PATRIA 1

arthur_knaap_in_uniform2Arthur Knaap wordt in 1893 geboren in Nederlands-Indië als oudste zoon van een kunstzinnige Indische familie. Zijn vader Otto schrijft voor Nederlandse en koloniale kranten muziek- en toneelrecensies en na 1900, als het gezin naar Nederland is teruggekeerd als muziekcriticus voor de Telegraaf. Zowel de verhuizing naar Nederland als naar Parijs waren overigens het gevolg van het feit dat Knaap sr. zich in de problemen had gewerkt en een behoorlijke uitwijkplaats wenselijk vond. Rond 1910 verhuist het gezin naar Parijs, op dat moment het mondiale mekka van de kunst, Parijs. Arthur groeit er op tot een watervlugge en lenige man die de liefde voor muziek en schrijven deelt met zijn vader. Hij rondt wel in Nederland de HBS af. In zijn vrije tijd schaakt en voetbalt hij of speelt piano.

Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog keert de familie Knaap terug naar Nederland, behalve Arthur en zijn zus Wilma. In november 1914 wordt Arthur oorlogsvrijwilliger uit ‘een zucht naar avontuur, de koorts van het gevecht, uit liefde voor Frankrijk’.Hij woonde op dat moment al zeven jaar in Frankrijk, dat hij steeds meer was gaan beschouwen als zijn echte vaderland. Hij schreef hierop: ‘Ik vind het niet meer dan billijk, dat een Knaap zich opoffert, als het nodig is, voor Frankrijk, waar wij zoveel gastvrijheid hebben genoten. Ik ben niet bang voor de dood. Ik ben wel zeer voorzichtig, maar als het zover moet komen, zal ik tonen dat wij, Indische jongens, eveneens de dood niet achten.’

Hij wordt zoals alle buitenlanders die voor Frankrijk willen vechten opgenomen in het vreemdelingenlegioen. Na zijn training door de Parijse brandweer belandt hij eind 1914 aan het front in Noord-Frankrijk, in een regiment dat bestaat uit enthousiaste vrijwilligers uit meer dan vijftig landen en cynische beroepslegionairs uit Afrika. Van half december 1914 tot tenminste augustus 1918 vertoeft hij min of meer onafgebroken in de loopgraven en neemt hij deel aan meerdere veldslagen. Tijdens de slag om de Somme in 1916 rent hij met boodschappen voor de officieren door het artillerievuur tussen frontlinie en commandopost van zijn bataljon, kort achter de voorste linies.

Knaap kent weinig angst en hij geeft zich vaak op voor patrouilles of lastige klusjes. Hij wordt tweemaal met een Croix de Guerre onderscheiden voor getoonde moed in de vuurlinie. Knaap overleeft de oorlog, die hem echter een mentale en fysieke tik heeft gegeven. De laatste tien jaar van zijn leven werkt hij als eindredacteur voor de socialistische krant Le Populaire, die in 1918 het daglicht ziet. Hij verwekt een zoon bij een Franse vrouw, maar trouwt niet met haar. Knaap wordt in 1938 getroffen door een ernstige ziekte, die de laatste weken van zijn leven verergert. Op 9 januari 1938 overlijdt hij op 44-jarige leeftijd in een Parijs ziekenhuis. Volgens zijn familie is zijn vroege overlijden het gevolg van het mosterdgas, waaraan hij in 1918 blootstond. Knaap weigerde zijn post te verlaten tijdens deze gifgasaanval.

arthur_knaap_in_uniformBij zijn aanmelding voor het front had Knaap gehoopt weer snel en met roem en eer overladen naar huis te keren, maar in plaats daarvan wacht hem een langdurige, bittere en kwellende ervaring. In nuchtere en vaak ontroerende brieven vertelt Arthur zijn familie en vrienden over zijn oorlogservaringen. Arthur en zijn zus stonden in contact met Willem Kloos, die er als redacteur van De Nieuwe Gids voor zorgde dat de ooggetuigenverslagen van de strijd in Frankrijk een groter publiek kregen. Net als zijn vader heeft Arthur namelijk literaire aspiraties en dus wil hij in zijn brieven niet alleen laten zien dat hij een goed soldaat is, maar dat er ook een bekwaam schrijver in hem schuilt. Sommige brieven zijn dan ook duidelijk voor publicatie geschreven. Al tijdens de oorlog worden enkele van zijn brieven gepubliceerd in het literaire tijdschrift De Nieuwe Gids. In een briefje uit juni 1915 prees Willem Kloos de ‘eenvoudige moed en heldhaftige resignatie’ van Arthur Knaap, wat gezien de brieven van Knaap een juiste typering mag worden genoemd.

Hoewel zijn ouders als de dood zijn dat hun zoon iets overkomt, ontziet Arthur hen in zijn brieven niet. Hij probeert zijn ouders wel gerust te stellen maar tegelijkertijd schrijft hij openlijk over kameraden die sneuvelen en kogels en granaten die hem letterlijk om de oren vliegen. Als het jaar 1915 ten einde loopt is het oorlogsenthousiasme bij Arthur echter allang verdwenen. In een van zijn brieven schrijft hij zelfs spijt te hebben van zijn aanmelding. Aangrijpend is de brief die de Nederlander halverwege april 1916 naar zijn vriendin Mies stuurt. Over het oorlogsgeweld schrijft hij dan onder meer het volgende: ‘Niets werkt sterker op de hersens dan het kanon en hevigste mitrailleurvuur heeft niet dezelfde invloed op het moraal als een langdurige marmitage (hevig bombardement). Dat is trouwens de grootste factor in de aanvallen. De gebombardeerde partij is of wel vernietigd of wel zo geschokt, dat er verscheidene minuten nodig zijn haar weer het volle verstand terug te geven, zodat de vijand alle tijd heeft om uit de loopgraven te springen en te rennen… En dan, wanneer men elkander ontmoet, de bajonetten schitterend in het licht, de ogen glinsterend van haat en moordzucht, gaat er in den chaos een gehuil op, zoals de oren van een koelbloedig wezen niet zouden kunnen aanhoren zonder in elkander te krimpen. Het wordt vloeken, steken en steken, vloeken en huilen om moeder en rochelen. Gelukkig hoort men bijna niets, zo is men bezig voor zichzelf; en zo groot is het instinct van zelfbehoud. En dan, later, is men verwonderd en verrast zich levend te vinden, zonder steek noch stoot, de bajonet en de kolf vaak druipend van bloed, zonder hoofddeksel soms, en de kapot (lange soldatenjas) in flarden gescheurd.’

In een andere brief schrijft hij: ‘Het Eerste Regiment vocht in het noorden van Souain, in een verschrikkelijke actie. … Toen de eerste Duitse loopgraven genomen waren (hun kolonel had naar de eer voor zijn regiment bedongen om vooraan te marcheren en hijzelf marcheerde, met een geweer in de hand, voor zijn manschappen), hield een soort van kleine veldschans nog stand, die de infanteristen naar de order moesten innemen door een dubbele zijdelingse aanval. Maar een afleiding was nodig, die de aandacht van de vijand op de voorhoede zou vestigen. Toen zag men een gedeelte van het Eerste Regiment, 247 mannen in het geheel, bij rotten voorwaarts gaan, bajonet op en in de pas, als op exercities! Daarop, overeind of liggend op de buik, vlakbij de vijand, schoten ze, opstaand, weer liggend, voorwaarts gaand. Men wist vervolgens door krijgsgevangenen dat de Duitsers, door bovengenoemd waagstuk voor het lapje gehouden, geloofd hadden aan een massieve aanval. Van de 247 man kwam precies 48 man terug.’

Deze brieven zijn door Jorge Groen (journalist, kenner van de Eerste Wereldoorlog en auteur van het boek ‘Nederlanders in de Grote Oorlog’) in een boek opgenomen en voorzien van een noodzakelijke context. Groen onderzocht of er nog meer materiaal was en vond het, deels in Het Nieuws van den Dag voor Nederlandsch-Indië en deels in bezit van de familie Knaap. Dat laatste betreft vaak allerlei briefkaarten en kattebelletjes die niet veel informatie bevatten – ‘Ik kan niet zeggen waar ik me bevind’, heet het ergens – maar ze dragen wel bij aan de directheid waarmee je als lezer contact krijgt met de frontsoldaat. Door ook de velddagboeken van Knaaps onderdelen erbij te betrekken, wordt het beeld mooi afgerond. De brieven documenteren allerlei aspecten van de oorlog, zoals trivialiteiten als de behoefte aan chocolade en het steeds negatievere beeld van de tegenstander. De invloed die dat heeft op de eigen moraal: ‘Je wordt absoluut een woesteling, wanneer je aan zulke vijanden denkt.’ Knaap schrijft er eenvoudig over, zonder veel franje. Groens zorgt voor de verbindende.

patria-de-oorlogsbrieven-van-legionair-arthur-knaap

.
.
.
.
.
.
..
.
.
Jorge Marten Groen
Patria
De oorlogsbrieven van legionair Arthur Knaap
ISBN: 9789461535320
Uitgeverij Aspekt
Paperback, 168 pagina’s
Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Dit item was geplaatst door Muis.

1 thoughts on “PATRIA 1

  1. Pingback: PATRIA 2 | MUIZENEST

Plaats een reactie