DE KOLONIEËN VAN BELGIË 5

05 - Honorio Hermeto Carneiro LeaoAndere Braziliaanse avontuurtjes

Voordat Charles Van Lede in 1844 met zijn Compagnie belgo-brésilienne de Colonisation en met koninklijke goedkeuring op pad ging naar Santo Catarina in Zuid-Brazilië was al een eerdere Belgische kolonisatiepoging ondernomen. Die eerste poging staat op naam van Ludgero Joseph Nelis, geboren in een familie van handelaars en kleine linnenfabrikanten in het Oost-Vlaamse Zele. Zele was al eeuwenlang een textielcentrum voor vlas. Vanwege het afvalproduct van vlas dat in balen werd geperst hadden de Zelenaars de spotnamen Kloddezakken of Kloddelopers meegekregen. In de 19e eeuw hoorden Zele en buurgemeente Hamme tot de meest verpauperde plaatsjes in Vlaanderen. Het stadje had het typische uiterlijk van het arme Vlaamse platteland: vele cafés, enkele brouwerijen, een distilleerderij en ongeveer 12 molens. Voldoende om alle ellende weg te zuipen. Veel reden ook om weinig verandering te verwachten, want alle misstanden in de plaatselijke fabrieken werden door de burgerlijke en religieuze overheden keurig afgedekt. Het is dus niet verwonderlijk dat juist uit Zele een poging werd gedaan uit de misère te ontsnappen en zijn heil te zoeken in het verre Brazilië waarover zoveel fantastische verhalen d ronde deden.

Ludgero Joseph Nelis en Honório Hermeto Carneiro Leão ondertekende in 1843 een concessieovereenkomst voor het gebied Pedra Lisa, in de buurt van de Campos dos Goytacazes. Hier zou hij zich met een groep Belgische migranten vestigen en daar beginnen met hun bekende stiel, de vlasteelt. ‘De Belg Ludgero José Nelis heeft zich ertoe verbonden in de provincie Rio de Janeiro een kleine kolonie van zijn landgenoten te stichten, met als hoofddoel de teelt van vlas, cannabis en oliehoudende planten, alsook veeteelt; om vervolgens industriële productie op te zetten voor de hier geproduceerde grondstoffen. Voor de vestiging van de kolonie ontving de ondernemer van de President van de Provincie de noodzakelijke grond, en de Imperiale Regering verstrekte zijn bedrijf bijstand door de constante manier van voorwaarden goedgekeurd bij Decreet van 6 juni van vorig jaar​”

Deze Honório Hermeto Carneiro Leão, Marquês do Paraná (1801-1856) was niet zomaar de eerste de beste. Hij was een vooraanstaand staatsman, diplomaat en magistraat. Hij was van 1830 tot 1841 namens de deelstaat Minas Gerais vertegenwoordiger in de Kamer van Afgevaardigden en werd in 1841 benoemd tot president van de provincie Rio de Janeiro. In die functie hielp hij een opstand van de Liberale Partij neer te slaan en daarmee het keizerschap van Brazilië veilig te stellen. Ook sloot hij in deze functie de overeenkomst met Ludgero Joseph Nelis. Hij werd in 1843 zelfs de facto in 1843 de eerste premier van Brazilië. Nelis had een goede contractpartner uitgekozen.

Blijkbaar bleef Ludgero Nelis zelf in Brazilië om allerlei voorbereidende werkzaamheden te verrichten. Zijn broer Charles Joseph Nelis werd thuis verantwoordelijk gemaakt voor het werven van voldoende enthousiaste migranten. Die waren er in overvloed. Hij wist 139 man te verzamelen voor de overtocht: 110 jonge landbouwers tussen de 20 en 32 jaar oud, 14 vrouwen en 15 kinderen van 12 tot 14 jaar. Hun paspoorten konden worden ondertekend nadat hun werkcapaciteit en moraliteit waren goedgekeurd door José Antonio Rademaker, de consul-generaal van Brazilië in Brussel, en Van Baerle, de consul van Antwerpen. Eind 1843 vertrok de groep vanuit Duinkerke. Bij de aankomst in Rio de Janeiro in januari 1844 bestond het gezelschap uit 95 personen van de originele groep: 56 alleenstaanden, 9 koppels, 6 jongeren en 15 kinderen. Een paar man was simpelweg niet komen opdraven en onderweg waren acht personen overleden. Op 14 februari 1844 kwam iedereen aan op de hen toebedeelde locatie, waar ze volgens de afspraak met de overheid voorlopige verblijfplaatsen en voedsel tot de eerste oogst moesten aantreffen. Er was echter helemaal niets geregeld, zodat al bij aanvang de groep uiteen begon te vallen. Een tiental personen richtte zich tot de Belgische consul in Rio de Janeiro, die probeerde hen in andere koloniën te plaatsen. De meerderheid van de groep keerde echter terug naar België, waar ze in de pers uitvoerig uitpakte over hun woede en teleurstelling.

Ludgero Joseph Nelis bleef echter wijselijk in Brazilië en vestigde zich in Rio de Janeiro, waar hij tot in 1868 ingeschreven stond. In Brazilië komt de naam Muylaert nog steeds voor. Het zijn afstammelingen van Charles Benoît Muylaert en Marie Thérèse Stienen, die met zes kinderen in de leeftijd van 2 tot 12 jaar in november 1843 naar Brazilië trokken. Na hun aankomst in Rio de Janeiro, gingen zij verder naar Campos dos Goytacazes, waar in maart 1845 hun zevende kind geboren. Het echtpaar overleed in 1853 in Campos dos Goytacazes. Er zijn geen passagierslijsten van de overtocht of andere documenten om aan te tonen dat ook het gezin Muylaert deel uitmaakte van de groep-Nelis. Waarschijnlijk is het wel, want de dat kloppen, de bestemming klopt en het gezin kwam uit het gehucht Appels, dat vlak bij Zele ligt. Daar staat tegenover dat Charles en Marie Muylaert ten tijde van de overtocht al respectievelijk 47 en 36 jaar oud waren, dus aanzienlijk ouder dan de beoogde doelgroep. Hun kinderen voldeden ook niet aan de criteria. Ook was Charles Muylaert geen landbouwer maar timmerman, maar dat is een beroep dat bij hert opbouwen van een nederzetting altijd van pas komt. Marie Muylaert was spinsters en aangezien de vlasteelt de belangrijkste activiteit van de Belgische kolonie moest worden, kwam ook dat wel van pas. Waarschijnlijk heeft Charles Nelis bij zijn rekrutering meer moeite gehad dan verondersteld en de criteria ruim gehanteerd.

Dit item was geplaatst door Muis.