ODALISKEN – 34
Lalla A. Essaydi (Marrakesh, 1956) groeide op in Marrakesh toen Marokko nog een van de conservatiefste islamitische steden van Marokko was. Toen ze zestien jaar kwam ze in problemen, nadat haar broer haar had voorgesteld naar een plaatselijke club te gaan. Dat was riskant, maar ondanks de voorzorgsmaatregelen kwamen haar ouders er achter. Als straf kreeg ze twee dagen huisarrest, geheel alleen in een prachtig, leegstaand oud huis dat ooit toebehoorde aan haar grootvader. Haar ouders veronderstelde dat ze op deze manier de ernst van haar daad zou beseffen. Lalla werd echter steeds bozer, want haar broer kreeg geen straf. In het huishouden werd als vanzelfsprekend alles afgestemd op de zonen. Als de mannen iets wilde drinken, moest een van de vrouwen dat halen. Ze besefte dat voor meisjes heel andere plichten en weinig rechten golden, dat ze nooit alleen op weg mocht gaan om vrienden te ontmoeten, dat niet ambitieus of onafhankelijk mochten zijn. Nog hetzelfde jaar 1956 vertrok ze naar Parijs voor een opleiding aan een middelbare school. Nadat ze terugkeerde naar Marokko trouwde ze en verhuisde naar Saoedi-Arabië, waar ze twee kinderen kreeg en scheidde. Begin jaren negentig keerde ze terug naar Parijs om aan de École nationale supérieure des Beaux-Arts te studeren. In 1996 verhuisde ze naar Boston voor verdere studies in schilderkunst en fotografie.
Beïnvloed door de ervaringen in haar jeugd in Marokko en Saoedi-Arabië onderzoekt Lalla Essaydi de manieren waarop gender en macht het leven van moslimvrouwen bepaalt. Alsof het in hun lichamen is gegraveerd en de ruimte bepaalt waarin zij zich bevinden. Deze beperking van vrijheid en identiteit komt in haar werken constant terug. De inspiratie voor veel van haar werken komt uit haar kindertijd, in de fysieke ruimte waar ze als jonge vrouw naartoe werd gestuurd toen ze ongehoorzaam was. In veel van haar werken wordt gebruikt gemaakt van henna, dat traditioneel wordt gebruikt om de handen en voeten van bruiden te versieren, gecombineerd met Arabische kalligrafie wat een overwegend mannelijke praktijk is. De woorden van de henna kalligrafie op de lichamen van haar vrouwelijke modellen zijn niet te ontcijferen om de autoriteit en betekenis in twijfel te trekken. In haar werk keren ook vaak oriëntalistische beelden uit de westerse schildertraditie terug, waardoor kijkers worden uitgenodigd om de oriëntalistische mythologie te heroverwegen. Een fraai voorbeeld daarvan is La Grande Odalisque, waarvoor het gelijknamige schilderij van Jean-Auguste-Dominique Ingres model stond. Een schilderij uit 1814 dat vanwege de anatomische trucjes die de schilder zich veroorloofde heel wat opschudding veroorzaakte.

