CHARLES GOODYEAR

HD_CharlesGoodyear.previewCharles Goodyear
Uitvinder en fabrikant
New Haven, Connecticut, 29 december 1880 – New York City, 1 juli 1860

De uitvinder van de gevulcaniseerde rubber

Charles Goodyear werd geboren in 1800 in New Haven, Connecticut. Zijn vader was mecanicien en had een ijzerwinkel. De farmers uit de buurt kwamen bij hem hun gereedschap en werktuigen kopen en Charles stond altijd aandachtig te luisteren naar hun gesprekken. Als een van de klanten een stuk gereedschap nodig had dat niet in de handel was, maakte Charles’ vader, Amasa, het zelf. De farmers in Connecticut zeiden tegen elkaar: ‘Spreek met Goodyear en het komt in orde.’ Die eigenschap, om de handen uit de mouwen te steken, nieuwe middelen te verzinnen en elke opdracht consciëntieus uit te voeren, erfde Charles van zijn vader en daarenboven zijn handigheid in het gebruik van gereedschappen.

Op een keer stond Charles Goodyear in New York voor een winkel, waar rubber reddingsgordels in de open etalage lagen. Hij betastte de glimmende metalen ventielen. Op dat ogenblik kwam de eigenaar van de zaak naar buiten en vroeg hem wat er van zijn dienst was. ‘Mooie kleppen, hè meneer?’ ‘Nee,’ zei Charles, ‘dat vind ik niet, ik kan ze wel beter maken; maar iets anders, hebt u misschien een baantje voor me?’ ‘Nee, ik kan je niet helpen, maar als ik jou was, zou ik niet in de rubberbranche gaan, rubber deugt niet. Het blijft niet goed. Als je het in de zon legt, wordt het kleverig, en dan kun je d’r niks meer mee beginnen.’ Het was voor de eerste keer dat Charles rubber had gezien en dat vreemde goedje maakte zo’n indruk op hem, dat het hem zijn leven lang niet meer met rust liet. Hij kon aan niets anders meer denken; vandaar de bijnaam de rubberman, die hij later kreeg.

Rubber is een plantaardig product van het sap van bomen die in tropische of subtropische streken groeien. Lang voordat de blanken in Amerika kwamen, verzamelden de Indianen dat sap al in Yucatan en maakten ze er ballen van. Heden kan men in de ruïnes van de stad Chichen-Itza nog een prachtig tlachtli zien, gemaakt van vlakke, bij elkaar passende stenen; op dat veld speelden de Maya-Indianen hun balspel. Aan beide kanten van het veld, hoog boven de hoofden van de spelers, waren twee grote stenen ringen, waar¬door de tegenpartij de bal moest zien te trappen of slaan kunnen we niet zeggen, want ze lieten de bal op hun heup komen en gaven hem daarmee een zet. Iets dergelijks als korfbal dus, maar veel moeilijker.
De eerste Spanjaarden die in Mexico kwamen, vermeldden reeds dat de Indianen rubberschoenen droegen, doch in Europa gebruik¬te men ruim tweehonderd jaar rubber* bijna alleen maar om er ballen van te maken. Behalve ballen maakte men ook nog enkele andere gebruiksvoorwerpen van guttapercha, zoals zwemgordels, regenjassen, warmwaterkruiken en dergelijke. Deze artikelen waren echter niet populair, want als het erg warm was werd het guttapercha kleverig en bij hevige kou werd het hard en bros. Hier zag Charles Goodyear een schone taak voor zich weggelegd. Hij nam zich voor een procédé uit te vinden, waardoor rubber onder alle omstandigheden zijn veerkracht behield.
Daar hij geen verstand van scheikunde had, stak hij zijn licht op bij drogisten en handelaars in chemicaliën. Als laboratorium diende de keuken en zijn apparaten bestonden uit de plank, waarop zijn vrouw deeg kneedde, de deegrol en de keukenkachel. Zonder geld, zonder kennis, zonder goede hulpmiddelen ploeterde hij van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat en telkens moest hij verhuizen, omdat de buren zich bij de politie beklaagden over de stank die hij maakte. Hij trok van de ene stad naar de andere en verkeerde voortdurend in moeilijkheden. Als hij teveel schulden had gemaakt, vertrok hij weer naar een andere plaats. Soms werd hij zelfs in gijzeling gezet, maar in de gevangenis gaf hij de moed niet op en hij was er van overtuigd dat er onverwachts uitkomst zou komen.
Toen hij in New York woonde, was hij zo arm dat hij met zijn vrouw en zeven kinderen een woning had van twee kamers en een keukentje. In die ruimte moest dan bovendien nog plaats worden gevonden voor zijn pannen en zijn rubber en daar moest hij dan werken. Zijn vrouw behield steeds haar vertrouwen in hem en spon garen, dat ze langs de huizen verkocht, anders waren de kinderen van honger omgekomen.

Charles_Goodyear_1In 1823 ontdekte een Schotse chemicus, Charles Macintosh, dat men door middel van nafta twee lagen rubber stevig op elkaar kon plakken en richtte een fabriek van regenjassen op, van macintoshes. De regenjassen voldeden echter niet in het gebruik, want de oude fout bleef bestaan. Bij warm weer werden ze kleverig en in de kou hard. Als Goodyear er nu in slaagde betere rubber te maken, zou hij zijn uitvinding aan Macintosh kunnen verkopen, dacht hij. Hij ging met nog groter ijver aan het werk. In 1834 nam hij patent op een procédé, waardoor de rubber volgens hem onder alle omstandigheden bruikbaar zou blijven. Het bleek echter een fiasco te zijn. Twee jaar later kreeg Goodyear opdracht van de re¬gering van de Verenigde Staten om rubberpostzakken te maken die geen vocht doorlieten. ‘Nu ben ik er bovenop!’ juichte Goodyear. Hij deed zijn uiterste best en leverde de zakken met een kloppend hart af. Helaas! Bij enigszins warm weer werd de rubber zo zacht en plakkerig, dat de postzakken volkomen onbruikbaar waren. Ondanks alle tegenspoed bleef Goodyear volhouden, dat hij er iets op zou vinden. Hij maakte rubber schoenen, rubber jassen, rubber handschoenen, maar als ze klaar waren, waren ze niet naar zijn zin. Iedereen lachte hem uit en noemde hem de rubberman, waarmee ze eigenlijk bedoelden de rubbermaniak, want zijn hoed was van rubber, zijn kleren waren van rubber en hij had heel gekke rubber schoenen aan zijn voeten. Kortom, men dacht dat hij niet goed bij zijn hoofd was, want hij hield maar vol dat op den duur alle men¬sen rubber jassen en -schoenen zouden dragen.

Op een van zijn zwerftochten kwam Goodyear in Massachusetts terecht en kreeg daar een opdracht om bepaalde artikelen met rub¬ber te bekleden. Hij kweet zich zo uitstekend van die opdracht, dat hij het procédé voor vijftigduizend dollar verkocht. Zoveel geld had hij van zijn leven nog niet bij elkaar gezien. Maar zijn doel, het verbeteren van de kwaliteit en van de consistentie van rubber, had hij daarmee nog niet bereikt. Telkens wilde hij uitroepen ‘Eureka!’ maar telkens bleek het weer een mislukking. Op een keer maak¬te hij een stuk rubber schoon met een zuur dat zwavel bevatte en hij stond versteld over het effect. Hij was zich niet bewust van het hoe en waarom, maar nam voor alle zekerheid patent op zijn uit¬vinding. Kort daarop maakte hij kennis met Nathaniel Hayward, die in een rubberfabriek in Roxbury had gewerkt. Samen namen ze allerlei proeven met zwavel, tot Goodyear Hayward uitkocht en de proeven alleen voortzette, maar voorlopig vond hij niets.
We hebben nu gezien, dat Goodyear zijn hele leven gezwoegd heeft om rubber tot een in alle opzichten bruikbaar handelsartikel te maken, dat hij een ellendig leven leidde, honger leed en zelfs in de gevangenis kwam omdat hij zijn schulden niet kon betalen. We we¬ten dat hij zich nooit door tegenslag liet ontmoedigen en onder alle omstandigheden zijn veerkracht behield; dat hij onwrikbaar bleef in zijn overtuiging, dat zijn moeite eindelijk beloond zou worden. En toch, als Goodyear niet zo’n zorgeloos en slordig man was ge¬weest, was hij misschien nooit beroemd geworden, want tenslotte had hij zijn succes te danken aan zijn slordige manier van werken. Op een goede keer liet hij een mengsel van rubber en zwavel op de hete kachel vallen. Vloekend om zijn onhandigheid wilde Goodyear de rubber zo gauw mogelijk van de kachel halen, maar tot zijn grote verbazing was de rubber hard geworden. De god van het vuur, Vulcanus, had de consistentie van de rubber veranderd: het stuk rubber was gevulcaniseerd. Dat was me een opwinding! Zijn vrouw en kinderen kwamen kijken en zelfs de buren kwamen aangelopen. Weer begon voor Goodyear een periode van koortsachtig werken en toen hij na herhaalde proeven de zekerheid had dat hij eindelijk zijn doel had bereikt, vroeg hij in 1844 patent aan op zijn procédé. Nauwelijks had hij dat gedaan of men begon van alle kanten processen tegen hem, doch het gerecht stelde hem in het gelijk en in 1852 werd hij tot onbetwistbaar uitvinder uitgeroepen van het procédé om rubber te vulcaniseren.

Toen vertrok de rubberman naar Engeland om daar zijn uitvinding te demonstreren en in de hoop dat hij zakenmensen financieel voor zijn plannen zou interesseren. Daar klopte hij echter aan dovemansdeuren. Zijn vulkanisatieproces werd er door de Britse uitvinder Thomas Hancock overgenomen toen deze in bezit kwam van monsters die door Goodyear naar Engeland waren overgebracht. Hancock diende ruim 8 weken eerder een patentaanvraag in dan Goodyear. Later werd deze aanvraag door Goodyear betwist, maar Goodyear verloor uiteindelijk de rechtszaak
Van Engeland ging hij naar Frankrijk en daar slaagde hij erin een rubberfabriek op te richten. Hij kreeg echter zo weinig bestellingen dat de zaak failliet ging. In 1855 kwam Goodyear voor de zoveelste maal in de gevangenis wegens het niet be¬talen van zijn schulden, ditmaal in Frankrijk. Toen hij uit de gevangenis was ontslagen, hervatte hij onmiddellijk zijn pogingen om de wereld te overtuigen van het grote belang van zijn uitvinding. Ettelijke malen reisde hij heen en weer tussen Europa en Amerika, maar kreeg overal nul op ’t rekest. Zijn krachten waren echter langzamerhand door al de ontbering die hij had geleden, door het vermoeiende leven dat hij had geleid en door de teleurstellingen die hij had ondervonden, gesloopt. Hij stierf in 1860 in New York in de ouderdom van zestig jaar, niet alleen doodarm, maar met een schuld van $ 200.000.-.

De ironie van het noodlot heeft gewild dat Goodyear zich op het eind van zijn leven ging beschouwen als een mislukkeling, terwijl het alleen aan zijn uitvinding te danken is geweest dat we thans in geruisloos rijdende automobielen over onze perfecte verkeerswegen kunnen glijden en dat de rubber een van de machtigste economische wapenen van wereld is geworden. In 1989, bijna veertig jaar na zijn dood, werd door Frank Seiberling de bandenfabriek Goodyear opgericht, wat als een hommage aan zijn persoon kan worden gezien. Al drie jaar jaren weet het bedrijf het autobedrijf Ford aan zich te binden door te helpen bij hun inspanningen in de autoracerij. Vanaf 1908 zijn alle T-Ford die van de lopende bank komen afrollen voorzien van Goodyear-banden. Momenteel is de Goodyear Tire and Rubber Co, die dus geen banden met de familie Goodyear heeft, de grootste banden- en rubberproducent ter wereld.

* De naam rubber is eigenlijk van latere tijd; vroeger noemde men het caoutchouc, guttapercha of gummi. De vorige generatie sprak nog van een vlakgummi, dat op school werd gebruikt om fouten uit te vegen. Juist om deze eigenschap heeft men het in de Engels sprekende landen rubber genoemd (to rub out = uitvegen).

Charles Goodyear by Stanley Meltzoff
Charles Goodyear aan het experimenteren, naar een schilderij van Stanley Meltzoff

Dit item was geplaatst door Muis.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: