DE WERELD VAN DE KRUIZEN 2

06 - Wiederkreuz89e HINK-STAP-SPRONG DOOR DE TIJD

In het eerste deel een algemeen overzicht van de basisvormen van een kruis. Op de swastika, het Griekse Kruis en het Latijnse Kruis zijn een groot aantal varianten in omloop. In dit deel de varianten op de beide laatste. De swastika wordt in een volgend deel besproken.

Bij een kruis waarop op drie of vier van de armen het Griekse Kruis wordt herhaald, spreekt men van een Herkruist Kruis of Wiederkreuz. In Engeland wordt veelvuldig een herkruist kruis met spitse voet gebruikt, maar met name in Duitsland en Roemenië schijnt de variant met vier herkruizingen vaak voor te komen. Er wordt daar dan ook soms gesproken van een Duits Kruis of een Roemeens Kruis. Fraaie voorbeelden zijn de stadswapens van Mertesheim en Neufahrn (Duitsland), Sør-Trøndelag (Noorwegen), Liperi (Finland) en Iwanytschi (Oekraïne) en de Roemeense oorkondes de Orde van de Ster van Roemenië en het Herinneringskruis voor Dames.

Afbeeldingen achtereenvolgend: Brabanterkreuz, Lazaruskreuz, Kruis van Sint-Joris, Krukkenkruis, Kaiser Heinrich Kreuz, Wapen van de Wilgolfsbund, Tatzenkreuz, Jerusalemkruis, Godfried van Bouillon met gele Jerusalemkruis, Ehrenzeichen der Verdienst, Maltezer Kruis, Sint-Janskruizen, Prankenkreuz, Andreaskruis, Vlag van Noorwegen, Vlag van Doniawerstal.

07 - Lazaruskruis

Op zo’n Wiederkreuz zijn tal van fraaie varianten bedacht, waarvoor de verzamelnaam Kleeblatkreuz is bedacht. Voor een kruis met aan de vier uiteinden een klaverblad wordt ook de naam Brabanderkreuz gehanteerd. Steden met een dergelijk wapen zijn onder meer de Duitse steden Dülmen, Freiensteinau, Kissing en Neuzelle. Het Duitse Mindelaltheim heeft zelfs Kleeblattdoppelkreuz. Het plaatsje Silberborn heeft een zeer fantasierijke variant op het Kleeblatkreuz, waarvan ik nog niet heb kunnen achterhalen welke naam daarvoor is verzonnen. Een aparte vorm is het Lazaruskruis, dat een uit doodsbeenderen samengesteld kruis heeft. Het wordt gebruikt door de Orde van Sint-Mauritius en Sint-Lazarus. Tot slot is er nog het Apfelkreuz of Ballenkreuz, met op alle vier de einden een bal of appel (naar gelang de voorkeur. Gebruikelijk maakt die bal onderdeel uit van het kruis, maar natuurlijk heeft men ook hierop een variant bedacht, namelijk eentje waarbij de bal tegen de uiteinden08 - Brabanterkreuz aangeplakt zit, de zogenaamde ‘angesezte Kugeln’of eentje waarbij elk uiteinde twee balletjes heeft. Een mooi exemplaar is daarvan het Tolosanerkreuz (afgeleid van Tolosane, de oude benaming van Toulouse) dat op elk uiteinde maar liefst drie balletjes heeft. Ze prijkt momenteel op de vlag van de Midi-Pyrénées.

Bij een helderrood Latijns kruis op een witte achtergrond spreekt men over het Kruis van Sint-Joris, verwijzend naar de martelaar en heilige Sint-Joris die bekend is omdat hij een draak zou hebben gedood. Het naar hem vernoemde rode kruis werd gebruikt tijdens de kruistochten. Hij is vanaf 1222 de beschermheilige van Engeland dat het Kruis van Sint-Joris in haar vlag opnam. Het Kruis van Sint-Joris komt verder onder meer voor in de ster van de Orde van de Kousenband, h09 - Kruis van Sint-Joriset wapen van Amersfoort en de vlag van de Republiek Genua.

Als het uiteinde van een Grieks kruis is voorzien van een dwarsbalk, de zogenaamde kruk, dan spreekt men van een krukkenkruis. Als de dwarsbalken niet tegen de wapenrand aanleunen heeft men te maken met een verkort krukkenkruis. Een vroegchristelijk voorbeeld van een krukkenkruis is het Kaiser Heinrich Kreuz in de Sint-Petrusdom van Fritzlar, een kruis met 346 edelstenen, cameeën en parels, dat van omstreeks 1020 stamt.

De Duitse Wingolfsbund, een oudste bond van christelijke studentenverenigingen, heeft de kleuren zwart, wit en goud. Freiherr Heinrich Friedrich Karl vom und zum Stein stelde deze kleuren in 1814 voor als toekomstige Duitse nationale kleuren, waarna bij de oprichting van de bond in 12844 deze kleuren werden aangenomen. Men daarmee afstand van het revolu10 - Krukkenkruistionaire zwart-rood-goud van de Duitse Burschenschaft die zich baseerde op liberale en patriottische ideeën. Bij de Wingolfsbund waren christelijke geloofsbelijdenis, het streven naar kennis en eerbiedigen van tradities. De bond wees duelleren en de mensuur sterk af en stond open voor Joodse studenten, mits ze ‘ein über das Judentum hinausgehendes Streben’ hadden. Op het wapen van de Wingolfsbund staat een zwevend kruis in goud op een zwart-wit diagonaal vlak.

Ten tijde van de kruisvaarten werd het krukkenkruis door veel ridderorden als symbool aangenomen. Zo had de orde der Tempeliers een zogenaamd Tatzenkreuz, dat in Nederland wordt omschreven als een kruis pattée, croix pattée of breedarmig kruis. Het is een kruis met armen die steeds breder worden. Van dit soort kruis zijn weer allerlei vormen: met holle armen (Tempeliers, Duitse IJzeren Kruis), met recht uitlopende armen (Oekraïense Kozakkenkruis, Rus12 - Kaiser Heinrich Kreuz Fritzlarsische Orde van St. George), met driehoekige armen (Nederlandse Bronzen Kruis, Britse Victoria Cross), met grote driehoekige armen, met ronde uiteinden (’croix pattée alisee’, met holle uiteinden (Georgische Bolnisikruis, Oostenrijkse Leopoldsorde). Het Tatzenkreuz is verder terug te vinden in onnoemelijk veel variaties op wapenschilden, vlaggen, runenstenen, medailles en bedrijfslogo’s. Als het taps toeloopt naar een punt op de onderarm, wordt het een Nagelspitzenkreuz genoemd, staat er een vierkant in het midden van het kruis dan spreekt men van een Quadrierte Tatzenkreuz en als er tips aan het midden van de armuiteinden zijn bevestigd, heeft men te maken met een Nagelspitzentatzenkreuz.

De Orde van het Heilig Graf van Jeruzalem had als symbool een rood krukkenkruis met vier Griekse kruisen in de armen. Het kruis wordt ook Jeruzalemkruis genoemd. Het werd door Godfried van Bouillon, een van de leiders vande Eerste Kruistocht (1096-1099), gekozen als wapen. In 1099 stichtte Godfried het Koninkrijk Jeruzalem, de eerste kruisvaardersstaat, die tot 1291 bleef bestaan in de historische regio Palestina. Het koninkrijk groeide en kromp in die twee eeuwen naargelang de Westerse katholieke vorsten en hun bondgenoten in staat waren grondgebied o12 - Wapen Wingolfsbundnder controle te houden. Paus Pachalis II schonk in 1100 aan de nieuwe kruisvaardersstaat Jeruzalem het gebruik van het krukkenkruis met vier Griekse kruizen, maar in tegenstelling tot het rode Jerusalemkruis dat de kruisvaarders voerden, gebruikte het koninkrijk een geel Jerusalemkruis. Een tak van het geslacht Anjou regeerde van 1131 tot 1268 als koning van de kruisvaarderstaat Jeruzalem. Het gele Jerusalemkruis is nog steeds te vinden op de wapens van het Huis Anjou-Durazzo en het Huis Valois-Anjou. Ook andere oude geslachten die ooit (delen van) het koninkrijk Jerusalem bestuurde, hebben nog steeds het gele Jerusalemkruis in hun wapen. Ook in het wapen van het Koninkrijk der Beide Siciliën is het gele Jerusalemkruis te traceren.

Het Jerusalemkruis is terug te vinden in het Pruisische Olijfberg-kruis (‘Ölberg-Kreuz’) dat in december 1909 door prins Eitel Friedrich van Pruisen werd gesticht ter herinnering aan de bouw van de ‘Kaiserin Auguste Victoria-Stiftung’ op de Olijfberg in Jeruzalem. Zijn zeer religieuze moeder, was erg geïnteresseerd in goede doelen zoals hospitalen en in het bouwen van kerken. Nadat zij en e13 - Tatzenkreuzchtgenoot keizer Wilhelm II in 1898 Jeruzalem hadden bezocht, richtte ze hier een rusthuis in voor christelijke pelgrims, met name voor patiënten die malaria hadden opgelopen. In 1907 werd de eerste steen gelegd voor het ziekenhuis en de nabijgelegen kerk, die in 1910 werden geopend.  De Johanniterorde nam het beheer op zich. Het fantastische Olijfberg-kruis was bedoeld voor heren en dames die zich voor het hospitaal verdienstelijk hadden gemaakt. Het rood, zwart en wit geëmailleerde gouden of verguld zilveren Jeruzalemkruis werd aan een wit zijden lint of aan een strik op de rechterborst of de rechterschouder gedragen. Bij de onderscheiding zijn in de armen van dit krukkenkruis vier zwarte kruisen gelegd, met in het midden een achtpuntig kruis van Malta die herinneren aan de acht zaligheden. De kleuren zwart, wit en rood zijn de kleuren van de vlag van Pruisen.

Een andere variant is onderdeel van de Vlag van Georgië, de zogenaamde Vijfkruisvlag, een vlag met vijf rode kruizen op een witte achter14 - Jeruzalemkruis - rooodgrond, een variant van het Jeruzalemkruis. De vlag bestaat voornamelijk uit de al genoemde Kruis van Sint-Joris, met in het midden een groot rood kruis dat alle vier de zijden van de vlag raakt. In de vier kwadranten staan vier Bolnisikruizen, ook Georgische Kruizen genaamd, in dezelfde kleur als het grote kruis. De vlag werd in 2004 in gebruik genomen, nadat het land bijna 500 jaar andere vlaggen had gebruikt. De vlag was eerder de vlag van het middeleeuwse Georgische koninkrijk (1008 – 1490) en wordt ook door de politieke partij Verenigde Nationale Beweging van Micheil Saakasjvili, als officieel symbool gebruikt.

Zeer opvallend is dat het Friese stadje Niawier (Nijewier) ok het Jerusalemkruis in haar wapen en vlag heeft. Het dorpje wordt pas voor het eerst in 1467 in de boeken aangetroffen en het was ook niet bepaald een locatie waar men een kasteel zou aantreffen, met een invloedrijk geslacht dat op kruistocht ging en invloedrijk werd16 - Godfried van Bouillon in het Koninkrijk Jerusalem en daarmee het recht kreeg het wapen van die kruisvaardersstaat te mogen voeren. De verklaring kan zijn dat iets ten westen van de terp waarop Niawier is gebouwd het klooster Sion stond, dat dat oudste vrouwenklooster van Friesland moet zijn geweest. Het werd in 1191 gesticht als dochterklooster van het cisterciënzer klooster Klaarkamp bij Rinsumageest. Wellicht heeft die kloosterorde het Jerusalemkruis in het wapen gehad, maar het kan ook zijn dat het is ontleend aan het bisdom Utrecht waaronder men ooit viel. De vlag bestaat verder uit een geel en groen vlak, diagonaal van elkaar gescheiden. Geel is dan het symbool voor de landbouw en groen refereert naar de terp waar het dorp op gelegen is.

Een fraaie variant op het krukkenkruis is het Ehrenzeichen für Verdienste um die Republik Österreich, dat in november 1922 in het leven werd geroepen als allerhoogste onderscheiding van de republiek. Ze omvatte in het begin toen en later zelfs zestien verschillende gradaties, elk met een andere vormgeving. In het Heeresgeschichtlichen Museum in Wenen is het ereteken in al die verschillende variaties te bewonderen.

Nadat i18 - Olijfbergkruis van Pruisenn 1312 de orde der Tempeliers werd opgeheven, werd hun plaats ingenomen door de Soevereine Militaire Hospitaalorde van Sint-Jan van Jeruzalem, van Rhodos en van Malta, kortweg de Maltezer Orde of Orde van Malta genaamd en nog vader aangeduid als de Joannieterorde. De Orde heeft als wapen het rode Maltezer Kruis, een achtpuntig kruis met vier armen, zeer smal op het snijpunt en breed op de uiteinden, die uitlopen in twee punten. De acht punten symboliseren de acht zaligheden. De nog steeds bestaande orde heeft wereldwijd ruim 13.500 katholieke leden, zowel geestelijken als leken, edellieden en niet-adellijken. Hun liefdadigheidswerk en noodhulpverlening wordt gedaan door 80.000 vrijwilligers uit 120 landen, waaronder 42.000 met een medische scholing. Na de Reformatie ontstonden er vier protestantse johannieterorden: de Johanniterorden i Sverige in Zweden, de Balley Brandenburg des Ritterlichen Ordens St. Johannis vom Spital zu Jerusalem in Pruisen, de Orde van Sint-Jan in Groot-Brittannië en de Johanniter Orde in Nederland. Zij voeren allemaal het oorspronkelijke Maltezer Kruis in hun wapen. Het Maltezer Kruis komt onder andere voor in het Hugenotenkruis, de euromunten van Malta, de vlag van Ermelo, het gemeentewapen van Montfoort, de vlag van Queensland en ontwerpers maken er ook nog steeds graag ge20 - Maltezer Kruisbruik van.

Als een Grieks Kruis op de vier eindpunten van de armen niet eindigt op een kruk, maar waarvan de breder eindigt dan op het middelpunt, spreekt men van een Sint-Janskruis. Kenmerkend is dat de armen altijd eindigen in een rechte lijn. Een weinig voorkomende vorm zijn de kleine grafzerken op Duitse militaire begraafplaatsen. Ook Duitse militaire medailles willen nog wel eens deze vorm hebben. De naam Sint-Janskruis kan trouwens verwarrend zijn omdat deze naam soms ook voor het Maltezer Kruis wordt gebruikt, hoewel de vorm hiervan behoorlijk afwijkend is. Organisaties die het Sint-Janskruis gebruiken zijn de Portugese luchtmacht Força Aérea Portuguesa (FAP), het Zweedse bisdom Karlstad en de Zwitserse stad Andermatt. Het eiland Guernsey heeft in de Engelse vlag (die met het rode kruis van Sint-Joris) een geel Sint-Janskruis.

A22 - Sint-Janskruizenls dezevorm zich voordoet bij een Latijns Kruis, dan wordt gesproken over een Prankenkreuz. Een van de organisatie die zo’n Prankenkreuz heeft de Portugese ridderorde Orde van de Ridders van Onze Heer Jezus Christus, die in 1313 werd ingesteld om de taken en bezittingen van de in dat jaar door de paus verboden Orde van de Tempel, de ‘Tempeliers’, over te nemen. Ook de Braziliaanse afscheiding Imperial Ordem de Nosso Senhor Jesus Cristo heeft dit Prankenkruis, dat ook voorkomt in de onderscheiding Ordine Supremo del Cristo van de Heilige Stoel.

Als het kruis schuin staat, spreekt men van een Andreaskruis. Het kruis dankt zijn naam aan de apostel Andreas, die aan een dergelijk kruis zou zijn gekruisigd. Het Andreaskruis zou goddelijke kracht symboliseren en daarom worden gebruikt ter bescherming tegen boze geesten, demonen en onheil. Het symbool wordt dan ook vaak aangetroffen op muuran23 - Prankenkreuzkers als bescherming tegen blikseminslag. Als gevaarsymbool wordt het nog steeds aangebracht bij irriterende stoffen (zwart kruis op oranje achtergrond) en op diverse verkeersborden, zoalsbij spoorwegovergangen of matrixbord boven de autoweg met een rood kruis of om een gevaarlijke kruising aan te duiden. Het Andreaskruis staat in drievoud in het wapen van de stad Amsterdam, maar ook de gemeenten Amstelveen, Ouder-Amstel, Breda, Schoten, Bergen op Zoom, Strijen, Cromstrijen en Hendrik-Ido-Ambacht hebben een wapen met andreaskruizen. In het kruis van de Militaire Willemsorde en de oorlogsvlag ter zee van België is een Andreaskruis opgenomen. Het andreaskruis wordt ook te zien in verschillende buitenlandse vlaggen, waarvan die van Schotland en Groot-Brittannië de bekendste zijn. Andere voorbeelden zijn de vlag van Jamaica, de vlag van de Republiek Winburg-Potchefstroom, de strijdvlag van P.G.T. Beauregard, de vlag van Alabama en vele, vele andere vlaggen. Het Andreaskruis kwam vroeger ook in allerlei volksgebruiken voor, zoals het vingers kruisen achter op de rug als men een leugen wil vertellen, het kruiselings voor elkaar zetten van klompen, een kruisteken over broo24 - Andreaskruisd maken met een mes of een bezem schuin tegel de zegel zetten.

Last but not least: het Scandinavisch Kruis, dat voornamelijk bij vlaggen wordt gebruikt. Het kruispunt van de verticale en horizontale lijn bevindt zich altijd uit de midden, richting de hijszijde van de vlag. Denemarken gebruikt haar vlag al sinds de veertiende eeuw, waarmee het de ouidste vlag ter wereld is. Het ontwerp van de Dannebrog is later overgenomen door de andere Noordse landen en streken: Zweden, Noorwegen, Finland, IJsland, Shetlandeilanden, Orkneyeilanden en Caithness (Schotland). Ook de Duitse marinevlag in de periode 1903-1918 en de Duitse oorlogsvlag in de naziperiode 1938-1945 had dit Scandinavisch Kruis. Toen het Saarland van 1947 tot 1957 een Frans protectoraat was werd ook het Scandinavisch Kruis gebruikt, in de Franse kleuren. Het Scandinavisch Kruis wordt momenteel over de hele wereld door tal van landen gebruikt. Maar liefst 71 Nederlandse gemeente hebben het Scandinavisch Kruis gebruikt, waarbij onmiskenbaar de haast Mondriaanse vlag van het Friese Doniawerstal de allermooiste is. Op de Wikipedia-pagina Scandinavisch Kruis staat een compleet overzicht van het gebruik van dit kruis. Volgende keer iets meer over  vlaggen van provinciale en lokale overheden.

25 - Vlag Noorwegen 26 - Vlag van Doniawerstal

Dit item was geplaatst door Muis.