AMÉLIE LE GALL
Amélie Le Gall (Quintin, Bretagne, 19 maart 1869 – ?) was een Franse wielrenster, die ook de namen Lisette Marton, Mille Lisette en Lisette de Quintin gebruikte. Ze was het jongste van de vijf dochters en een zoon van Marie en Louis Le Gall, een timmerman en houthakker. Als klein meisje moest ze als herderin meehelpen in het karige inkomen van het grote gezin aan te vullen. In 1882 verhuisde het gezin naar Puteaux, een klein plaatsje aan de Seine, dat inmiddels geheel door Parijs is opgeslokt. Daar moest ze op dertienjarige leeftijd gaan werken in een fabriek. Door het loodzware leeftijd, de lange werkdagen en waarschijnlijk slechte woonomstandigheden van het gezin was haar gezondheid wankel. Ze viel meerdere keren per week flauw. In 1891 ontmoette ze Émile Christinet, een 42-jarige elektricien uit Zwitserland, die tegenover de fabriek in een winkel werkte. Het leeftijdsverschil belette niet dat het stel een jaar later trouwde. Christinet was wielrenner en lid van de Franse Touring Club. Hij adviseerde haar na ruggenspraak met een arts ook te gaan fietsen. Hierna herstelde Amélie snel. Binnen een maand of vier knapte ze zienderogen. Vanaf 1893 trainde ze onvermoeibaar op steeds langere routes door de regio, tot wel honderd kilometer, wat haar een ijzeren gezondheid gaf.
In de zomer van 1894 reed Amélie onder de wielrennaam Lisette Marton haar eerste wedstrijd, in Courbevoie bij Parijs een rit over twee kilometer. Vijf dames namen aan de wedstrijd deel. Lisette staat geheel links op onderstaande foto. Op 16 augustus dat jaar stond ze aan de start van een koers over twintig kilometer die door de krant L’Écho de Paris werd gesponsord in de Normandische badplaats, die beroemd is geworden door Marcel Proust. De man met de bolhoed en zwarte snor is Émile Christinet, met wie ze twee jaar eerder getrouwd is. Lisette wordt tweede achter de Belgische Hélène Dutrieu. Tien dagen later, op 26 augustus 1894, startte ze in een wedstrijd van honderd kilometer voor dames en heren in Longchamp in het Bois de Boulogne. Ze eindigde als achtste, elf minuten achter winnaar Louis Méline, maar ze werd daarmee wel de snelste vrouw en gekroond tot Franse kampioene. Eind november 1895 eindigde ze bij de Six Days in het Royal Aquarium in Londen als tweede achter de Engelse Monica Harwood, maar op 2 mei 1896 versloeg ze Harwood wel. Op 1 oktober vestigde ze een nieuw uurrecord op de baan met een gangmaker op de Vélodrome Buffalo in Parijs: 43 kilometer en 46 meter. Daarmee verbeterde ze Dutrieu’s vorige uurrecord van 39,190 km uit hetzelfde jaar. De Franse krant Le Petit Parisien beschreef haar: ‘We vinden dat mademoiselle Lisette een zeer klein postuur heeft, met een stevig frame en een stevig been met een mannelijke uitstraling, met een blik vol energie en kracht.’
I
n 1896 won ze het onofficiële wereldkampioenschap dames door de Schotse wielrenster Clara Grace te verslaan. Amélie Le Gall trainde in die periode bij de controversiële Engelse trainer Choppy Warburton en werd gesponsord door Simpson Chain, de Britse fabrikant van een innovatieve fietsketting. Enkele jaren geleden schreef Jan Boesman het boek De fiets van Lautrec, waarin Choppy Warburton en Jimmy Michael uit Wales de hoofdpersonen waren, waarbij in de titel werd gerefereerd aan een affiche van Toulouse-Lautrec voor ‘La chaine Simpson’, een ketting die verdacht veel leek op en kettingzaag. Opvallend detail: de dame achterop de tandem zou Amélie Le Gall zijn, wat genoeg zegt over haar reputatie binnen het toenmalige wielermilieu.
Amélie Le Gall was niet bang om het tegen mannen op te nemen, maar dat misschien vanuit publicitair oogpunt wel slim, maar sportief leek het niet verstandig te zijn. In juli 1895 nam ze het op het Vélodrome de Varembé in Genéve in een baanrace op tegen een aantal mannen, maar de uitkomst daarvan is niet te traceren. In februari 1896 racete ze Vélodrome d’Hiver in Parijs tegen Warburtons beschermeling Jimmy Michael, een jaar later op dezelfde baan tegen Albert Champion. Over die races wordt hier en daar wel eens opgemerkt dat Mademoiselle Lisette die wedstrijden won, maar dat lijkt toch vooral ‘wishfull thinking’ te zijn. Het zou ook onvoorstelbaar zijn dat ze ook maar een schijn van kans zou hebben tegen renners als Jimmy Michael die al zijn concurrenten met straatlengte versloeg. De Evening Express berichte op 11 februari 1896 onder de titel ‘Michael v Mdlle Lisette; A Sporting Match in Paris’ over het duel: ‘The match between Jimmy Michael and Mdlle. Lisette a.t the Velodrome d’Hiver on Sunday was, says “Sport and Play,” a purely sporting one, and yet it was not, for it would require one of Sam Weller’s double-million magnifying glasses to discover the slightest element of sport in the race. Michael was to give the lady seven kiloms. in fifty, and it was stated that this would compel him to break the record to win. But at no moment were the records in danger of falling, and Michael won by no fewer than eleven kiloms. There was an enormous crowd of spectators who followed the match in grim silence, broken by an occasional caustic remark from the gallery, and it was only the French gallantry for the fair sex which prevented them from breaking out into an uproar. Michael lapped Lisette every four or five laps, and at the end everybody felt relieved. It may be taken for granted that there will be no more such exhibitions for a long time to come. Michael has returned to Wales for a few weeks well-earned rest, and it is said that before coming back to France he may ride at the Agricultural Hall.’ In een interview zei ze dat de gelijkenis van haar rijstijl met die van de Welshe kampioen Jimmy Michael Warburton ertoe bracht haar de bijnaam La Sœur de
Michael’ te geven, wat een erg genereuze omschrijving van Warburton moet zijn geweest. Ze waren wel qua hoogte vergelijkbaar, waarbij Lisette met 1,52 meter (en 40 kilogram) nog net wat kleiner en lichter was dan de 1,56 meter lange Michael.
Na de plotselinge dood van Warburton in 1897 besloot Amélie Le Gall naar de Verenigde Staten te reizen. Op 21 augustus 1898 ging ze in New York van boord van de oceaanstomer SS La Gascogne, waar de pers al wachtte op de ‘Koningin van de Fiets, de beroemdste wielrenner ter wereld’. Ze concurreerde in verschillende Amerikaanse steden tegen Tillie Anderson ‘The Terrible Swede’, Dottie ‘Red Bird’ Farnsworth ‘America’s cyclone’, Clara Drehmel, ‘The German champion’ en Ida Peterson, ‘The Norway Wonder’. John S. Johnson, de Amerikaans recordhouder op de fiets én de schaats, had haar in actie gezien en beweerde dat haar snelheid, vergeleken met die van man of paard, het wonder van de eeuw was. De opwinding over haar aanwezigheid was niet verwonderlijk. Vanaf 1895 waren fietswedstrijden voor vrouwen gigantisch populair in de Verenigde Staten. Er werd gereden op velodrooms, op geïmproviseerde banen, overal. Een zesdaagse trok elke avond duizenden bezoekers, de wielrensters waren beroemd, de toeschouwersaantallen braken alle records en voor de winnaars lagen bergen dollars klaar. ‘Mademoiselle Lisette is naar Amerika gereisd om het op te nemen tegen ‘de allersnelste wielrenners die ons land rijk is’, legde de New York Journal uit. Op 24 augustus 1898 werden ze allemaal in Minneapolis verwacht, waar van 5 tot 10 september de zesdaagse werd gehouden in het kader van het Festival of Fire and Victory. Het eerste wat de Française deed toen ze er aankwam, was een bezoek brengen aan de fietswinkel van de Wirtensohn Brothers, haar Amerikaanse sponsor. Otto Wirtensohn was voor de gelegenheid haar trainer en coach. Het bericht dat mademoiselle Lisette was aangekomen, verspreidde zich als een lopend vuurtje en massaal kwamen sportliefhebbers erop af om haar de hand te schudden. Haar echtgenoot sprak een beetje Engels en gaf te antwoorden.
In interviews benadrukte ze dat fietsen een gezonde sport voor vrouwen was: ‘Ik ben als het ware het levende bewijs dat fietsen niet ongezond is voor vrouwen’, zei ze, daarmee ‘experts’ tegensprekend die sportbeoefening door vrouwen sterk afraadden. Ook hekelde ze de Victoriaanse mode en noemde het korset een ‘verschrikkelijk ongemakkelijk en onhygiënisch kledingstuk, dat het lichaam berooft van alle symmetrie, het zou zelfs de Venus van Milo van elke vorm beroven.’
In 1901 stopte ze op 31-jarige leeftijd met wielrennen, maar bleef tot 1908 op festivals, braderieën en beurzen wel acrobatische optredens zoals de ‘Volcanic Gap’ en de ‘Cycling Dazzle’ uitvoeren. In 1910 opende Amélie Le Gall, die zichzelf nu ‘Lisette Christinet’ noemde, samen met haar man verschillende Franse restaurants in steden in het zuidoosten van de Verenigde Staten, waaronder New Orleans. Émile Christinet stierf in 1918. Daarna liep het spoor met haar dood. Naar verluidt zou ze zijn hertrouwd en haar verdere leven hebben doorgebracht op een grote hacienda ergens in Zuid-Amerika. Echt betrouwbare informatie hierover is er echter niet.
