ODALISKEN – 38

In 1900 werden de werken van Jacqueline Marval (Quaix-en-Chartreuse, oktober 1866 – Parijs, 28 mei 1932) nog niet aangenomen door de Salon des Indépendants, maar het jaar daarop werd ze met tien schilderijen wel toegelaten tot de Salon des Indépendants, die van 20 april tot 21 mei 1901werd gehouden in de Grandes Serres van de Wereldtentoonstelling in Parijs. Al haar schilderijen werden aangekocht door Ambroise Vollard, waaronder L’Odalisque au Guépard (De odalisk met de cheetah). Het schilderij (110 x 220 cm) stelt een liggende naakte vrouw voor die een cheetah streelt voor een balustrade waar twee papegaaien poseren. L’Odalisque à l’esclave van Jean-Auguste -Dominique Ingres was voor Marval de inspiratie voor haar versie. Marval had overduidelijk haar uiterlijk toegekend aan de afgebeelde odalisk, daarmee werd het een van de oudste picturale werken die het naakt associeert met het vrouwelijke zelfportret. Vollard verkocht het werk later aan de verzamelaar Oscar Ghez en momenteel bevindt zich nog steeds in een privécollectie. Enkele jaren later zou ze nogmaals tweemaal schilderijen met odalisken maken, Waarvan het schilderij uit 1903 al weinig meer te doen hadt met de oosterse setting van de oorspronkelijke odalisken-schilderijen in de negentiende eeuw volgens de oriëntalistische stijl. Behalve dit schilderij koopt Vollard ook haar naakte zelfportret, dat waarschijnlijk het allereerste vrouwelijke naakte zelfportret uit de kunstgeschiedenis is. Vollard zal daarna zo’n tien jaar lang haar werken kopen en verkopen Daarna namen twee andere gerenommeerde kunsthandelaren, Eugène Druet en Berthe Weill, deze taak van Vollard over.

Marval-Odalisque au guépard

Dit item was geplaatst door Muis.