FRANCESCO LO SAVIO

Francesco Lo Savio (Rome, 28 januari 1935 – Marseille, 21 september 1963) studeerde aan de Academie voor Schone Kunsten in Rome (diploma 1955) en ging daarna architectuur studeren. Hij werd sterk beïnvloed door Walter Gropius, het Bauhaus, De Stijl en Piet Mondriaan. In 1958 begon hij te werken als industrieel ontwerper.  In 1958 maakte hij zijn debuut op de Premio Cinecittà, een collectieve tentoonstelling georganiseerd door de Italiaanse Communistische Partij. Hij exposeerde er tegelijk met Mario Schifano, Sergio Lombardo, Renato Mambor en Tano Festa, zijn broer. Hij liet deze vroege ervaringen al snel achter zich. In het typische jargon van kunsthistorici: ‘In 1959 wijdde hij zich aan SpazioLuce, monochrome schilderijen op canvas waarmee de energetische mogelijkheden van kleur konden worden geanalyseerd. De zeer lichte luministische variatie van kleur van deze werken genereert een boog van ruimtelijk-lichtgevende effecten die zich vanuit het tweedimensionale picturale oppervlak uitbreiden naar de omgeving’. Of van een andere kunsthistoricus: ‘Lo Savio legt in zijn kunst net als de ZERO-kunstenaars een link met de dynamische eigenschappen van het licht in de kamer, wat hem tot een pionier van de minimalistische kunstenaars maakt. De monochrome juweeltjes van Savio uit 1959 en 1960 zijn gebaseerd op studies naar chromatische transparantie. De serie vierzijdige filters is gemaakt van ondoorzichtig en semi-transparant papier en heeft de geometrische vormen cirkel en vierkant.’ En een derde verwoordt het als volgt: ‘Het artistieke oeuvre van Francesco Lo Savio, gedefinieerd door geometrische precisie en elementaire tinten, dient als een dynamische kracht, pulserend van energie. Om zijn creaties echt te waarderen, moet men ze persoonlijk tegenkomen, confronteren, overpeinzen en zich onderdompelen in hun diepe spirituele resonantie.

Dankzij zijn vriendschap met Toti Scialoja werd hij in 1960 opgenomen in galerie La Salita in Rome. In datzelfde jaar kreeg hij in de Romeinse galerie Selecta zijn eerste solotentoonstelling en exposeerde hij in een andere groepstentoonstelling in de galerie Il Cancello in Bologna. In 1961 begon hij met exposeren in het buitenland, in galerieën en musea. Lo Savio slot zich in 1961 aan bij de ZERO-groep, bij Yves Klein, Heinz Mack, Otto Piene en Günther Uecker als één groep 0 + 0 in Rome in de galerie La Salita. Zijn latere werken, duidelijk vooruitlopend op de minimal art, werden niet goed ontvangen door de artistieke gemeenschap, wat hem financiële problemen en een depressie bezorgde. Dat bracht hem ertoe in 1963 in Marseille zelfmoord te plegen door zichzelf van een balkon van de Unité d’Habitation van Le Corbusier te gooien, slechts 28 jaar oud. Kort daarvoor had hij in deze stad een zomerappartement betrokken. Dat jaar verscheen ook zijn boek Spazio luce: evoluzione di un’idea bij uitgeverij De Luca; het werd in 1975 opnieuw uitgegeven door Einaudi. Zijn postume succes begon in 1968 met zijn aanwezigheid op Documenta 4, op de tentoonstelling Honderd Italiaanse kunstwerken van het futurisme tot heden in de Galleria Nazionale d’Arte Moderna e Contemporanea en op de afdeling Lijnen van hedendaags onderzoek van de XXXIVe Internationale Kunsttentoonstelling. Een retrospectief van zijn werk opende in 1979 het Paviljoen voor Hedendaagse Kunst in Milaan. Andere retrospectieven werden aan hem gewijd in 2009 door het Museo Nacional Centro de Arte Reina Sofía in Madrid en in 2018 door het Museum voor Moderne en Hedendaagse Kunst van Trento en Rovereto.

Dit item was geplaatst door Muis.