DE FAMILIE DE COCQ VAN HAEFTEN
91e HINK-STAP-SPRONG DOOR DE TIJD
De familie De Cocq van Haeften wordt voor het eerst genoemd met ridder Otto van Haeften (Otto de Cock van Haeften van Rhenoy (1421-1473), heer van Gameren en Wayenstein), die in 1421 in Tuil (Neerijnen) werd geboren als zoon van Otto Nicolaesz de Cock (1365-1430) en Adelisse Bruijstensdr van Herwijnen (1378-1451), die in Haaften op Kasteel Goudenstein woonden. Het echtpaar had maar liefst veertien kinderen, waarvan Otto de Cock van Haeften van Rhenoy (1421-1473) de oudste was. Vader Otto had daarnaast ook nog twaalf bastaardkinderen op de wereld gezet. Otto Nicolaesz de Cock was de dijkgraaf van de Tielerwaard en was ook lid van de Raad van de hertog van Gelre. Hij was een kind van Nicolaas Ottensz van Haeften (1339-1373) en Johanna Arentsdr de Cock van Opijnen (1350-1377), wat de oorsprong is van de familienaam die met de geboorte in 1421 van Otto De Cocq van Haeften zijn intrede deed. Stamhouder Otto de Cock van Haeften van Rhenoy (1421-1473) was getrouwd met Jutte (Judith) Pieck (+1412-+1500), het echtpaar kreeg zeven kinderen. Over haar staat in de archieven: ‘Jutta Piecken huysfrou Otten van Haeften erve hares vaders Francken, wordt 24.09.1473 beleend met die Hoernick in Beesd; op 16.10.1481 wordt haar eed vernieuwd door haar bastaardbroer Arnt Pieck. Jutte wed. Otto van Haeften wordt 03.05.1484 door de heer van Vianen beleend met het gerecht van Gameren en de helft van de tiende. Derk van Haeften verheft 1495 het leen van de windmolen te Gameren en bevestigt de tucht sijner oldemoeder Jutte wed. Otto van Haeften’.
Hun zoon Allard van Haeften (1430-1494) trouwde in 1469 met Aleid van Weerdenburg (1445-1487), vrouwe van Ophemert en Zennewijnen waardoor de genoemde twee heerlijkheden en het kasteel Ophemert in het geslacht Van Haeften kwamen. De familie Van Haeften behoorde vanaf de Middeleeuwen tot de groep van families in de Betuwe die een variatie van het wapen van het Franse geslacht Châtillon voerde, hoewel er geen bewijzen waren van een familiaire link met dit geslacht. Misschien vond men het wapen gewoon mooi. Kasteel Ophemert werd voor het eerst genoemd in 1265 met Rudolf de Cock als eigenaar van het kasteel zou zijn. Tot 1552 waren het huis en de heerlijkheid in bezit van het geslacht De Cock van Waardenburg, maar in dat jaar werden kasteel en heerlijkheid verkocht aan Frederik van Haeften. Die liet het in 1558 na aan zijn vader Allard van Haeften, die het weer naliet aan zijn jongste zoon Reinier. In het Rampjaar 1672 werd het kasteel door de Fransen zwaar beschadig, zodat het geheel gerestaureerd moest worden. In deze staat verkeert het kasteel nog steeds.
Tot 1844 bleef kasteel Ophemert in het bezit van het geslacht (De Cocq) van Haeften. In dat jaar overleed de ongehuwde Anna Margriet barones van Haeften, vrouwe van Ophemert, Zennewijnen en Meerlo (1782-1844), die Ophemert uit erfenis van haar vader had verkregen. Zij liet het huis Ophemert na aan haar neef en raadsman Barthold baron Mackay (1773-1854). De Schotse familie Mackay was door het huwelijk in 1790 van Barthold de Cocq van Haeften (1755-1808) met Arnoldina Margaretha barones Mackay (1771-1849) verwant. In 1963 kwam het landgoed in bezit van Hugh William Mackay (1937-2013), die op 24 maart 2010 het kasteel, het koetshuis en de overige opstallen met bijna 4 hectare grond in erfpacht afstond aan Alexander Coenraad Arthur baron van Dedem. Na diens overlijden werd zijn zoon Aeneas Simon Mackay Lord Reay (*Londen 1965) enig erfgenaam van de Nederlandse goederen. Het kasteel wordt niet meer bewoond en kasteel en kasteeltuin worden soms gebruikt voor concerten en trouwplechtigheden. In 1822 werd de familie opgenomen in de Nederlandse adel met de titel baron(es) met overgang op allen. In 1881 stierf de adellijke familie uit.
Vaak werd bij de familienaam ‘De Cocq’ wegelaten en volstaan met de aanduiding ‘Van Haeften’. Sinds de zeventiende eeuw bestaat er ook een belangrijke Duitse tak, die de naam ‘Von Haeften’ aanhield. De broers Hans-Bernd en Werner von Haeften maakten deel uit van de verzetsgroep rond Claus Graf von Stauffenberg (1907-1944), die op 21 juli 1944 een mislukte aanslag op Hitler pleegde en als gevolg daarvan werden geëxecuteerd.

