YVES KLEIN – LE SAUT DANS LE VIDE (1960)

In oktober 1960 maakte de Franse kunstenaar Yves Klein zijn spectaculaire duik in de onsterfelijkheid. Of eigenlijk in de leegte, zoals de iconische titel van de foto aangeeft, Le Saut dans le Vide. Klein sprong vanuit de dakgoot van een woning aan de Rue Gentil-Bernard te Parijs. Met wijd gespreide armen en opgeheven hoofd sprong hij dapper in de diepte. Op de foto leek hij haast omhoog te gaan zweven. Verstild hing Klein in de lucht, zijn lichaam sierlijk opgeheven. Het leek haast of de zwaartekracht op hem niet van toepassing was en niets hem in de weg stond om in alle vrijheid het hemelse ruim te kiezen. Wat het klassieke beeld van de essentie van kunst illustreerde: verheffing. Eeuwenlang was immers de gedachte dat de materiële en dagelijkse realiteit werd gewijzigd in iets van een hogere, immateriële waarde heeft. Een idee van verheffing van de toeschouwer dat nog steeds niet helemaal dood is.

De meeste vroege kijkers van de foto waren bereid te accepteren dat de foto wel getruct moest zijn. In de vraag hoe was men veel minder geïnteresseerd. Klein publiceerde over de foto in een eenmalige uitgave van een krant van vier pagina’s, dat bij Parijse kiosken werd achtergelaten. De kop luidde: ‘Een man in de ruimte!, wat vooruitliep op de baan rond de aarde van Yuri Gagarin in zijn Spoetnik in 1961. ‘Vandaag moet de schilder van de ruimte in feite de ruimte in om te schilderen’, schreef Klein, ‘maar hij moet kunnen leviteren.’

Yves Klein - Saut dans le Vide 1960 montageHet was vanaf het begin de vraag hoe de Franse kunstenaar deze gigantische sprong had gemaakt. De werkelijkheid was dat Klein helemaal niet in de leegte sprong, maar keurig landde in een vangnet dat door een paar man stevig werd vastgehouden. De foto was een geweldige montage, zeker als men bedenkt hoe beperkte in 1960 de fototechnische mogelijkheden waren. Klein liet zijn handlangers absolute  geheimhouding beloven en ruim vijftig jaar hielden ze deze belofte en bleef de illusie overeind. Naar verluidt zou Klein zijn beroemde sprong vanaf de tweede verdieping een paar keer hebben geoefend, voordat hij zich waagde aan de daadwerkelijke ‘sprong in de leegte’, die werd vastgelegd door zijn favoriete ‘stuntfotografen’, Harry Shunk en János Kender. Er werden twee versies van de foto in omloop gebracht. Op de eerste reed op de achtergrond een fietser weg, op de tweede wat donkere foto ontbrak deze foto. De eerste foto is de meest getoonde. Het bleek achteraf dat fotograaf János Kender de fietser was. Het idee om een fietser in het beeld op te nemen bleek van Harry Shunk, de andere fotograaf, te zijn geweest. Beide versies werden officieel in omloop gebracht. Klein gebruikte de versie met fietser op de eerste versie van zijn eenmalige krantje  Dimanche. Le Journal d’ un Seul Jour, dat op 27 november 1960 in de Parijse kiosken te koop werd aangeboden. Pas in 2010 werd het mysterie over de manier waarop de foto was gekomen volledig onthuld tijdens een tentoonstelling: de fotografen hadden een paar beelden samengesmolten in de donkere kamer. Een van een lege straat, met een fiets. De andere van Klein die in een gespannen zeildoek springt dat door vrienden wordt vastgehouden.

In zijn publicatie Dimanche. Le Journal d’ un Seul Jour beschreef Klein zijn theorie voor een Theatre du Vide, waarin hij stelde dat het gebruikelijke theater niet langer representatief zou zijn, maar dat zijn theater een spektakel zou bieden zonder personages, decorontwerp, podium, auteur en publiek. Dit zou het theater van de toekomst worden, slechts een lege kamer, het theater van de leegte. In de foto benadrukte de kunstenaar zijn fascinatie voor mystiek en symboliek. Klein beweerde dat hij van kinds af aan een bovennatuurlijke kracht van levitatie bezat, wat hij met dit kunstwerk demonstreerde. Het werk verbeeldde ook zijn interesse in leegte,  de oneindigheid van ruimte en het immateriële. Klein wordt ook wel gezien als een van de kunstenaars die aan de basis stonden voor performancekunst, waarin het kunstwerk en de uitvoering van het werk met elkaar werden verbonden.

Yves Klein - Saut dans le Vide 1960In Public Delivery werd op 12 december 2010 in het artikel Why did Yves Klein take a Leap into the Void? over Klein en dit kunstwerk onder meer geschreven: ‘Le Vault dans le vide is in tegenspraak met een demonstratie van vrijheid en dwang. Het lijkt een botte daad van ongehoorzaamheid tegen conventies en tegen zowel het lichaam als de natuurwetten. Klein springt zorgeloos van een dak in een open ruimte, ogenschijnlijk onbezorgd en onbewogen door de immanentie van zijn val. De ongelijkheid tussen subliem en alledaags is groot. Aan de ene kant ziet de kijker een verwerping van de norm, van de natuurwetten. Er vliegt iemand, maar de omgeving ondermijnt deze magische prestatie op de een of andere manier. Zoals op de foto is te zien, gaat het leven gewoon door, terwijl een fietser zonder enige zorg langzaam wegrijdt door de stille Franse buitenwijk. Zo is een sublieme daad gewoon geworden. De val van de kunstenaar lijkt eindeloos omdat het medium hem in de tijd heeft bevroren. Het beeld presenteert een vitale toestand tussen actie en reactie. Klein heeft een sprong gemaakt, maar of hij zal vliegen of vallen wordt aan de interpretatie van de kijker overgelaten. Door dit werk heeft de kunstenaar zichzelf eeuwig gemaakt, want hij zal nooit op de grond vallen. Dit moment van gewichtloosheid heeft hij voor eeuwig vastgelegd. Wanneer iemand de afbeelding voor het eerst bekijkt, kan hij worden aangetrokken door het gevoel van vrijheid dat erin is opgenomen, maar zich snel de onvermijdelijke pijn zal realiseren die de kunstenaar te wachten staat. De kunst legt een moment vast dat absoluut niet voldoet aan de logica van de natuurwetten, en zoals de kijker maar al te goed weet, moet de kunstenaar op de grond vallen.’

De filosofe Noortje de Leij ging op 9 maart 2018 in haar artikel Filosofie en beeld: Sprong in de leegte nader in op het verschil in betekenis tussen de suggestie van kunnen opstijgen zoals in het kunstwerk van Klein en de schoonheid van het steeds maar opnieuw vallen, wat een vorm van overlevering aan het onvermijdelijke is. Daarbij verwees ze vooral naar het werk van kunstenaars als Bruce Nauman en Bas Jan Ader, waarbij de herhaaldelijke val een loslaten betekent van niet te realiseren illusies. ‘Steeds opnieuw vallen, nutteloos, doelloos, zonder de illusie van een beter bestaan elders, is meer heroïsch dan een enkele sprong de ruimte in. Het is niet de illusie van een geluk dat boven aan de hemel naar ons toe straalt, maar inzicht in dat wat er aan de hand is (wat het geval is) dat de belofte van een gelukkig leven inhoudt. In de tragiek van de val schuilt daarom misschien meer geluk dan in de heroïsche sprong die haar gedoemde falen probeert te verdoezelen. Of zoals Samuel Becketts beroemde adagium luidde: Ever tried. Ever failed. No matter. Try again. Fail again. Fail better.’

Dit item was geplaatst door Muis.