DE LANGZAME ONTBINDING VAN HET BRITSE RIJK 3

De British Commonwealth startte in 1931 dus voorzichtig met zeven leden: Groot-Brittannië en zes dominions (Canada, Australië, Nieuw-Zeeland, de Unie van Zuid-Afrika, Newfoundland en de Ierse Vrijstaat). Daarnaast had Groot-Brittannië een groot aantal kolonies, waarvan Brits-Indië vanwege haar grootte en belang voor het koloniale rijk een soort ‘status aparte’ had. Het omvatte de huidige landen India, Pakistan, Bangladesh en delen van Myanmar (Birma) en in bredere zin werd onder het begrip Brits-Indië het geheel aan koloniale bezittingen op het Indisch subcontinent bedoeld die al vanaf de 17e eeuw stapsgewijs in Britse handen kwamen. Tot 1858 werd dat land bestuurd door de Britse Oost-Indische Compagnie, maar vanaf 1876 regeerde koningin Victoria deze kolonie niet meer als koningin van het Verenigd Koninkrijk en het Britse Rijk, maar nam zij ook de titel keizerin van India aan. Men spreekt van 1876 tot 1947 dan ook wel van het keizerrijk India. Victoria regeerde overigens niet zelf, maar had een onderkoning als haar plaatsvervanger. Deze maakte op zijn beurt weer gebruik van de macht van Indiase adel (radja’s en maharadja’s). Deze inheemse vorsten werden weer bijgestaan en in de gaten gehouden door Britse bestuursambtenaren. Hoewel de vorsten soms zelfs een eigen leger en luchtmacht bezaten, was hun onafhankelijkheid door verdragen en de dominante positie van de Britten sterk ingeperkt. Op deze manier lukte het de Britten om India, met een bevolking die vele malen groter was dan die van het ‘moederland’, onder controle te houden. Tot 1947, toen het uit was met de pret.

Een iets mindere positie op de koloniale ladder had Zuid-Rhodesië, dat als ‘zelfregerende kolonie’ was al even genoemd. Rhodesië omvatte de huidige staten Zambia en Zimbabwe, het zuidelijke deel van de voormalige kolonie. In dat zuidelijk deel van Rhodesië hadden zich van het begin af aan de meeste blanke kolonisten gevestigd, vooral plantagehouders die een steeds groter deel van de grond voor zich opeisten. Dit deel kreeg in 1923 een grote mate van zelfbestuur, waar de gekozen chiefs zitting hadden in de Senaat en een stem hadden voor hun stammen, maar de blanke kolonisten behielden wel het recht om over alle binnenlandse aangelegenheden te beslissen. De ‘Land Apportionment Act’ van 1931 deelde Rhodesië op in ‘inheems’ gebied (37 procent van het land) en ‘Europees’ gebied (de overige 63%). Dat leidde in de daaropvolgende decennia tot steeds toenemende problemen tussen blanke kolonisten en inheemse bevolking. Tegelijkertijd kwam er ook steeds meer onenigheid tussen Zuid-Rhodesië en Groot-Brittannië. In 1965 riep de Britse kolonie de onafhankelijkheid uit, met aanvaarding van de Britse koningin als staatshoofd. Omdat deze onafhankelijkheid niet werd erkend, riep Rhodesië in 1970 de republiek uit. Sinds 1980 heeft het wel de internationale erkenning als onafhankelijke staat.

En dan waren er nog de andere kolonies, de protectoraten, de mandaatgebieden, de claim en de pure veroveringen.

Een kolonie is een gebied dat compleet onder het bestuur van een soevereine staat valt, hoewel compleet buiten het eigenlijke grondgebied van dat moederland valt. Bijna altijd op een ander continent en waarbij de oorspronkelijke inheemse bevolking geheel is onderworpen aan het gezag van dat ‘moederland’.

Een protectoraat was onderdeel van het Britse Rijk, maar niet, zoals bij de Britse kolonies, geen onderdeel van de Britse kroongebieden. Veel protectoraten waren ontstaan door verdragen die lokale heersers sloten met de Britten ter protectie, in ruil voor een Britse controle over internationale relaties. Bij protectoraten werden de internationale relaties en defensie door de Britten geregeld. Om het niet al te makkelijk te maken waren er protectorates, waarbij de Britten ook de lokale overheid inrichtte, en protected states, die wel een eigen lokale overheid kende en dus meer over de interne aangelegenheden te vertellen hadden.

Een mandaatgebied is de voogdij die na de Eerste Wereldoorlog op basis van artikel 22 van het Handvest van de Volkenbond werd uitgeoefend over voormalige Duitse koloniën en delen van het vroegere Osmaanse Rijk. Deze gebieden kunnen in feite gezien worden als een annexatie van de Duitse kolonies en delen van het Ottomaanse Rijk door de overwinnaars van de Grote Oorlog. Men onderscheidde: A-mandaten (gebieden die in principe voor onafhankelijkheid in aanmerking kwamen, maar een tijdelijk bestuur nodig hadden), B-mandaten (voor onbepaalde tijd als afzonderlijke eenheid door de mandataris te besturen) en C-mandaten (door de mandataris te besturen als deel van het eigen gebied of van de eigen kolonie). Na de Tweede Wereldoorlog werden de Britse mandaten omgezet in trustschappen onder supervisie van de Trustschapsraad van de Verenigde Naties, die in tegenstelling tot de mandatencommissie ter plaatse onderzoek kon instellen.

De territoriale claims behelst de aanspraken die de Britten maken op het antarctisch gebied. We kunnen hieronder wellicht ook scharen de militaire basis die het land heeft op Cyprus (Akrotiri en Dhekelia) en de Stille Zuidzee.

En tot slot zijn er de pure veroveringen en ook die kunnen weer worden onderverdeeld. Op de eerste plaats zijn er de gebieden die als eerste werden veroverd en aan het koninkrijk werden toegevoegd, zoals Wales en Schotland. Al zo lang geleden dat tot de Brexit haast werd vergeten dat het helemaal geen vanzelfsprekendheid is dat die gebieden tot het koninkrijk behoren. Ze staan in lijst van het volgende blog als ‘Brits’ aangemerkt. Op de tweede plaats zijn er gebieden die ook al lang geleden in bezit zijn genomen en simpel aan het koninkrijk zijn toegevoegd. Het betreft veertien gebieden, waaronder ook de genoemde bases en claim, die onder de noemer British overseas territory onder soevereiniteit van het Verenigd Koninkrijk vallen, maar geen deel uitmaken van het Verenigd Koninkrijk zelf. Diverse eilanden en belangrijke gebieden (Gibralter, Falklands) zijn ooit in een ver verleden aan het grondgebied toegevoegd en er is weinig animo deze gebieden ooit op te geven. Ook zij staan in lijst van het volgende blog als ‘Brits’ aangemerkt. Op de derde plaats is er nog de categorie ‘Kroon’, de gebieden die rechtstreeks onder het Britse Kroonbezit vallen (Man, Kanaaleilanden), daardoor geen onderdeel van het Verenigd Koninkrijk zijn, ook niet bij tot de Britse overzeese gebieden horen en ook geen deel uitmaken van de Europese Unie. Het Verenigd Koninkrijk verzorgt het buitenlands beleid en de verdediging, maar zaken als douane en immigratie worden door deze gebieden zelf geregeld. Ze kunnen echter niet zelfstandig onderhandelen met de Europese Unie, bijvoorbeeld over aansluiting bij de Europese Unie.

Dit item was geplaatst door Muis.
%d bloggers liken dit: