JOSEPH APOUX

Joseph Apoux (Le Blanc, 5 november 1846 – Kremlin-Bicêtre (nu een wijk in Parijs), 11 november 1910) was een Franse schilder en illustrator uit de laat negentiende eeuw en aanhanger van het decadentisme. De naam daarvan is afgeleid van het Latijnse ‘de-cadentia’, dat verval betekent. De term werd in de negentiende eeuw voor het eerst gebruikt door vijandig gezinde critici, maar al snel opgepakt als geuzennaam. Karakteristiek van de stroming was hun teleurstelling over de teloorgang van zekerheden, van verlies aan duidelijkheid over de toekomst, weerzin tegenover de blinde geldzucht van de burgerlijke maatschappij en het geloof dat de wetenschap en industrie alle problemen zouden oplossen. In die banale wereld zou kunst de vrijplaats zijn om te ontsnappen door uiterste schoonheid en zuiverheid na te streven. De stroming kenmerkt zich door negativiteit, Weltschmerz, existentiële verveling, vermoeidheid, stuurloosheid, maar ook een uitdrukkelijk zoeken naar schoonheid als enige uitweg uit de banale burgerlijkheid. Daarvan waren dandy’s met een extreem streven naar zuiverheid, estheticisme en zich willen onderscheiden van de massa de belangrijkste exponenten.

Apoux groeide op in het kleine stadje Le Blanc, zo’n 240 kilometer ten zuiden van Parijs, en verhuisde in 1875 naar de hoofdstad om schilderen en tekenen te studeren bij Jean-Léon Gérôme, een schilder die niet wenste mee te gaan in het door Claude Monet en Édouard Manet gepromote impressionisme. Gérôme wilde vasthouden aan de traditie van het Franse neoclassicisme en de romantiek. Veel van zijn werk heeft een historische, oriëntalistische sfeer, zoals de twee schilderijen van odalisken op deze website. Apoux ging zich hiervan specialiseren in de technieken aquatint en droge naald. Vanaf 1880 exposeerde Apoux in Franse salons en in 1886 nam hij deel aan de tweede Exposition internationale de blanc et noir (1885-1892). Zijn deelname gaf al aan dat er behoorlijk veel vraag naar zijn werk was. Tussen 1880 en zijn dood in 1900 waren de Parijse uitgeverij Joly en prenthandelaar René Pincebourde de uitgevers van zijn werk. Een bekend werk van Apoux bij uitgeverij Joly  is zijn ‘Alphabet pornographique’ uit 1880. Pincebourde onderhield sterke vriendschaps- en samenwerkingsbanden met de entourage van Charles Baudelaire, waarvan hij de teksten publiceerde in luxueuze boeken, voorzien van kleine, zeer zorgvuldige etsen van onder meer Joseph Apoux. Pincebourde gaf ook prachtige, soms behoorlijk erotische prenten uit. Ook Apoux leverde bij hem behoorlijk wat erotisch werk af.

De populairste gravures van Apoux waren doordrenkt met pornografische werk en macabere erotiek, waaronder afbeeldingen van heksen, vampieren en dodenmaskers. Hij was gespecialiseerd in ‘acceptabele’ erotiek. Zijn naakte vrouwen zijn niet bijzonder geseksualiseerd, maar eerder lichtelijk humoristisch en suggestief voor de belofte die hun naaktheid inhoudt. Hij maakte graag commerciële sets van zes prenten in plaats van geïsoleerde composities, met titels als Danseuses, Sorcières, Zodiaque of de hieronder getoonde Six Caprices: Les crêpes, Illusions perdues (Verloren Illusies), Pudeur (Bescheidenheid), Harmonie, Hygiene en Carnaval. De zwarte kat die in elke scène voorkomt, is een typisch Apoux-element. Daarnaast produceerde hij allerlei fantastische mijmeringen. Zijn schilderijen waren voornamelijk familietaferelen, maar helaas werden veel van zijn beste doeken met scènes uit het gezinsleven door hem vernietigd vlak voordat hij stierf, waarschijnlijk omdat het duidelijk zou hebben gemaakt dat zijn huishouden bestond uit zijn nicht Clarisse Camus en hun drie kinderen Clarisse, Marie en Henri.

01-les-crepes02-illusions-perdues03-pudeur 04-harmonie05-hygiene06-carneval

Dit item was geplaatst door Muis.