INHALEREN VAN OZON

In 1910 werd door de ‘electro-therapeut’, waarschijnlijk een zelf verzonnen beroepsomschrijving,  Samuel Howard Monell (1856-1918) geadverteerd met een apparaat waarmee onder meer ozon kon worden geïnhaleerd ter verbetering van allerlei kwalen. ‘For the inhalation of ozone properly mixed with atmospheric air, this simple method of the author is not surpassed by any. Stop one nostril with pressure of a fingertip while snuffing up the ozonized discharge through the other. Two or three minutes inhalation will dry a running coryza and snuffles, open the passage in a nose stopped by swollen turbinates, soothe and heal the irritation of a ‘raw’ mucous membrane, and allay the tendency to hay fever. This inhalation, deeply drawn into the lungs, is helpful in stimulating expectoration in bronchitis and drying the secretion, and assists the radical cure of all the curable forms. In phthisis it is also useful as an aid in lessening the cough and drying and eliminating the secretion. In cases of chronic nasal catarrh with fetid odor, first cleanse out the mucus by snuffing up a mild and warm salt solution just before inhaling the ozone. Read all that is said of ozone in this book. It is a very important adjunct to high frequency currents. In acute conditions repeat at short intervals.’  Rond de vorige eeuwwisseling was ozon ineens een van de nieuwe wondermiddelen die op de markt kwam.

De Duits-Zwitserse scheikundige Christian Friedrich Schönbein (18 oktober 1799 – 29 augustus 1868) is vooral bekend geworden door zijn ontdekking van schietkatoen en ozon. Toen hij ongeveer 13 jaar was moest hij kinderarbeid gaan verrichten in een chemische/farmaceutische firma in Böblingen. Door eigen inspanningen verwierf hij voldoende wetenschappelijke kennis en vaardigheden, die hij gebruikte om een test af te leggen bij de hoogleraar chemie aan Tübingen. Schönbein slaagde voor het examen, doorliep met succes enkele universitaire studies en kreeg uiteindelijk in 1828 een baan aan de Universiteit van Bazel. In 1835 werd hij er hoogleraar. Tijdens het doen van experimenten rond 1840 aan de universiteit met de elektrolyse van water ontdekte hij een onderscheidende geur in zijn laboratorium.

Hij was daarbij trouwens niet de eerste, want al in 1785 merkte de Nederlandse chemicus Martinus van Marum bij experimenten met elektrische vonken boven water een ongewone geur op, die hij toeschreef aan de elektrische reacties. Hij realiseerde zich niet dat hij in feite ozon had geproduceerd. Zijn experiment bleef onopgemerkt. Dat was bij Schönbein niet het geval. Hij veronderstelde direct dat hij iets nieuws had ontdekt. Vanwege de uitgesproken geur gaf Schönbein het nieuwe gaf de naam ozeïne, een verwijzing naar het Griekse woord ozein, wat te ruiken betekent. Later kreeg het de naam ozon. Hij vond later uit dat de geur vergelijkbaar was met de geur bij de productie van witte fosfor door langzame oxidatie.

Ergens tegen het eind van de negentiende eeuw moeten een paar slimmeriken op het idee zijn gekomen dat met dat ozon toch wel wat te doen moest zijn. In die tijd was het immers niet ongebruikelijk cocaïne, morfine en soortgelijke ‘onschuldige’ middeltjes toe te voegen aan frisdranken en geneesmiddelen. Zie de artikelen over Mrs. Winslow’s Soothing Syrup, Clark Stanley’s Snake Oil, Hamlin’s Wizard Oil, Dr. Boschee’s German Syrup, Dr. Kilmer’s Swamp Root en Miss Tennessees Magnetico Elixir. En tot eind twintiger jaren werd ook geen moment stilgestaan bij de gevaren die verbonden waren aan het gebruik van Radium, dat in allerlei toepassingen op de markt werd gebracht. Niet onlogisch dat lange tijd erg laconiek werd omgegaan met het gebruik van ozon.

In 1910 beschreef de al genoemde Samuel Howard Monell (1856-1918) de zegeningen van ozon, hoewel hij dat woord slechts zelden gebruikte in zijn publicatie High Frequency Electric Currents in Medicine and Dentistry (1910). Monell beweerde dat met zijn apparaat dat hoogfrequente elektrische stromen afgeeft, het ding heeft erg veel weg met een electrische vibrator, een verscheidenheid aan aandoeningen konden worden behandeld. Daaronder acne, laesies, slapeloosheid, een abnormale bloeddruk, depressie en hysterie. Zijn boek ging er verder niet echt op in, maar elke tijdgenoot wist direct dat bij de behandeling van hysterie bij vrouwen door de arts deze vroege versie van een vibrator kon worden gebruikt zonder handmatige inspanningen te hoeven verrichten en dat het doel was te komen tot een ‘hysterische paroxysme, wat een mooi eufemisme was voor orgasme. Het boek staat vol met afbeeldingen wat artsen en tandartsen op een eenvoudige en conservatieve manier kunnen doen door het wegnemen van allerlei pijnen en ongemakken door gebruik te maken van hoogfrequente elektrische stromen. In zijn voorwoord zei Monell met het typische hoogdravende toontje dat bij dit soort pseudowetenschappelijke toestellen hoort: ‘Als het equivalent van deze geweldige pijnstiller, antisepticum en stofwisselingsbevorderaar een nieuw serum, een antitoxine of een paranormale rage, half pseudowetenschap en half kwakzalverij, was geweest, dan zou de faam ervan binnen drie maanden de wereld rond zijn gegaan. Maar deze remedie – die veel verder reikt dan de uitgebuite middelen tegen catarre en hoest, en de geroemde “plantaardige verbindingen”, en alle bestsellers van patentmedicijnfabrieken bij elkaar, waarin het Amerikaanse publiek jaarlijks zo’n honderd miljoen dollar en twintig procent van zijn gezondheid investeert – is toevallig slechts één fase van een elektrische stroom, bescheiden, terughoudend en conservatief, de studie van geschoolde mannen, het onderwerp van een decennium van wetenschappelijk onderzoek; en zo heeft het de afgelopen tien jaar geduldig stilletjes erkenning gekregen, getest door progressieve artsen hier en daar, en meer in Europa dan hier, maar nooit terrein verloren nadat het eenmaal gewonnen was, steeds meer vertrouwen gekregen en nu langzaam zijn waarde bewezen.’

Het duurde nog een tijdje voor werd bewezen dat de toxische verbinding ozon ongezond was indien het veelvuldig en/of langdurig werd ingeademd, ook in lage concentraties. Ozon is irriterend voor de ogen en de luchtwegen. Inademing van het gas kan longoedeem veroorzaken en kan op astma lijkende reacties teweegbrengen. Het kan ook effecten hebben op het centraal zenuwstelsel, met als gevolg hoofdpijn, verzwakte waakzaamheid en prestaties. Botweg: inademing van ozon vernietigt je longen, hart en chromosomen.

Allemaal al heel lang bekend, maar veel mensen nemen nooit kennis van dit soort wetenschap en fabrikanten weten in hun reclamemateriaal en marketingcampagnes handig andere, onschuldig klinkende woorden te gebruiken. Momenteel zijn er behoorlijk wat reclames voor ozongeneratoren die als luchtreinigers worden verkocht. Deze produceren opzettelijk het gas ozon. Ze worden op de markt gebracht om de luchtvervuiling binnenshuis te beheersen en gebruiken misleidende termen om ozon te beschrijven zoals ‘geënergetiseerde zuurstof’ of ‘zuivere lucht, wat suggereert dat ozon een gezonde of beter soort zuurstof is. Er is voldoende bewijs dat ozon bij zeer lage concentraties conform de normen voor de volksgezondheid op geen enkele manier veel geurveroorzakende chemicaliën verwijdert en ook geen virussen, bacteriën, schimmels of andere biologische verontreinigende stoffen onschadelijk maakt. Bij hogere concentraties dan de veiligheidsnorm ontstaan risico’s voor de volksgezondheid.


Dit item was geplaatst door Muis.