse leger had ondertussen gevechtsvliegtuigen geregeld die vanop een afstand het vliegtuig in de gaten hielden. Tegen 8 uur ’s avond, iets meer dan vijf uur na het begin van de kaping, merkte de bemanning, die met z’n allen in de cockpit zaten, dat er drukverlies in het vliegtuig was. Boven het zuidwesten van de staat Washington, op ongeveer 3,5 kilometer hoogte, bij een windsnelheid van 41,15 m/s en een zeer koude regen, loopt Cooper naar de uitgang achter in het vliegtuig en springt hij met twee parachutes naar beneden. Het is avond en een van de parachutes is een dichtgenaaid trainingsexemplaar.

De Amerikaanse overheid begint hierop een grote zoekactie. Vijf maanden lang is zowel de FBI als de lokale politie naar Cooper op zoek in het gebied waar hij geland zou moeten zijn. De FBI merkte in haar onderzoek dat Cooper met heel wat mensen had gesproken, zodat het maken van een duidelijke en accurate robotfoto geen probleem opleverde. Veel zogenaamde ‘Coopermaniacs’ hebben die tekening ‘de Bing Crosby-foto’ genoemd, vanwege de treffende gelijkenis met de zanger. Hij was ook zo vriendelijk geweest om zijn das achter te laten. Dat leverde op dat moment niet veel concreet resultaat op, maar later later wist men er DNA-materiaal mee te verzamelen. Een groot deel van de grappenmakers die zich in de loop der jaren hadden uitgegeven voor Dan Cooper of door de FBI werden verdacht de geheimzinnige kaper te zijn, konden nu direct worden afgevoerd van het lijstje verdachten.Het bleef echter een compleet raadsel waar de man geland moest zijn. Noch de piloten van de Boeing noch deze van de gevechtsvliegtuigen hadden iets opgemerkt of iemand zien springen. Het is dan ook volstrekt onduidelijk of de man de sprong wel heeft overleefd. Het geld werd nooit uitgegeven. Geen van de 9.710 bankbiljetten dook op bij banken of casino’s. Wel vond een achtjarige jongen, Brian Ingram, in 1980 drie pakjesbiljetten met 294 biljetten van 20 dollar die aan de hijacker waren afgegeven. De waarde van de halfvergane biljetten bedroeg 5.880 dollar, waarvan de helft als vindersloon aan de jongen werd uitbetaald. Daar eindigde het bewijsmateriaal.

In 2009 werd er een nieuw onderzoeksteam aangesteld die enkele vreemde chemische elementen vonden op de das van Cooper, elementen die enkel te vinden waren binnen een industriële setting en meer bepaald de vliegtuigindustrie. Gedacht werd dat Cooper wellicht in een fabriek werkte, misschien zelfs bij Boeing zelf. De FBI was er wel van overtuigd dat Cooper geen specialist was. Hij koos een oudere parachute en zag niet dat zijn reserveparachute een dummy was, die was toegenaaid. Hij sprong in het donker, in de regen en in onaangepaste kledij. De biljetten die gevonden waren zouden volgens het federale bureau pas na 1971 in het water zijn terechtgekomen, wat weer de nodige vragen opriep. Misschien gooide Cooper de biljetten weg omdat hij toch wist dat hij er in feite niets mee kon aanvangen zonder betrapt te worden.

Er zijn in de loop der jaren vele kandidaten geweest om ontmaskerd te worden als D.B. Cooper. Kort na de kaping kregen Amerikaanse kranten brieven, ondertekend met ’D.B. Cooper’. Ze waren waarschijnlijk allemaal geschreven door grappenmakers en gekken. Enkele kandidaten springen eruit. Kenneth Christiansen werd door zijn broer naar voren geschoven, op basis van het feit dat hij voor zijn dood iets wou opbiechten en de combinatie met het feit dat hij in 1972 een huis kocht … in cash. De zoon van William Gosset claimde dat zijn vader voor zijn dood een bekentenis aflegde. Duane Weber zou het op zijn sterfbed aan zijn vrouw hebben opgebiecht. Zij herinnerde zich ook hoe hij tijdens een trip in Washington aangaf waar D.B. Cooper uit het bos was gekomen. Richard Floyd McCoy ondernam vier maanden na de kaping een soortgelijke stunt. Hij was even beheerst en zelfs het briefje dat hij schreef vertoonde gelijkenissen met dat van Cooper; in beide stond ‘no funny stuff’. Hij werd wel gevat, kreeg een gevangenisstraf van 45 jaar, ontsnapte na bedreiging met een nep-pistool in een vuilniswagen en stierf maanden later in een vuurgevecht met de politie. Nog in 2011 beweerde ene Marla Cooper, een vrouw uit Oklahoma dat ze ervan overtuigd was dat haar oom de kaper moet zijn geweest, want die zat tijdens Thanksgiving in 1971, een dag na de geruchtmakende kaping met allerlei verwondingen aan tafel en weigerde daarover een geloofwaardige verklaring te geven. Een ander onderzoeksteam kwam dan weer uit bij Robert Rackstraw, een paratrooper en Vietnam-veteraan, die in het leger parachutetrainingen had gehad. De man werd ondervraagd nadat de politie explosieven in een garage van de man had gevonden. Rackstraw ontkende, de FBI liet een jaar later weten dat hij geen verdachte meer was, maar sindsdien duiken om de zoveel tijd weer onderzoekers op die ‘bewijzen’ dat deze Rackstraw wel degelijk de dader moet zijn geweest.Van alle aan de FBI gerichte brieven trok één de bijzondere aandacht omdat ze nooit naar buiten gebrachte daderkennis bevatten. De briefschrijver, die ook liet weten geen moderne Robin Hood te zijn er er altijd van overtuigd te zijn geweest dat hij niet zou worden gepakt, eindigde zijn brief met een intrigerende reeks letters en cijfers. Diverse onderzoekers zijn er heilig van overtuigd dat de codes een verwijzing zijn naar de rang en afdeling in het Amerikaanse leger waar Rackshaw werkte. Rackshaw zelf inmiddels 74 jaar, ontkent in alle toonaarden elke betrokkenheid bij de vliegtuigkaping. Een definitief antwoord zal waarschijnlijk niet meer worden gevonden, maar zolang er een aardige duit mee te verdienen is, zal de Cooper-industrie met z’n boeken en documentaires nog wel een tijdje blijven bestaan. Een flink aantal films, tv-series en boeken zijn gewijd of geïnspireerd op D.B. Cooper.

 

Dit item was geplaatst door Muis.
%d bloggers liken dit: