THEODORE BARON VAN HEEMSTRA (38)

Theodore Willem Lodewijk baron van Heemstra (Sassenheim, 27 maart 1883 – Zutphen, 31 maart 1945) was een hoofdingenieur van het seinwezen te Nijmegen en beheerder van het grote district Nijmegen. De gereformeerde Van Heemstra, telg van een oude Friese familie met vele militairen, bestuurders en politici die vanaf 1814 tot de Nederlandse adel behoorde en vanaf 1816 de titel van baron of barones mochten voeren, was gehuwd en had acht kinderen. In 1910 behaalde hij in Luik het ingenieursdiploma, waarna hij als constructeur in dienst trad bij Siemens-Schuckert in Berlijn. In 1912 stapte hij over naar de Staatsspoorwegen in Nederland, waar hij adjunct-ingenieur bij het Seinwezen werd. Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog in 1914 meldde hij zich vrijwillig aan als 1e luitenant bij de artillerie; in 1918 volgde de bevordering tot reserve-kapitein. In 1919 werd hij geplaatst bij het Seinwezen in Zutphen als ingenieur, in 1925 volgde de benoeming bij het Seinwezen in Amersfoort en na een reorganisatie volgde de overplaatsing naar Nijmegen, waar hij na enige tijd hoofdingenieur van het Seinwezen werd. Direct na het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werd hij actief in het verzet. Hij weerde NSB-ers uit zijn afdeling bij de Spoorwegen, ondersteunde personeelsleden die vanwege de Arbeitseinsatz onderdoken en steunde ook actief de spoorwegstaking in september 1944 en daarop volgende maanden. Namens de directie had hij de opdracht om voedselbonnen en geld te verstrekken aan ondergedoken spoorpersoneel in Oost-Nederland. Als zodanig ging hij ook te werk in Nijmegen. Samen met dr. ir. E.J. Bosch van Rosenthal gaf hij leiding aan de sabotageactiviteiten binnen de Nederlandsche Spoorwegen. Hij hield kantoor in een villa aan de Spoorstraat 34, op de hoek met de Nassausingel (ter hoogte van later de Tunnelweg zou worden).

Tijdens een verkenning van het baanvak bij Warnsveld ter ondersteuning van zijn verzetswerk ten behoeve van de stakende spoormensen werd hij op 14 februari 1945 gevangen genomen en overgebracht naar de gevangenis te Zutphen. Kort voordat Zutphen door Canadese troepen werd bevrijd, werden Van Heemstra en acht andere gevangenen (Herman Boxtart, Albert Gerritsen, Gerard Hartogh, Henk Lammerts, Hendrik Lier, Gijsbert van Oostveen, Adriaan Oskam, David Sonnenberg) op 31 maart 1945 aan de IJsselkade vermoord door een groep Duitse SS-bewakers onder leiding van de fanatieke nazi Ludwig Heinemann, die de bijnaam ‘het beest van Zutphen had.. Die waren blijkbaar in paniek en ook woedend over de verzetsdaden; na hun moord wierpen ze de negen lijken in de IJssel. Enkele dagen later konden de bevrijde Zutphenaren de lijken uit het water halen. Ir.. W. Hupkes, de president van de Nederlandsche Spoorwegen, herdacht bij zijn begrafenis in augustus 1945 in Amersfoort de grote verdiensten van Van Heemstra voor de Spoorwegen en het verzet. Het Nijmeegs spoorwegpersoneel heeft hem geëerd door zijn naam te laten plaatsen op de herdenkingsplaquette in station Nijmegen. In Zutphen wordt de moord op de IJsselkade herdacht door een monument daar. Theodore Baron van Heemstra werd postuum met het Verzetskruis onderscheiden. Van Heemstra werd op 17 augustus 1945 herbegraven op de Algemene Begraafplaats Rusthof te Amersfoort, vak 12, nummer 102.

Dit item was geplaatst door Muis.