KARL VON DRAIS

De geschiedenis van de fiets en het wielrennen – 2

De draisine was een uitvinding van Karl Friedrich Christian Ludwig Freiherr Drais von Sauerbronn (Karlsruhe, 29 april 1785 – Karlsruhe, 10 december 1851), die meestal wat eenvoudiger wordt aangeduid als Karl von Drais. Hij was de zoon van een hooggeplaatste jurist in het markgraafschap Baden. Omdat zijn prestaties in Latijn op het gymnasium onvoldoende waren, besloot zijn vader hem naar de bosbouwschool van zijn broer te sturen. Na deze particuliere bosbouwschool in 1805 te hebben afgerond studeerde hij twee jaar lang architectuur, landbouw en natuurkunde aan de Ruprecht-Karls Universiteit in Heidelberg, volgde daarna nog twee jaar lang een praktische bosbouwopleiding om in 1808 als boswachter werd aangenomen in dienst van de groothertog Karel van Baden. In zijn vrije tijd knutselde hij aan allerlei apparaten, waarmee de mens zich efficiënter zou kunnen voortbewegen. Hij werkte onder meer aan een vierwielige wagen, die niet door paardenkracht werd voortbewogen maar doordat een paar man flink trapten. Op een weg in goede staat ging dit voertuig sneller dan andere voertuigen. De presentatie van deze wagen in Wenen in 1814 liep echter op een fiasco uit. Later werd het door von Drais ontwikkelde systeem toegepast op wagentjes die op rails lopen. Deze laatste voertuigen worden daarom ook draisine genoemd. De groothertog van Baden was wel onder de indruk van zijn werk en onthief hem in 1810 van zijn baan als boswachter, zodat hij met behoud van salaris zich helemaal kon richten op zijn uitvindingen. De werkgever verleende hem in 1818 de titel ‘Professor der Mechanik’, waarna hij met vervroegd pensioen als boswachter kon gaan. Tot de vroege uitvindingen van Von Drais behoorden onder meer: een muzieknotatiemachine (1812) die de noten opschreef terwijl hij piano speelde, een ‘dyadische karakteristiek’ genoemde rekenmethode met de basisgetallen 0 en 1 (1813) wat associaties met de computer oproept, een ‘verbetering van de brandblusstations’ (1813), de al genoemde ‘koets zonder paarden’ (1813) en een ‘hoogteperspectief’ (1816).

Franse karikatuur van Von Drais 1818Karikatuur van Von Drais uit een Frans tijdschrift, 1818

Von Drais ontwikkelde een voertuig met twee wielen, die in tegenstelling tot de naamloze uitvinding van Michael Kaßler wel een stuurmechanisme had. Bovendien was Von Drais zo snugger om behoorlijk wat aandacht te besteden aan de vormgeving en afwerking van zijn ‘laufmachine’. Die had een houten frame, twee even grote houten wielen, waarvan de voorste bestuurd kon worden met een stuurstang. Het werd voortbewogen door afwisselend met de benen te duwen terwijl de bestuurder op een stoel tussen de twee wielen zat. De rijrichting werd zowel door de stuurboom als door het balanceren van het voertuig beïnvloed, dat wil zeggen zonder dat de voeten de grond raakten. Op 12 juni 1817 ondernam hij zijn eerste langeafstandsreis van zijn huis in Mannheim naar de ongeveer zeven kilometer verderop gelegen paardenwisselplaats Schwetzingen, wat toen waarschijnlijk de best ontwikkelde weg in Baden was. Zijn loopfiets zag er zwaar uit, maar woog toch slechts 22 kilo, niet zwaarder dan de huidige lichtste e-bike. Voor de heen- en terugreis had hij iets minder dan een uur nodig, wat neerkwam op ongeveer vijftien kilometer per uur, voor die tijd een enorme snelheid. Die grote snelheid zou al snel uitmondde in verboden. Hij ondernam zijn tweede grote reis van Gernsbach over de berg naar Baden-Baden. Later dat jaar presenteerde hij zijn uitvinding in 1817 in München. Het Badwochenblatt berichtte over zijn twee proeftochten: ‘Der Freyherr Karl von Drais, welcher nach glaubwürdigen Zeugnissen, Donnerstag den 12ten Juny d. J. mit der neuesten Gattung der von ihm erfundenen Fahrmaschinen ohne Pferd von Mannheim bis an das Schwetzinger Rebenhaus und wieder zurück, also 4 Poststunden Wegs in einer Stunde Zeit gefahren ist, hat mit der nemlichen Maschine den steilen, zwey Stunden betragenden Gebirgsweg von Gernsbach hieher in ungefähr einer Stunde zurückgelegt, und auch hier mehrere Kunstliebhaber von der großen Schnelligkeit dieser sehr interessanten Fahrmaschine überzeugt.‘

Draisine 1818De presentatie in München werd een groot succes. Zijn uitvinding van het tweewielerprincipe werd beschouwd als een ‘geniale flits’, maar von Drais zelf verklaarde op het idee te zijn gekomen door het schaatsen. Om zijn uitvinding verder bekend te maken, organiseerde Drais hij tochten die door het publiek konden worden bijgewoond en hij schreef artikelen voor verschillende tijdschriften. De presentatie was een groot succes en er volgde vanaf 1818 een korte hype in grote steden als Parijs, London en New York. Op 12 januari 1818 ontving hij een groothertogelijk privilege voor zijn uitvinding, vergelijkbaar met een patent vandaag. Vanaf dat moment moest in Baden elke draisine een Drais-licentie op het stuur hebben. In Frankrijk werd een soortgelijke verordening afgekondigd, die hier een ‘vélocipède’ werd genoemd.

Draisine 1818-2Na 1820 werd de draisine ook in Nederland geïntroduceerd, maar erg succesvol was de introductie van dat exotische apparaat niet. In de periode 1820-1830 zou slechts een tiental loopfietsen in Nederland in gebruik zijn geweest. Volgens een bericht van 21 april 1819 in de Brusselse krant Journal de la Belgique zou kroonprins Willem (de latere koning Willem II) een draisine hebben overwogen, die toen blijkbaar werd aangeduid als een ‘dada-piéton’, een aanduiding die verder nergens te traceren is. Het zou een exemplaar zijn geweest van de Engelse importeur Kerr, waarschijnlijk de voorloper van de  Dick Kerr Works in Preston. Nadat er in 1817 patent op zijn loopfiets was verkregen, werd het ontwerp namelijk aan diverse personen verkocht die de daarop volgende jaren licht verbeterde versies verkochten. Het is niet bekend of de kroonprins daadwerkelijk een draisine heeft gekocht, maar aangezien hij nogal sportief was aangelegd is het niet uitgesloten. Draisine ZweiRadMuseumNSUHet Paleis het Loo claimt in elk geval een exemplaar van de draisine te hebben, maar ook het Nationaal Fietsmuseum Velorama in Nijmegen beweert de originele loopfiets van kroonprins Willem te bezitten. Ook het Batavus Museum in Heerenveen is een exemplaar van de loopfiets te zien. Een nagebouwde draisine uit 1817 bevindt zich in de collectie van het Zweirad & NSU-Museum in Neckarsulm.

Van jonkheer Willem Boreel van Hogelanden te Haarlem is bekend dat hij een draisine had, die later aan de ANWB is geschonken. In een verslag van omstreeks 1826 van iemand die per koets reisde, beschreef hij hoe op de Lek dijk iemand met een draisine snel passeerde. Toen deze persoon terugkwam, vroeg de persoon in de koets of hij dat ook eens mocht proberen. Dat viel hem niet mee, want ‘…. weldra maakte het mij tot een zandruiter’. Hij was dus omgevallen. Er zou ook ene Linkwitz, een houtbewerker uit Zeist, met een zelfgebouwde loopfiets hen en weer zijn gereden van zijn woonplaats naar de Maliebaan in Utrecht, in totaal ongeveer twintig kilometer.

In deze periode had Nederlands nauwelijks een deugdelijk wegennet en van enige regelgeving voor loopfietsers was al helemaal geen sprake. Dat was in hert buitenland soms wel het geval, waar een tijdlang het gebruik van de loopfiets op voetpaden verboden was. Na 1830 verdween de draisine bijna overal, omdat ze toch te onpraktisch werd bevonden. Vanaf 1830 werd gebruik gemaakt van drie- en vierwielige houten voertuigen, die vaak zwaar en traag waren. Pas na 1860 herleefde de belangstelling voor de loopfiets en kwamen er ingrijpende innovaties op de markt.

Karl von Drais vluchtte vanwege de politieke onrust in januari 1822 Baden en verbleef tot juni 1827 in Brazilië, waar hij fervent democraat werd. Hij ging verder met uitvindingen, waaronder een schrijfmachine die hij ‘snelschrijfklavier’ noemde (1825), een ‘houtbesparende kachel’ (1833), een leidingsysteem waarvan het systeem door distilleerderijen werd overgenomen (1833) en een ‘kookmachine’ (1834), een soort stoomkookpan. In 1834 probeerde hij vergeefs weer in officiële overheidsdienst te komen en nadat hij in november 1835 in een kroeg in Mannheim betrokken was bij een vechtpartij met een Britse ruiter was hij als het ware ‘sociaal dood’. Vanaf 1839 werkte hij een tijdje bij een dorpssmid en vanaf 1845, toen hij weer in Karlsruhe woonde, was Von Drais een zieke man, getekend door alcohol en het slachtoffer van dwaze streken. Als hij in de jaren 1848 en 1849 langs het stadhuis in Karlsruhe kwam, werd hij door de bewaker vaak uitgenodigd voor een pint. In ruil moest hij met zijn loopfiets de trap vanaf het portaal afrijden, wat vaak een ‘salto portale’ tot gevolg had. Toen in mei 1849 tijdens de Badische Revolutie soldaten in de garnizoenssteden in opstand kwamen en de groothertog vluchtte, deed Von Drais publiekelijk afstand van zijn adellijke titel.  Toen de revolutie mislukte, nam het regime wraak op Drais door eerst zijn pensioen te verlagen en hem daarna via een politiek gemotiveerd medisch rapport wegens ‘geestelijke zwakte en gedeeltelijke koppigheid’ ongezond te verklaren. De gestarte arbeidsongeschiktheidsprocedure kon in april 1850 door zijn familie worden afgewend. Von Drais stierf op 10 december 1851 om 17.00 uur verpauperd en als zenuwlijder in zijn kosthuis te Karlsruhe. Alle uitvindingen hadden hem geen enkel persoonlijk maatschappelijk succes opgeleverd.

Toen in 1891 Drais werd herbegraven op de nieuwe begraafplaats in Karlsruhe, publiceerde Heinrich Meidinger een geschrift waarin hij simpelweg ontkende dat Karl von Drais de uitvinder van de loopfiets was. Moritz Cantor schreef een korte biografie van Von Drais waarin hij zijn uitvingen belachelijk maakte. De monarchisten hadden de republikeinse gedachten van Von Drais noch niet vergeven. Karl von Drais werd daarom in Duitsland pas laat erkend, bijvoorbeeld door straten, pleinen of scholen naar hem te vernoemen. Op 24 september 1893 werd te zijner nagedachtenis in Karlsruhe een bronzen borstbeeld van hem onthuld en in 1985 werd ter gelegenheid van de 200ste verjaardag van Drais door de Deutsche Bundespost een speciale postzegel uitgegeven. In 2017 eerde de gemeente Waldbrunn im Odenwald, waar Karl von Drais een tijdlang politiek asiel had, hem met het Karl-Drais-fietspad. Over een lengte van 23,6 kilometer wordt met informatieborden langs de rondweg het leven van de uitvinder verteld.

Graf Von Drais Karlsruhe Monument von Drais in Karlsruhe Karl Drais 2

Dit item was geplaatst door Muis.