HITLERS VADER
Roman Sandgruber (1947) is een Oostenrijks historicus, die tot zijn pensionering in 2015 hoofd was van het Instituut voor Sociale en Economische Geschiedenis aan de Johannes Kepler Universiteit in Linz. Hij heeft vooral publicaties over de stad Wenen op zijn naam staan, met bijzondere aandacht voor het rijkste deel van de stedelijke bevolking (‘Traumzeit für Millionäre. Die 929 reichsten Wienerinnen und Wiener im Jahr 1910‘ (1913), ‘Rothschild. Glanz und Untergang des Wiener Welthauses‘ (2018) en ‘Reich sein: Das mondäne Wien um 1910‘). Daarnaast twee boeken over het gebruik van allerlei (onschadelijke) genotsmiddelen, zoals koffie, thee, chocolade, tabak en cola, ook gedurende de jaren kort voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog. In juni 2020 schreef hij het artikel ‘Hitler hätte sicher Freude gehabt’ waarin hij fel afstand nam van de voorgestelde verbouwing van het geboortehuis van Hitler in het Oostenrijkse grensstadje Braunau am Inn. Een verbouwing die geheel in de lijn lag van ouderwetse architectonische uitgangspunten van de Führer. Op verdere belangstelling voor de persoon van Adolf Hitler en zijn politieke beweging heeft Sandgruber nooit blijk gegeven. Zijn uitgave in 2021 van een biografie van Alois Hitler (1837-1903) mag dan ook best verrassend worden genoemd.
Sandgruber zou van Anneliese Smigielski, de achterachterkleindochter van Josef Radlegger die in 1895 de boerderij Rauschergut in Hafeld bij Lambach verkocht aan Alois Hitler, de 31 zakelijke brieven hebben ontvangen die Alois Hitler na de koop aan Radlegger had verstuurd. Ze zou het bundeltje brieven recent hebben teruggevonden op een of andere zolder en de correspondentie hebben afgegeven aan Sandgruber. Dit roept allereerst de vraag op waarom ze hiervoor uitgerekend Sandgruber uitkoos. Er zijn gerenommeerde historici met gedetailleerde kennis over de (jonge) persoon Adolf Hitler die eerder in aanmerking zouden komen de brieven kritisch door te nemen. De tweede vraag is waarom na 130 jaar dit bundeltje brieven ineens opduikt. Het kan natuurlijk, de wonderen zijn nog steeds de wereld niet uit, maar nu is over Hitler de afgelopen eeuw zo ongeveer elke tegel waarop hij ooit heeft gelopen al drie keer opgetild en bestudeerd, om te beginnen door de SS en Duitse geheime diensten. Elk onwelkom gegeven over Hitler moest immers verdonkeremaand worden en er was nog al wat onduidelijks in zijn familiegeschiedenis. Het is per definitie dus verdacht als ineens een flinke stapel opduikt. Ook dubieus dat de historicus nergens vermeld dat de brieven op authenticiteit zijn onderzocht. In het verleden zijn er allerlei soorten Hitler-vervalsingen opgedoken, waarvan het vervalste dagboek van Adolf Hitler door Konrad Kujau wel de meest opzienbarende was. Wat Sandgruber presenteert komt als authentiek materiaal over, maar hij had zichzelf een grote dienst bewezen door een betrouwbaar forensisch onderzoek te kunnen overleggen. Enige argwaan bij de documenten lijkt dus op zijn plaats.
Tot de documenten hoort ook het oorspronkelijk manuscript van August Kubizek (1888-1956), de enige jeugdvriend van Hitler, die tot omstreeks medio 1908 ook in Wenen gezamenlijk met hem optrok. In 1953 publiceerde Kubizek het boek Adolf Hitler, mein Jugendfreund, waarvoor hij onder meer gebruik maakte van de persoonlijke brieven die Hitler hem in de loop der jaren had gestuurd en die hij in een leren etui had verstopt achter een steen in de kelder van zijn woonhuis in Eferding, iets ten westen van zijn geboorteplaats Linz. Voor dat boek maakte Kubizek echter gebruik van de diensten van twee verstokte nazi’s (Karl Springenschmid en Dr. Franz Mayrhofer), die zorgde van een zo gunstig mogelijk portret van de jonge Hitler. In het oorspronkelijke manuscript van Kubizek uit 1938 was hij veel kritischer over zijn jeugdvriend. Dat manuscript gold altijd als vermist en waarschijnlijk vernietigd, maar duikt nu ineens op doordat ene Frau Auzinger, een kleindochter van Kubizek, het hem ter beschikking stelt. Een tweede document dat onverwachts opduikt en terecht komt bij een historicus die geen enkele gebleken affiniteit heeft met het onderwerp. Nog iets meer argwaan dus.
Dat gezegd …. Sandgruber levert een indrukwekkend boek af, waarin een overtuigend beeld wordt geschetst van de wereld waarin Adolf Hitler opgroeide in Linz en omgeving. Het klassieke beeld bij Adolf Hitler (een despotische vader en een madonna-achtige moeder) wordt wat ontzenuwd. De vader mag dan geen sympathiek figuur zijn geweest en ongetwijfeld met regelmaat de toentertijd gebruikelijke opvoedkundige klap hebben uitgedeeld, maar hij is vooral een wat norse man die zich ondanks amper wezenlijke scholing op jonge leeftijd in de loop der jaren wist op te werken tot een van de hogere rangen binnen de Oostenrijkse douane. Een functie die hem langs diverse posten langs de Duits-Oostenrijkse grens voerde. Iemand die er een leven lang van lijkt te hebben gedroomd ooit nog eens een welvarend herenboer te zijn. Hij maakte studie van de jongste ontwikkelingen binnen de landbouw, was een hartstochtelijk imker en toen zijn pensioen naderde kocht hij een grote boerderij in Hafeld. De briefwisseling met de verkoper van het landgoed toont aan dat Alois Hitler weliswaar de theorie beheerste, maar dat het boer zijn hem in de praktijk zwaar viel. Ook financieel had hij zich behoorlijk aan het avontuur vertild. Pa Hitler spreekt in een van de brieven over zijn zesjarige zoon Adolf, die werd aangeduid als ‘mein Bub’, wat toch minstens aangeeft dat onder de ruwe bolster ook trots en liefde huisde. Waarschijnlijk week het gedrag van Alois Hitler op geen enkele manier af van de wijze waarop andere Oostenrijkse vaders hun zonen opvoedden. Misschien is ‘strak in het gareel houden’ een betere omschrijving. De film ‘Das weisse Band’ (2009) van de Oostenrijkse cineast Michael Haneke geeft een aardige impressie over de hardvochtige relatie tussen ouders en kinderen in de decennia voor de Eerste Wereldoorlog, en daarmee een mogelijke verklaring voor het ontstaan van de barbaarse praktijken binnen het nationaalsocialisme.
De auteur schetst dus een goed beeld van de wereld en het gezin waarin Adolf Hitler opgroeide. Het is echter maar zeer de vraag of het ook maar iets toevoegt aan het beeld dat door andere historici naar voren is gebracht. Brigit Hamann zette in Hitlers Wien en Hitlers Edeljude, een boek over de Joodse huisarts Eduard Bloch van de familie Hitler, overtuigend uiteen dat Hitler toen hij op jeugdige leeftijd naar Wenen trok zeker nog geen antisemiet was. Dat er in Linz en omgeving een oplevend antisemitisme was, had blijkbaar geen invloed op hem. Thomas Weber toonde in Adolf Hitler en de Eerste Wereldoorlog en Hitlers Metamorfose aan dat ook later in Wenen en gedurende zijn diensttijd aan het Vlaamse front geen spoor van antisemitisme te bespeuren was. Pas vanaf 1919, toen Hitler door een geheime militaire dienst werd klaargestoomd om te infiltreren in rechts-radicale groepen, werd hij gevoed met Jodenhaat. Sandgruber neemt te makkelijk aan dat Hitler op jonge leeftijd al hiermee vergiftigd was, simpelweg omdat het in deze hoek van Oostenrijk redelijk verbreid was. Hij weet in elk geval op geen enkele manier de conclusies van Hamann en Weber onderuit te halen.
Dat kan eigenlijk ook niet verwacht worden op basis van een stapeltje brieven uit 1895 van zijn vader over een zakelijk dispuut over de koop van een boerderij. De claim dat die dikke bundel vergeelde brieven zou zorgen voor een spectaculair ander beeld dan tot dusver bestond over Adolf Hitler kan onmogelijk waargemaakt worden. Het mysterie hoe een Oostenrijks kind met amper opleiding, hard op weg een mislukkeling en clochard te worden, kon uitgroeien tot Europas meest gevreesde dictator blijft overeind. In feite verandert er door de nieuwe informatie helemaal niets. Dat verandert ook helemaal niets aan de waarde van het boek, dat zeer verhelderend is over de wereld waarin Hitler opgroeide. Sandgruber heeft veel informatie opgeduikeld over de diverse woonadressen van Alois Hitler en zijn gezin. Hij geeft een mooi inkijkje in het dagelijkse leven van het gezin en in het Oostenrijk rond de vorige eeuwwisseling.
.
.
.
.
.
.
.
.
Roman Sandgruber
Hitlers vader. Hoe een zoon een dictator werd.
uitgever Hollands Diep, 2022
ISBN 97.890.488.6302.0