008 – KASTEEL MIDDACHTEN

Kasteel Middachten, gelegen in het Gelderse De Steeg (gemeente Rheden), werd in 1190 voor het eerst vermeld als bezit van Jacobus de Mithdac. Het toenmalige kasteel lag strategisch tussen de hoge Veluwezoom en het lage moerassige land in een lus van de rivier de IJssel. Het middeleeuwse versterkte huis met grachten, torens en dikke muren werd gebouwd op een uitstekende locatie voor een verdedigingswerk en bood de bewoners voldoende bescherming.

In 1357 kwam het kasteel in bezit van Everardus van Steenre (1335-1392/1400), de zoon van Herman van Steenre, die het huis ten Weerde bij Steenderen en van de Hof te Rheden bezat. Deze Herman van Steenre staat aan het begin van de stamreeks van het Gelderse riddergeslacht Van Middachten. Op 28 augustus 1814 werd bij Souverein Besluit R.J.A.F. van Middachten, heer van Vrieswijk en Oldhagensdorp (1755-1840) benoemd in de ridderschap van Overijssel waardoor hij en zijn nageslacht tot de adel van het koninkrijk gingen behoren. Met een kleindochter van hem stierf het geslacht echter in 1901 uit.

Everardus van Middachten nam na het verkrijgen van het bezit in 1357 de naam Van Middachten aan en liet een omgrachte en onderkelderde vierkante donjon bouwen met twee haakse vleugels aan een binnenplaats. Ook liet hij een forse voorburcht aanleggen. Ze horen nu tot de oudste bouwdelen van het kasteel. In 1624 en 1629 werden flinke vernielingen aangericht door graaf Hendrik van den Bergh (1573-1638), heer van Stevensweert en markgraaf van Bergen op Zoom, die tijdens de Tachtigjarige Oorlog in Spaanse dienst was. Hij was toen stadhouder van Spaans Opper-Gelre. Hij streed onder meer bij Gulik, bij de twee invallen van de Veluwe (in 1624 en 1629) en bij de belegeringen van Breda, Grol en ’s-Hertogenbosch. Hij zou later overstappen naar de Staatse legers. De door graaf Hendrik van den Bergh in 1624 en 1629 aangebrachte vernielingen waren in 1643 hersteld. Godard van Reede 1644-1703De eerste vernielingen zorgden ervoor dat de familie Van Middachten het kasteel in 1625 moest verkopen aan het geslacht Van Raesfelt. Johan van Middachten kwam vanwege zijn huwelijk in 1545 met Bartha Doys tot Vrieswijk (†1552), de dochter van de heer van Vrieswijk, in 1560 in het bezit van de havezate Vrieswijk, dat ze zouden behouden tot het overlijden van de laatste vrouwelijke telg van het geslacht in 1901.

In 1625 kwam kasteel Middachten dus in bezit van Reinier van Raesfelt. Na zijn overlijden in 1650 kwam het in bezit van zijn dochter Ursula Philippota van Raesfelt, die in 1666 trouwde met Godard van Reede-Ginkel, enige zoon van Godard Adriaan van Reede (1621-1692) en Margaretha Turnor (1613-1700), eigenaren van Kasteel Amerongen in Utrecht. Daarmee ging het kasteel Middachten over naar het geslacht Van Reede. Deze Godard Adriaan van Reede werd in 1671 verheven tot Deens baron. Hij was in de tweede helft van de zeventiende eeuw een van de belangrijkste diplomaten van de Staten-Generaal. In het Rampjaar was hij ambassadeur in Berlijn om namens de Republiek te proberen Frederik Willem I van Brandenburg (1620-1688), de keurvorst van Brandenburg en hertog van Pruisen (dus de heerser van Brandenburg-Pruisen) te bewegen zijn legers naar de bedreigde Republiek te sturen. Zijn vrouw Margaretha vluchtte naar Amsterdam voor het oprukkende Franse leger.

In het Rampjaar 1672 kwam kasteel Middachten midden in bezit gebied te liggen en werd door de terugtrekkende Franse legers grotendeels vernield. Ook kasteel Amerongen van de familie lag in bezet gebied. Beide kastelen kregen door de bezetter een brandschatting opgelegd, die inhield dat een bepaald bedrag moest worden betaald waarmee de Fransen hun kostbare veroveringstocht konden financieren. Bij ingebreke blijven van betaling zou een kasteel in brand worden gestoken. De slotheer van Slot Zuylen besloot de afkoopsom te betalen, waardoor het slot werd gespaard, maar Godard Adriaan van Reede, de kasteelheer van Amerongen, aarzelde met betalen omdat hij niet gechanteerd wilde worden. Kasteel Amerongen werd begin 1673 van souterrain tot torenspits volgestopt met sprokkelhout en in brand gestoken. Er bleef slechts een zwartgeblakerde ruïne over. Het omliggende park en de boomgaarden werden vernield. Omdat het landgoed niets meer opbracht, ging Margaretha van Reede naar Den Haag om orde op zaken te stellen. Nadat de Fransen het land weer hadden verlaten werd besloten in Amerongen een nieuw huis te bouwen, het huidige kasteel. Vanwege zijn verdiensten als ambassadeur aan het hof van Pruisen schonk de Grote Keurvorst van Brandenburg hem honderd zware eiken in het nieuwe kasteel vloeren te kunnen leggen. Godard Adriaan van Reede Middachten 1676zorgde er echter in 1672 wel voor dat zijn zoon, Godard van Reede-Ginkel, de middelen had om brandschatting voor Kasteel Middachten te voorkomen. Het bleek echter slechts uitstel van executie te zijn. Toen in 1673 de Fransen zich terugtrokken uit de Republiek werd het kasteel Middachten alsnog grotendeels verwoest en geplunderd.

Kasteel Middachten in 1676,
tekening van Constantijn Huijgens Jr.

Godard van Reede-Ginkel (1644-1703) onderscheidde zich in het rampjaar 1672 in de strijd om Woerden, dat deel uitmaakte van de Oude Hollandse Waterlinie. In de nacht van 11-12 oktober 1672 vond er de Slag bij Kruipin plaats. Hollandse troepen onder leiding van Willem Adriaan II van Horne naderde Woerden vanuit Goejanverwellesluis, terwijl vanuit het oosten van Woerden het leger van Frederik van Nassau-Zuylestein oprukte. Het eerste leger zette de aanval in; het tweede leger zorgde voor het graven van schansen en het maken van palissades om de tegenstander te vertragen. Dat zorgde er inderdaad voor dat het leger van de hertog van Luxemburg, die vanuit Naarden naar Woerden kwam, tot twee keer toe werd teruggeslagen. Uiteindelijk brak het Franse leger toch door de defensie. Frederik van Nassau-Zuylestein en ongeveer zeshonderd Staatse soldaten verloren het leven en de aanval op Woerden moest worden afgebroken. Godard van Reede-Ginkel werd vanwege zijn dapperheid bevorderd tot ‘eerste brigadier’, dit tot ongenoegen van zijn moeder die op meer had gerekend. Een jaar lang bezetten de Fransen de stads Woerden en voerde een waar schrikbewind uit, waarbij vele gebouwen en archieven werden vernietigd. Godard van Reede-Ginkel werd in 1683 alsnog luitenant-generaal van de cavalerie in het leger van stadhouder Willem III van Oranje. Hij volgde Willem III naar Engeland toen die in 1688 de troon van Engeland, Schotland en Ierland opeiste, streed onder meer mee in de Slag aan de Boyne en nam in 1690 het bevel van de troepen in Ierland over toen Willem III dat land verliet. In 1691 begon Van Reede een veldtocht tegen de overgebleven medestanders, die op 3 oktober 1691 eindigde met het Verdrag van Limerick. Driehonderd jaar later bracht de republiek Ierland ter herdenking een postzegel uit met een portret van Godard van Reede. Het Engelse parlement verleende Van Reede in 1692 als dank het Engelse staatsburgerschap, plus de titels graaf van Athlone en baron van Aughrim, vernoemd naar twee plaatsen in Ierland, alsmede grote gebieden in Ierland. In 1693 keerde hij terug naar Middachten en werd bevelhebber van het Verenigd Leger in Vlaanderen, was bij diverse gevechten namens de Republiek betrokken en bekleedde tot zijn dood in 1703 veel belangrijke functies

Kasteel Middachten 2Godard van Reede-Ginkel begon in de periode 1694-1697 met grootschalige verbouwing van kasteel Middachten, allereerst om de zware Franse vernielingen ongedaan te maken en al doende het kasteel meer grandeur te geven. Als voorbeeld diende het ouderlijk huis in Amerongen, maar ook was het ontwerp van huis en tuinen van Het Loo een belangrijke inspiratiebron. De architecten Jacob Roman (1640-1716) en Steven Vennecool (1657-1719) zorgden voor het ontwerp. Beide architecten hoorde tot de zogenaamde Strakke stijl, een latere, versoberde variant van het Hollands classicisme dat in de periode 1625-1655 de belangrijkste bouwstijl in de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden was. Aan weerszijden van het kasteel werd gebouwd. Aan de voorzijde verrees een nieuw middenrisaliet met zandstenen pronkgevel, vervaardigd door steenhouwer Jan Schrader uit Gildehaus. Onder de boogvormig verhoogde kroonlijst bevindt zich het alliantiewapen van de opdrachtgevers. De gevel heeft strak classicistische vormen met decoraties in Lodewijk XIV-stijl, die ook werden aangebracht op de door siervazen geflankeerde brug. De binnenplaats werd omgebouwd tot een imposante trappenhal met een koepel en fraai stucwerk. Het echtpaar liet voor de hal acht ‘voorouderportretten’ vervaardigen: het echtpaar zelf, haar ouders, een stel grootouders, een grootmoeder en ene Wolf Frederich von Schmeltzing, waarvan de relatie in nevelen is gehuld. Nadat het kasteel in 1698 herbouwd was, werd in de jaren 1700-1725 begonnen met de aanleg van een tuin, waarvoor de tuinen van Versailles als voorbeeld dienden voor het grondplan van muren, grachten en lanen. Aan de hand van deze structuur werden geschoren hagen, vormbomen en steile taluds aangebracht. Eind 18e eeuw werden daar invloeden van de Engelse landschapstuin aan toegevoegd. Aan deze vormgeving van kasteel en tuin is sindsdien amper wat veranderd. De uitgebreide landerijen die vroeger tot het domein hoorde zijn inmiddels geen bezit meer van de bezitters van het kasteel, dat via huwelijken in latere jaren overging naar de families Bentinck en Zu Ortenburg. Alle gebouwen die tot het landgoed behoren en behoorden zijn te herkennen aan de rood-wit geschilderde luiken, naar de kleuren van de familie van Middachten.

Kasteel Middachten 1

Dit item was geplaatst door Muis.
%d bloggers liken dit: